Nieuw onderzoek toont aan dat de ijskappen aan de rand van Groenland de enige manier waarop zij massa kunnen winnen rond 1997 zijn kwijtgeraakt.
Het betekent dat de ijskappen aan de kust vanaf dat jaar alleen nog maar massa verliezen en in toenemende mate een bijdrage leveren aan de zeespiegelstijging. Dat schrijven onderzoekers in het blad Nature Communications.
Dat delen van de Groenlandse ijskap smelten, is een natuurlijk verschijnsel. ’s Winters valt op de Groenlandse ijskap een pak sneeuw dat ’s zomers – als de temperaturen stijgen – kan gaan smelten. “Er is een gebied dat nooit te maken krijgt met smelt,” vertelt onderzoeker Willem Jan van de Berg, verbonden aan de Universiteit Utrecht, aan Scientias.nl. “We noemen dat de ‘dry snow zone’. Je vindt het gebied in het centrale deel van Groenland. Dan is er nog een gebied waar de sneeuw deels wegsmelt.” Dat gebied ligt ietsje meer naar de rand van de Groenlandse ijskap en wordt de ‘percolation zone’ genoemd. “De sneeuwlaag smelt alleen aan het oppervlak en het smeltwater loopt niet weg, maar zakt in de onderliggende sneeuwlaag. Die laag is koud, waardoor het smeltwater grotendeels herbevriest.” Hoewel de sneeuw in dit gebied smelt, treedt er dus geen netto massaverlies op. “En dan is er nog de ‘ablation zone’. Hier smelt de sneeuwlaag in de zomer volledig, waarna ook een deel van het onderliggende ijs smelt. Dit gebied verliest dus elk jaar massa.”