Informatie is ons belangrijkste geestelijke hoofdvoedsel. Het bepaalt ons beeld van de werkelijkheid. Is dat beeld in overeenstemming met die werkelijkheid dan kunnen de inspanningen die wij verrichten op basis van dat beeld heilzaam zijn voor ons en onze omgeving. Is informatie onjuist, vervormt ze de werkelijkheid of wordt zij achtergehouden, zijn verkeerde beslissingen die uiteindelijk desastreuze gevolgen kunnen hebben onvermijdelijk, niet alleen voor de consumenten van die informatie, maar ook voor de producenten die uiteindelijk in hun eigen bedrog gaan geloven.
Daarom is het van groot belang dat de integriteit van informatie constant wordt getoetst. Journalistieke codes en het toestaan en bevorderen van een kritische geest zijn noodzakelijk om de belangen die achter de verstrekte informatie liggen, te doorzien. Zonder die integere informatie worden we, of blijven we, dom en niet in staat tot het nemen van juiste beslissingen.
Misschien lijkt het bovenstaande op het intrappen van een open deur, maar als we dit als vanzelfsprekend beschouwen, waarom slikken we dan de grootst mogelijke onzin en afleidingen in de media voor zoete koek? Waarom laten we onze meningen en keuzes bepalen door commerciële mediaconcerns die een zeer bevooroordeeld beeld van de werkelijkheid presenteren en accepteren we dat alsof het de gewoonste zaak van de wereld is?
Informatie dient geen commercieel product te zijn. Informatie zou eigenlijk niets anders moeten doen dan de de mens steunen in zijn oriëntatie op de wereld. Dat geldt voor politieke, maar ook voor commerciële informatie zoals reclame. Waarom zouden we bijvoorbeeld in reclame-uitingen als kleuters moeten worden behandeld en belogen worden? Omdat de waarheid te saai is? Nee, het belangrijkste doel van dit soort ‘informatie’ is zoveel mogelijk producten te verkopen en de winsten te maximaliseren.
In de VS is een van de leidende nieuwsmedia een bedrijf dat volledig in handen is van de allerrijkste man ter wereld, wiens andere bedrijf ‘Amazon.com’ wereldwijd opereert en het grootste deel van zijn omzet genereert door transacties met Amerikaanse geheime diensten en het Pentagon. Datzelfde mediabedrijf wordt in de Nederlandse mediawereld beschouwd als een van de meest betrouwbare nieuwsmedia. Logisch, toch? Ironisch genoeg luidt de ondertitel van ‘The Washington Post’ (waarop ik natuurlijk doel) ‘Democracy dies in Darkness’.
De ‘mainstream media’, zoals ze genoemd worden maar die beter kunnen worden aangeduid als ‘1%-media’, omdat ze zonder uitzondering de belangen van de rijkdom en de macht vertegenwoordigen, smolten samen met de politiek en de grote bedrijven (corporaties) en stemden hun nieuwsvoorziening af op hun gezamenlijke belangen.
Zoals de onafhankelijke Engelse journalist John Pilger schreef:
“Er is iets veranderd. Hoewel de media altijd een losse uitbreiding waren van de kapitalistische krachten, zijn deze nu bijna volledig geïntegreerd. Dissidentie, ooit getolereerd in de mainstream, is nu afgedaald naar een metaforische ondergrondse, terwijl het liberale kapitalisme op weg is naar een vorm van bedrijfsdictatuur.”
Het is één grote club en jij hoort daar niet bij” (George Carlin).
‘Mainstream’ is zo praktisch verworden tot neoliberale propaganda, met leugens en verdraaiingen in dienst van de belangen van de grote club. Het meest abjecte voorbeeld daarvan is wel de mediahype over de voorraad massavernietigingswapens die Saddam Hoessein, de Iraakse president zou hebben aangelegd en die de aanleiding was tot de Irakoorlog in 2003, waarbij meer dan een miljoen mensen zijn omgekomen. Een volledig verzonnen verhaal, pertinente leugens, maar effectief gecommuniceerd door vrijwel de complete ‘mainstream’ die zo de oliebedrijven en de wapenindustrie grote diensten bewezen. Andersdenkenden die probeerden de leugens te ontmaskeren werden als verraders bestempeld en journalisten werden ontslagen of namen zelf ontslag om zich als onafhankelijke journalist op internet te profileren. Zoals Chris Hedges, voormalig Chef Buitenland van de New York Times.
Onafhankelijk journalist John Pilger:
“In mijn eigen geval: Ik baande me een weg door de mainstream. Mijn films worden nog steeds getoond op de commerciële tv in Groot-Brittannië. Mijn geschreven journalistiek is echter niet langer welkom. M’n laatste thuis was The Guardian, die zich drie jaar geleden ontdeed van mensen zoals ik en anderen, in een soort van zuivering van degenen die zeiden wat The Guardian niet langer meer zegt.”
Het meest recente voorbeeld van zo’n propagandahype is Russiagate. Meer dan twee jaar lang sleept deze ‘affaire’ al door, met regelmatige ‘Breaking News’ alerts, die een paar dagen later al weer tot niets zijn gereduceerd. Geen enkel bewijs is geleverd dan dat van triviale bijzaken, maar dat was ook niet de opzet van deze mediahype. Die diende andere doelen.
Allereerst het creëren van een oppervijand, Rusland. Ten tweede, af te leiden van de corruptie in de Democratische partij die door WikiLeaks aan de kaak was gesteld in de Podesta emails. De Clintonvleugel van de partij uit de wind te houden en een progressieve machtsovername van de partij te voorkomen. Ten derde natuurlijk WikiLeaks uit te schakelen, zodat de corruptie ongehinderd door kan gaan. Ten vierde een pr-campagne voor de geheime diensten, die werden gepresenteerd als redders van het vaderland. En, o ja, met stip op vijf: Trump aan de schandpaal!
Ondertussen werd er gedurende deze mediagekte weinig tot geen aandacht besteed aan de Klimaatcrisis, de oorlog in Yemen, de wapenleveranties aan Saoedi-Arabië ($110 miljard, alleen dit jaar) en de werkelijke problemen van de Amerikaanse bevolking, zoals armoede, dakloosheid, drugsproblematiek, gebrekkige gezondheidszorg, enorm hoge medicijnprijzen, wapenwetten, massa-opsluitingen, schuldenproblematiek, instortende infrastructuur en verontreinigd drinkwater.
Dat zijn dus de media die we kunnen vertrouwen zonder ons af te vragen waarom. Waarom zouden we ook? Zij zijn tenslotte de gevestigde orde (met nadruk op orde). De rest is wanorde, nepnieuws.
Natuurlijk is het in Nederland allemaal heel anders. Wij kennen geen corruptie. Geen propagandahypes. Wij hebben fatsoenlijke politici zonder verstrengeling met het bedrijfsleven en wij hebben verantwoordelijke betrouwbare media, die nauwelijks aan winst denken.
Toch denk ik dat het geen kwaad kan als media-informatie tegen het licht wordt gehouden door onafhankelijke journalisten en andere geïnteresseerden.
Media Lens
In het VK opereren sinds 2002 twee fanatieke media-onderzoekers, David Cromwell en David Edwards op de website Media Lens
Centraal in de Media Lens-analyse staat het Propaganda-model, voor het eerst ontwikkeld door Edward Herman en Noam Chomsky, in hun boek Manufacturing Consent (1988). Die theorie stelt dat de manier waarop nieuwsmedia zijn gestructureerd (door middel van reclame, media-eigendom, overheidsinkoop en andere) een inherent belangenconflict creëert dat leidt tot systemische vertekening en propaganda voor ondemocratische krachten.
Op hun website stelt Media Lens vooroordelen en leugens aan de kaak in z.g. Media Alerts. Via twitter en email trachten zij in gesprek te gaan met de auteurs van de betreffende media-uitingen, wat hun niet altijd in dank wordt afgenomen. Hun ervaringen legden zij vast in een aantal boeken die inmiddels verschenen zijn. Het laatste is getiteld ‘Propaganda Blitz – How and Why Corporate Media Distort Reality’ (sept.2018).
Na hun laatste boek te hebben gelezen ben ik een groot bewonderaar van hun werk geworden. Zij zijn in de loop der jaren in mediakringen in het VK zeer gevreesd geraakt om hun genadeloze ontmaskering van mediabedrog en hun laatste boek heeft dan ook (en terecht) veel weerzin opgeroepen bij vele Engelse journalisten.
Je mag hopen dat in Nederland ook een paar van die pershorzels actief worden, want ze zouden hier wel eens hun handen vol kunnen krijgen.
In een volgend stuk wil ik een blik werpen op onafhankelijke media.