Op 25 januari staan verkiezingen gepland in Griekenland voor een nieuw parlement. Het is onbegrijpelijk dat ondanks de beruchte corruptie het onmogelijk is gebleken volgens de regels in drie keer een nieuwe president te kiezen, waarna parlementsontbinding verplicht werd.
De combinatie links van de communistische partij, Syriza, de Partij van Radicaal Links, maakt volgens de peilingen een goede kans de verkiezingen te winnen, en alle Weldenkende Krachten van Europa en Noord-Amerika waarschuwen de Griekse kiezers voor de laatste keer. De Grieken hebben niet zo heel vaak te kiezen gehad. Toen de liberaal Papandreou dreigde komende verkiezingen te gaan winnen voerden kolonels een militaire staatsgreep uit, 21 april 1967. De NAVO vond het allang best, tenslotte waren Portugal en Turkije ook lid. Vroom gemekker over “bevordering van democratie” was in die dagen niet aan de orde.
Het militaire regime was zo dom een staatsgreep uit te laten voeren op Cyprus, in 1974, met de bedoeling dit eiland eindelijk te kunnen annexeren en heel handig meteen ook in de NAVO-kring te brengen. De putschisten maakten bekend dat de president van Cyprus bij de staatsgreep gedood was. Pijnlijk genoeg riep de president – aartsbisschop Makarios, scheiding van kerk en staat is in de wereld van de Oosterse Orthodoxie bijna ondenkbaar – vervolgens vanaf een schuilplaats op tot verzet tegen de putschisten. Die zozeer voor gek stonden dat de coup werd afgeblazen. Te laat evenwel: het Turkse leger bezette “ter bescherming van de Turkse minderheid” op het eiland een groot deel van de noordelijke helft van Cyprus. Deze situatie duurt tot vandaag aan toe voort. Nu was dus ook gebleken dat het Griekse leger niet eens in staat was te doen waarvoor het ooit aangenomen was, oorlog voeren, en op 23 juli 1974 werd een nieuw burgerlijk bewind in Athene ingezworen. De communistische partij werd gelegaliseerd, voor het eerst sinds de burgeroorlog, de zoon van eerdergenoemde Papandreou gaf leiding aan wat de sociaal-democratische partij zou worden, PASOK. Rechts werd georganiseerd in Nieuwe Democratie onder leiding van oude hoofden uit de tijd van voor de coup.
De verandering die men zou hebben kunnen verwachten toen de sociaal-democraten eindelijk eens aan de macht kwamen is niet ingelost. Zoiets klinkt nu niet verrassend, het is voor een gepolariseerd land als Griekenland met een achtergrond van inheems fascisme, burgeroorlog en coups wel zeer merkwaardig. Iets dergelijks kan men zeggen van Spanje. Daar hebben de sociaal-democraten zich al evenzeer ontpopt als inwisselbaar met de (post-)franquisten. Ook in Nederland wordt door de achterban van de PvdA niet met begrip of blijdschap gereageerd op de zegeningen die samen met de VVD over het ondankbare onbegrijpende volk worden uitgestort. Laat staan dat zoiets wordt toegejuicht in landen waar de herinnering aan rechtse dictatuur en burgeroorlog voortleeft.
Syriza hoeft dankzij een vals systeem van zetelverdeling geen absolute meerderheid te winnen om eventueel wel een bijna-meerderheid te krijgen in het parlement. Het zou nog wel eens een hele klus kunnen worden om een echte meerderheid bijeen te krijgen. Er is dan ook geen enkele garantie dat Syriza – gesteld dat het zonder NAVO- of EU-putsch een bijna-meerderheid krijgt – ook daadwerkelijk een waarachtig hervormingsprogramma kan doorvoeren (ja, het woord “hervorming” is ook al gekaapt door rechts).
Hoe het ook zij, Syriza moet die kans krijgen, ten voorbeeld aan allen elders in Europa die de “hervormingen” en voortdurende bezuinigingen waarvoor de werkenden en werklozen opdraaien meer dan zat zijn. Het is tijd voor illusieloze maar niettemin besliste ondersteuning voor degenen die een ommekeer teweeg zouden kunnen brengen. Al was het maar omdat Weldenkend Europa de Griekse kiezers vermaant verstandig te stemmen (oftewel: naar de zin van de neoliberalen).
Pingback: Nu Athene na Boedapest en Praag | Krapuul