Insectenapocalyps in het Antropoceen, deel 4

Hoe genetische manipulatie en onkruidverdelgers de aanval van het kapitalisme op het insectenleven versnellen.

Planten zijn natuurlijk de basis van bijna elke voedselketen en door landbouwmethoden te ontwikkelen die onkruid bijna volledig uit de akkers verwijderen, zodat de gewassen vaak bijna pure monoculturen zijn, hebben we een groot deel van ons landschap onherbergzaam gemaakt voor de meeste levensvormen. ‒ Dave Goulson [1]

Decennialang hebben voorstanders van genetisch gemanipuleerd (GM) voedsel wondergewassen beloofd die levens zouden redden en de wereld zouden voeden. Granen die floreren tijdens droogte. Verbeterde voeding, inclusief rijst die vitamines bevat die het gezichtsvermogen verbeteren. Appels die niet rotten. Minder CO2 uitstoot. Meer voedsel van minder land.

Volgens de pro-biotechnologische International Service for the Acquisition of Agribiotech Applications (ISAAA) zijn de voordelen van genetische modificatie zo groot dat het areaal dat is gewijd aan GM-gewassen groeide van nul in 1996 tot 190,4 miljoen hectare in 2019 ‒ ‘de snelst geadopteerde gewastechnologie’ in de geschiedenis. [2]

En toch, als we kijken naar de eigen statistieken van de ISAAA, vinden we dat 85 procent van het gebied gewijd aan GM gewassen zich in slechts vier landen bevindt, de VS, Brazilië, Argentinië en Canada en ongeveer 99 procent van alle genetische modificaties in commerciële gewassen vandaag de dag vallen in slechts twee categorieën, herbicide tolerantie en insecten resistentie ‒ ze hebben niets te maken met het verbeteren van de voedselkwaliteit. Bovendien worden sojabonen en maïs, die meer dan 90 procent van de GM-gewassen uitmaken, meestal gebruikt om veevoer en biobrandstof te maken, niet om hongerige mensen te voeden.

De belangrijkste resultaten van genetische manipulatie in de landbouw zijn uitgebreide monoculturen in Noord- en Zuid-Amerika, toenemend gebruik van chemisch gif en hogere winsten voor het handjevol bedrijven dat de productie van landbouwchemicaliën en GM-zaden domineert. Er is veel discussie over het effect van GM gewassen en de bijbehorende pesticiden op de menselijke gezondheid, maar dit artikel richt zich op hun rol in het creëren van massale, levensvernietigende monoculturen.

Zoals we gezien hebben, hebben twee kenmerken van de industriële landbouw de insecten-apocalyps veroorzaakt: massaal gebruik van gif en vernietiging van habitats. Miljarden zespotige dieren worden elk jaar gedood door chemische giffen die zogenaamd de gewassen beschermen. En grootschalige monoculturen ‒ velden en boerderijen met één gewas ‒ beroven hen van voedsel en plaatsen om te leven en zich voort te planten. Beide zijn aspecten van wat de groene revolutie wordt genoemd, een verhoogde productie die wordt aangedreven door methoden die het milieu hebben aangetast en de biodiversiteit hebben verminderd.

In de jaren negentig begon een tweede en meer destructieve fase van de industriële landbouw, een fase die we de genrevolutie zouden kunnen noemen. GM-zaden veranderden het spel en breidden het areaal voor insectenvijandige monoculturen drastisch uit. De overgang werd in 1996 ingezet door het in St. Louis gevestigde chemische bedrijf Monsanto, wiens belangrijkste product de onkruidverdelger Roundup was.

‘Onkruid’ is geen wetenschappelijke categorie. Een onkruid is een ongewenste plant die op de verkeerde plaats groeit en concurreert met meer gewenste soorten om ruimte, voedingsstoffen, water en zonlicht. Traditioneel beperkten boeren de groei van onkruid door gebruik te maken van bedekkende gewassen, door bodembedekking en frequente gewaswisseling, maar fysieke verwijdering was ook nodig om onkruid te doden en te voorkomen dat het de oogst zou besmetten. Duizenden jaren lang was het schoffelen van onkruid een noodzakelijk en arbeidsintensief onderdeel van de landbouw en in een groot deel van de wereld is dat nog steeds zo.

In het begin van de 20e eeuw gebruikten sommige boeren in Europa en Noord-Amerika zwavelzuur en arseenverbindingen om onkruid te doden, maar chemische toepassingen werden pas algemeen toegepast aan het eind van de jaren 1940, toen de plantendodende chemische stof 2,4-D, ontwikkeld door het Amerikaanse leger als biologisch wapen, algemeen beschikbaar kwam. [3] Andere synthetische herbiciden, waaronder 2,4,5-T, dicamba en triclopyr, voegden zich er al snel bij als fundamentele wapens in wat Rachel Carson noemde ‘het chemische spervuur tegen het weefsel van het leven’ [4] Ze werden op grote schaal gebruikt, schrijft Jennifer Clapp, omdat ze het boeren gemakkelijker maakten.

Deze chemicaliën waren succesvol in het doden van ongewenste planten over grote gebieden en waren populair omdat ze arbeid bespaarden. Toen in het midden van de 20e eeuw door de toenemende mechanisatie van de landbouw de omvang van de landbouwbedrijven begon te groeien, nam het gebruik van herbiciden dramatisch toe en werd het de norm voor onkruidbestrijding. [5]

Monsanto introduceerde Roundup in 1976. Het belangrijkste ingrediënt was glyfosaat, een chemische stof die planten doodt door hun vermogen om essentiële eiwitten aan te maken te blokkeren. Het werd voornamelijk gebruikt voor het vrijmaken van velden vóór het planten en voor het doden van onkruid op gazons en bermen, maar het doodde groeiende gewassen als het op of in de buurt ervan werd gespoten.

In 1996 bracht Monsanto daar verandering in met genetische manipulatie: in plaats van het gif te veranderen, veranderde het de gewassen. Zijn twee families van genetisch gemodificeerde zaden waren heel succesvol.

– Roundup Ready (RR) zaden werden ontworpen om glyfosaat te tolereren ‒ Roundup gespoten op velden met RR gewassen zou alle andere planten doden terwijl de gewassen intact bleven. Het werd eerst aangeboden voor sojabonen en koolzaad, daarna voor maïs, luzerne, katoen en sorghum.

– Monsanto’s maïs en katoenzaden werden ontworpen om genen te bevatten van Bacteria thuringiensis (Bt), een organisme dat giftig is voor sommige rupsen en kevers die deze gewassen eten. In feite produceren gewassen die met Bt-zaden zijn gemodificeerd hun eigen insecticiden.

Monsanto introduceerde vervolgens maïs- en katoenzaden die beide genetische eigenschappen bevatten. Volgens de ISAAA bestaat 45 procent van de GE-gewassen nu uit gewassen die ‘gestapeld’ zijn met genen voor zowel herbicidentolerantie als insectenresistentie.

De gepatenteerde zaden waren duurder, maar ze vereenvoudigden de productie. Glyfosaat kon nu tijdens het groeiseizoen worden gesproeid zonder de gewassen te beschadigen, waardoor zuivere monoculturen ontstonden, velden waar geen concurrerende planten konden groeien. Boerderijen die Roundup Ready gewassen verbouwden konden bijna volledig gemechaniseerd worden, waardoor arbeid tot een minimum werd beperkt. En, zoals Monsanto in zijn reclame benadrukte, aangezien Roundup dodelijk was voor alle niet-GM planten, was het ‘de enige onkruidbestrijding die je nodig hebt.’ Een website van het bedrijf beschreef de combinatie van glyfosaat en glyfosaat-resistente zaden als ‘het systeem dat je bevrijdt.’ [6]

Tegelijkertijd probeerde Monsanto de markt voor landbouwtoeleveringsbedrijven af te schermen door meer dan 30 onafhankelijke zaadbedrijven over te nemen en zo in 2005 de grootste zaadverkoper ter wereld te worden. Het beheersen van chemicaliën en zaden en de distributiekanalen gaf het bedrijf een enorm voordeel in de landbouwindustrie. ‘Het bedrijf schepte tegenover de aandeelhouders op dat het van 1999 tot 2000 een stijging van 18 procent zag in het volume van de glyfosaatproducten die het verkocht.’ De helft van de ruim 5 miljard euro inkomsten in 2000 kwam van glyfosaat. [7]

Al meer dan twee decennia is glyfosaat ’s werelds meest gebruikte herbicide. Glyfosaat was goed voor 1 procent van de herbiciden gespoten op de vier grootste Amerikaanse gewassen in 1982, 4 procent in 1995, 33 procent in 2005 en 40 procent in 2012. [8] ‘Tegen 2020, was 90 procent van alle maïs, katoen, sojabonen en suikerbieten geplant in de Verenigde Staten genetisch gemodificeerd om een of meer herbiciden te tolereren.’ [9]

Onderstaande grafiek illustreert op dramatische wijze hoe Monsanto’s GM-zaden de verkoop en het gebruik van Monsanto’s onkruidverdelger in de Verenigde Staten deden toenemen.

Agrarisch glyfosaatgebruik (acres) in de Verenigde Staten, 1990-2014. (Bron: Stacy Malkan, Merchants of Poison, (Friends of the Earth, 2022), 14.)

Sojabonen en mais zijn verreweg de grootste gewassen die in de Verenigde Staten worden verbouwd ‒ samen beslaan ze bijna 77 miljoen hectare [10] en meer dan 90 procent daarvan is beplant met genetisch gemanipuleerde zaden. Voeg daarbij kleinere gebieden van GM-katoen, suikerbieten, luzerne en koolzaad en meer dan twaalf miljoen hectare GM-gewassen in Canada en je hebt een immens gebied dat onherbergzaam is voor insecten.

Zuid Amerika

Monsanto’s verkoopcampagne voor ‘Roundup Ready Soybeans’ bleef niet beperkt tot Noord-Amerika. In de zuidelijke kegel van Zuid-Amerika, waar het grondbezit veel meer geconcentreerd is dan in het globale noorden, namen grootgrondbezitters de combinatie van zaad en herbicide snel over, te beginnen in 1996 in Argentinië en in het daaropvolgende decennium verspreid naar Paraguay, Uruguay, Brazilië en het zuiden van Bolivia. Door arbeid te vervangen door chemicaliën konden landeigenaren miljoenen kleine pachters verdrijven, waardoor immense sojaplantages ontstonden die werden geëxploiteerd door investeringsgroepen. Voor elke landbouwarbeider die in Brazilië bij de productie van GM-soja werd ingezet, werden er elf verdreven. [11]

Al in 2005 rapporteerden twee vooraanstaande ecologen over de massale sociale en ecologische ontwrichting die werd veroorzaakt door de invoering van GM-soja door landeigenaren:

In 1998 waren er in totaal 422.000 landbouwbedrijven in Argentinië, in 2002 waren dat er 318.000, een vermindering van 24,5 procent. In één decennium is het soja-areaal met 126 procent toegenomen ten koste van land dat bestemd is voor zuivel, maïs, tarwe en fruitteelt…..

In Paraguay is soja geplant op meer dan 25 procent van alle landbouwgrond in het land en in Argentinië bereikte het sojabonenareaal in 2000 bijna 15 miljoen hectare met een productie van 38,3 miljoen ton. Al deze uitbreiding gaat op dramatische wijze ten koste van bossen en andere habitats. In Paraguay wordt een groot deel van het Atlantische bos gekapt. In Argentinië is 118.000 hectare bos gekapt om soja te verbouwen, in Salta ongeveer 160.000 hectare en in Santiago del Estero een record van 223.000 hectare. In Brazilië vallen de Cerrado en de savannes in hoog tempo ten prooi aan de ploeg. [12]

Tegelijkertijd breidden sojaproducenten in de hele regio hun bedrijven uit door grootschalige landontginning en ontbossing.

Brazilië en de Verenigde Staten zijn nu met grote voorsprong de grootste sojaproducenten ter wereld ‒ samen verbouwen ze meer dan twee keer zoveel soja als de rest van de top tien landen samen.

In 2016 ontdekte milieujournalist Nazaret Castro dat ‘ongeveer 60 procent van de landbouwgrond van Argentinië, een vergelijkbaar percentage in het zuiden van Brazilië en bijna 80 procent in Paraguay, al beplant is met soja, die vrijwel allemaal genetisch gemodificeerd is.’ [13]

Volgens een recente studie die gebruik maakte van satelliet kartering:

Van 2000-2019 is het met soja beplante areaal meer dan verdubbeld van 26,4 miljoen hectare tot 55,1 miljoen hectare. De meeste soja-uitbreiding vond plaats op weilanden die oorspronkelijk werden omgezet van natuurlijke vegetatie voor de productie van vee. De snelste uitbreiding vond plaats in het Braziliaanse Amazonegebied … Op het hele continent was in 2016 9 procent van het bosverlies omgezet in soja. De door soja veroorzaakte ontbossing was geconcentreerd aan de actieve grenzen, waarvan bijna de helft in de Braziliaanse Cerrado. [14]

Net als in Noord-Amerika gaat de Zuid-Amerikaanse sojaproductie gepaard met een massaal gebruik van herbiciden, met name glyfosaat. In Brazilië worden GM-soja-gewassen gemiddeld drie keer per groeicyclus met glyfosaat bespoten ‒ alleen al in 2019 gebruikten Braziliaanse telers 218 duizend ton van de onkruidverdelger. [15]

Weerstand en de tredmolen

In Silent Spring beschreef Rachel Carson hoe uitgebreid gebruik van pesticiden de evolutie had veroorzaakt van insecten en onkruid die de chemicaliën niet konden doden.

Darwin zelf had nauwelijks een beter voorbeeld kunnen vinden van de werking van natuurlijke selectie dan de manier waarop het mechanisme van resistentie werkt….. Sproeien doodt de zwakkelingen. De enige overlevenden zijn insecten die een inherente kwaliteit hebben die hen in staat stelt om aan schade te ontsnappen. …Er ontstaat een populatie die volledig bestaat uit taaie, resistente stammen. [16]

Het resultaat, schreef ze, was een ’tredmolen van chemische bestrijding’, die afhankelijk is van een voortdurend toenemend gebruik van steeds dodelijker gif. [17] Anderen hebben het gevolg van de chemisch gedreven evolutie van de landbouw beschreven als een niet te winnen wapenwedloop tussen pesticiden en ongedierte.

Toen Monsanto de goedkeuring van het Amerikaanse Ministerie van Landbouw aanvroeg voor Roundup Ready zaden, leek het te beweren dat glyfosaat op de een of andere manier immuun was voor evolutie, als gevolg van enkele ongedefinieerde ‘biologische en chemische eigenschappen’. Het verzoek om goedkeuring beweerde dat, ‘glyfosaat wordt beschouwd als een herbicide met een laag risico op onkruidresistentie,’ dus ‘is het hoogst onwaarschijnlijk dat onkruidresistentie tegen glyfosaat een probleem zal worden als gevolg van de commercialisering van glyfosaat-tolerante sojabonen.’ In plaats van resistentie te veroorzaken, ‘kan het totale gebruik van herbiciden worden verminderd.’ [18]

Weinig wetenschappers waren het daarmee eens. De ecoloog Miguel Altieri, bijvoorbeeld, voorspelde in 1998 in het socialistische tijdschrift Monthly Review dat ‘deze gewassen waarschijnlijk het gebruik van pesticiden zullen verhogen en de evolutie van ‘superonkruiden’ en resistente insectenplagen zullen versnellen.’ [19]

En dat is precies wat er gebeurd is.

Binnen een paar jaar begon onkruid dat glyfosaat niet kan stoppen zich te verspreiden in Noord- en Zuid-Amerika ‒ glyfosaatresistentie is nu bevestigd in ongeveer 50 soorten. Sommige zijn bijzonder destructief: ongecontroleerde groei van biggenkruid (Palmer amaranth), bijvoorbeeld, kan de opbrengst van sojabonen met 80 procent verlagen en die van maïs met 90 procent. Zoals blijkt uit de studie van Jennifer Clapp over het gebruik van glyfosaat, is glyfosaat de zoveelste drijvende kracht achter de tredmolen voor chemische bestrijding geworden.

In het licht van toenemende onkruidresistentie spoten boeren aanvankelijk glyfosaat in grotere hoeveelheden op dezelfde gewassen om die onkruiden te bestrijden. Omdat glyfosaat-resistente onkruiden blijven opkomen, passen boeren, aangemoedigd door herbicidenbedrijven, steeds meer oudere en giftigere chemicaliën toe, zoals dicamba en 2,4-D, om onkruid op hun velden te bestrijden. [20]

Op dezelfde manier heeft de toevoeging van Bt-genen aan maïs en katoen de resistentie tegen insecten en het gebruik van pesticiden doen toenemen. De Pesticide Atlas van 2022 meldt:

In de VS zijn exemplaren van de westelijke maïswortelboorder al resistent tegen meer dan één Bt-toxine. Bij het begin van de teelt van Bt-gewassen is het aantal gebruikte pesticiden daadwerkelijk afgenomen. Maar slechts mondjesmaat: de verkoop van insecticiden in de maïsteelt in de VS is aanzienlijk gestegen. In 2018 gaven Indiase boeren 37 procent meer geld per hectare uit aan insecticiden dan vóór de introductie van genetisch gemodificeerd katoen in 2002. [21]

Tot voor kort bevatten GM-zaden maximaal drie genetische modificaties, maar Bayer, dat Monsanto in 2018 overnam, heeft onlangs de lat hoger gelegd met acht genetische veranderingen in zijn ‘Smartstax Pro Corn’. Deze zwaar gemanipuleerde zaden tolereren glyfosaat en dicamba onkruidverdelgers, produceren vijf verschillende Bt insectendodende toxines en gebruiken nieuwe RNA-interferentie technologie om essentiële eiwitproductie te blokkeren in wortelwormen, de meest schadelijke maïs plaag.

De wapenwedloop gaat door.

Monoculturen en kapitalisme

In 1859, in de laatste paragraaf van Origin of Species, beschreef Charles Darwin de natuurlijke wereld als ‘een warrige oever, bekleed met vele planten van vele soorten, met vogels die zingen op de struiken, met verschillende insecten die rondfladderen en met wormen die door de vochtige aarde kruipen … [gevuld met] uitvoerig geconstrueerde vormen, zo verschillend van elkaar en op een complexe wijze van elkaar afhankelijk’.

Als Darwin kon zien wat de kapitalistische landbouw in onze tijd heeft gedaan met de warrige oevers, zou hij het ongetwijfeld eens zijn met natuurbeschermend ecoloog Ian Rappel: ‘de vervanging van wonderlijke biodiversiteit door monoculturele monotonie is centraal komen te staan in het sociaal-ecologisch metabolisme van het kapitalisme.’ [22]

De ecologie die onder het kapitalisme actief wordt ontwikkeld, wordt bepaald door het winstbejag van de heersende klasse. …

Het kapitalisme heeft zijn afwijzing van de natuur en zijn destructieve ecologische tendens alleen in stand kunnen houden door kunstmatige ecologische goederen aan te trekken uit verschillende takken van de kapitalistische industrie ‒ bijvoorbeeld in de landbouw. Dat creëert een disfunctionele ecologische tendens naar ecologische uniformiteit en eenvoud die onvermijdelijk leidt tot verlies van biodiversiteit en uitsterven. [23]

Miguel Altieri brengt de snelle achteruitgang van de biodiversiteit in verband met de globalisering van de kapitalistische landbouw aan het eind van de twintigste eeuw.

De hele aard van de landbouwstructuur en het heersende beleid in een kapitalistische omgeving hebben geleid tot een milieucrisis door de voorkeur te geven aan grote landbouwbedrijven, gespecialiseerde productie, gewasmonoculturen en mechanisatie. Nu steeds meer boeren geïntegreerd zijn in internationale economieën, verdwijnt de biologische noodzaak van diversiteit door het gebruik van veel soorten pesticiden en kunstmest en worden gespecialiseerde landbouwbedrijven beloond door schaalvoordelen. [24]

Het maximaliseren van de productie van een paar planten die winstgevend kunnen worden verkocht op de wereldmarkten heeft geleid tot de creatie van enorme monoculturen ‒ fabrieksachtige boerderijen die Darwins wirwar van planten vergiftigen en uithongeren. Om die monoculturen in stand te houden zijn steeds grotere hoeveelheden chemicaliën nodig, waardoor boeren in een tredmolen terechtkomen die heel winstgevend is voor de agrochemische industrie. Geschat wordt dat de wereldwijde verkoop van herbiciden in 2021 35,7 miljard euro bedroeg en tegen 2027 waarschijnlijk 44,9 miljard euro zal bedragen. De equivalente cijfers voor insecticiden zijn 17,8 miljard euro en 26,1 miljard euro. [25]

Zolang een handvol agrochemische bedrijven en handelaren de inputs en outputs van de wereldwijde landbouw controleren, zal de drang van het kapitaal om monoculturele monotonie op te leggen doorgaan ‒ en zal de insectenapocalyps versnellen.

Noten

[1] Dave Goulson, Silent Earth: Averting the Insect Apocalypse (HarperCollins, 2021), 123.

[2] ISAAA, ‘ISAAA Brief 55-2019: Executive Summary,‘ ISAAA Inc., 2019,

[3] 2,4-D is een afkorting voor 2,4-Dichlorophenoxyacetic acid ‒ C8H6Cl2O3.

[4] Rachel Carson, Silent Spring (Mariner Books , 2002), 297.

[5] Jennifer Clapp, ‘Explaining Growing Glyphosate Use: The Political Economy of Herbicide-Dependent Agriculture,’ Global Environmental Change 67 (24 februari 2021).

[6] Bartow J. Elmore, Seed Money: Monsanto’s Past and Our Food Future (W. W. Norton, 2021), 186, 187.

[7] Carey Gullam, Whitewash: The Story of a Weed Killer, Cancer, and the Corruption of Science (Island Press, 2017), 46.

[8] Jennifer Clapp, ‘Explaining Growing Glyphosate Use,’ Global Environmental Change 67 (24 februari 2021).

[9] Erica Borg en Amedeo Policante, Mutant Ecologies: Manufacturing Life in the Age of Genomic Capital (Pluto Press, 2022), 124.

[10] Crop Production Historical Track Records (United States Department of Agriculture, 2019), 31, 164.

[11] Miguel A. Altieri en Walter A. Pengue, ‘Roundup Ready Soybean in Latin America: A Machine of Hunger, Deforestation and Socio-Ecological Devastation,’ Biosafety Information Centre, 8 augustus 2005.

[12] Miguel A. Altieri en Walter A. Pengue, ‘Roundup Ready Soybean in Latin America: A Machine of Hunger, Deforestation and Socio-Ecological Devastation,’ Biosafety Information Centre, 8 augustus 2005,

[13] Nazaret Castro, ‘United Republic of Soyabeans’ and the Challenge to Agriculture,’ Equal Times, 12 december 2016.

[14] Xiao-Peng Song e.a., ‘Massive Soybean Expansion in South America since 2000 and Implications for Conservation,’ Nature Sustainability 4, no. 9 (August 7, 2021), 784. In 2006 werd een moratorium op nieuwe sojateelt in het Braziliaanse Amazonegebied ingesteld: de ontwikkeling verschoof toen naar nog grootschaliger productie in de tropische Cerrado-regio in het zuidoosten.

[15] Aldo Merotto et al., ‘Herbicide Use History and Perspective in South America,’ Advances in Weed Science, 15 september 2022, 5.

[16] Rachel Carson, Silent Spring (Mariner Books , 2002), 273.

[17] Rachel Carson, Silent Spring (Mariner Books, 2002), 279.

[18] ‘Petition for Determination of Nonregulated Status: Soybeans with a Roundup Ready™ Gene,’ (1993) 56, 55.

[19] Miguel A Altieri, ‘Ecological Impacts of Industrial Agriculture and the Possibilities for Truly Sustainable Farming,’ in Hungry for Business: The Agribusiness Threat to Farmers, Food, and the Environment, ed. Fred Magdoff (Monthly Review Press, 2000), 86. (Artikel oorspronkelijk gepubliceerd in Monthly Review, juli-augustus 1998).

[20] Jennifer Clapp, ‘Explaining Growing Glyphosate Use: The Political Economy of Herbicide-Dependent Agriculture,’ Global Environmental Change 67 (maart 2021).

[21] Caspar Shaller, ed., Pesticide Atlas 2022 (Friends of the Earth Europe, 2022), 37.

[22] Ian Rappel, ‘The Habitable Earth: Biodiversity, Society and Rewilding,’ International Socialism, 2021.

[23] Ian Rappel, ‘Capitalism and Species Extinction,’ International Socialism, 2015.

[24] Miguel A Altieri, ‘Ecological Impacts of Industrial Agriculture and the Possibilities for Truly Sustainable Farming,’ in Hungry for Business, ed. Fred Magdoff (Monthly Review Press, 2000), 78.

[25] Zie dit en dit.

Dit artikel stond op Climate&Capitalism. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos. Hiervan onder dankzegging overgenomen.

Deel 1 is hier te vinden, deel 2 hier en deel 3 hier.

Auteur: Ian Angus

– Uitgelichte afbeelding: Door KENPEI – KENPEI’s photo, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1314289