I always get my sin, zegt de onderwijsvernieuwer

Omdat men nooit uitvernieuwd blijkt te zijn wat betreft het Nederlandse onderwijs, en men denkt dat de toekomst eigenlijk hetzelfde zal zijn als het heden, maar dan wat groter of zo, is een Commissie uit de Kamers der Staten-Generaal aan het werk geweest over het onderwijs in 2032. Een van de vruchten hiervan is de boogde afschaffing van het vak geschiedenis, want het heden is de toekomst, maar dan wat kleiner. Dit artikel gaat daar op in, er komt meer over van mijn hand.

Ook wat betreft vreemde talen heeft men diepgaande ideeën bij die commissie:

De Dag van de Duitse taal lijkt misschien onderdeel van een achterhoedegevecht. Is het Engels niet al lang en onstuitbaar op weg de globale lingua franca te worden? Dat is toch ook de reden dat het Platform Onderwijs2032 adviseert het Engels als eerste vreemde taal verplicht te maken voor alle Nederlandse leerlingen vanaf de basisschool. De andere vreemde talen zouden in dit perspectief moeten behoren bij het keuzeaanbod ter verbreding en verdieping. Nederlandse leerlingen hoeven dus geen andere vreemde taal dan het Engels te leren. Scholen hoeven behalve het Engels geen andere talen aan te bieden.

Andere vreemde talen als een extraatje dus. Leuk, maar niet noodzakelijk in een wereld waarin iedereen het Engels in ieder geval als tweede taal machtig is. Op het eerste oog mag dit een voor de hand liggend en pragmatisch advies lijken, maar het miskent een aantal grote problemen of minpunten die voortvloeien uit de marginalisering van de overige vreemde talen.

Het Duitslandinstituut spreekt den Nederlander toe op het niveau dat hij (zij?) het liefst heeft: slecht voor de handel. Maar ja, dat is “grenzen dicht!” ook, of “geen associatieverdrag met ….”.
Voor rede vatbaar zijn als je Vernieuwend Bezig Kunt Zijn, nee – ieder woelt hier om verand’ring!, oftewel: meer van hetzelfde.