Heeft het nieuwe gratis h-a-h-blad City iets om over te klagen? De gemeente Amsterdam verklaart er niet mee samen te werken vanwege vervuiling van brievenbussen. Dat lijkt me niet helemaal onlogisch. Ik voel natuurlijk mee, want ik was vier jaar chef van drie van die bladen bij de toenmalige Perscombinatie. Leuk, maar tropenjaren.
Maar dat besluit van Amsterdam noemt oprichter Jan-Kees Emmer nu ‘persbreidel’. Hij is vm. adjunct-hoofdredacteur van de Telegraaf, en hij spreekt zoals te verwachten was luidkeels in die traditie, met uitzondering van de oorlogsjaren natuurlijk, toen de krant zich graag liet breidelen.
Er werken bij het blad onder meer, zo zei Emmer, leden van de NVJ. Maar Emmer wil kennelijk de term ‘Geen commentaar’ afschaffen en de pijnbank weer invoeren. Althans voor medewerkers van de gemeente. Die moeten en zullen hem antwoorden, tot de dood erop volgt. En als dan slechts een diepe laatste ambtelijke reutel nog te horen was, dan zal hij ook dat zeker getrouw interpreteren en publiceren in zijn huis-aan-huiskolommen… ‘Autoloze wethouder bekende dronken rijden’ – zoiets. Compleet met videootje van deze laatste waarheid op Youtube.
Kernvragen: Is zo’n opstelling van de gemeente eventueel een aantasting van de persvrijheid? Mag de overheid besluiten niet met een medium samen te werken? En hoe zit het met de loslopende burger?
Essentieel bij persvrijheid is wel dat het iedereen vrij staat iets uit te geven, dat sowieso, het recht op vrije meningsuiting dus. Soms doen die uitgaven aan journalistiek, zoals waarheidsvinding, hoor en wederhoor en fairness. Deze drie punten samen zijn voor leden van de NVJ zelfs verplicht, omdat de NVJ deze code van het Genootschap voor Hoofdredacteuren heeft overgenomen. Met die code in de hand kun je simpel merken of een uitgave nette journalistiek is – of niet.
Ik zie op dit moment geen reden om aan te nemen dat het h-a-h-blad City deze drie punten niet – herhaal niet – zal naleven. Wel is van belang te kijken naar wat het blad zelf als uitgangspunten heeft, en daarin staat helaas niets – herhaal niets – over deze drie principes. Ook is oprichter Emmer geen lid van de NVJ.
Intussen loopt er een procedure van de gemeente Amsterdam om e.e.a. degelijk uit te zoeken. Dat hoeft van mij echt niet, omdat het gewoon zo simpel is.
Kernvragen: Kan een gemeente besluiten om niet mee te werken aan zo’n blad? Kan een bedrijf dat doen? Kan de EU dat doen, de VS, de VN?
Het antwoord is heel simpel: jazeker, behalve als een rechter iets vonnist of als er een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur bijkomt. Maar verder kan geen enkele journalist in principe een ander – wie dan ook – dwingen tot antwoorden. Wij journalisten waterboarden nu eenmaal niet, daar zijn we namelijk niet voor opgeleid… en we worden trouwens ook niet graag gewaterboard, en hebben als reddingsvestjes ons eigen zwijgrecht en bronbescherming.
Maar iedereen snapt dat als het NOS-Journaal of de NRC bellen, er weinig principiële reden hoeft te bestaan om te zwijgen – en toch gebeurt dat om zeer uiteenlopende redenen doorlopend. Soms is dat simpel: domheid van het Journaal (zie Lubach), te verdrietig of geschokt na een ongeluk, de zaak is te onduidelijk voor de gebelde, even geen zin want hoofdpijn, of minachting zoals van de PVV die leidt tot vrij doorlopend nee. Ook goed, dan niet.
Iedere burger heeft in Nederland bovendien nog een andere troef: het recht om met rust gelaten te worden. De overheid heeft dat niet: die moet vrijwel doorlopend en vaak openbaar antwoorden op vragen van de democratische controleurs, zoals de regering dat moet aan leden van de Tweede Kamer. De burger echter – dat is vrij bijzonder – hoeft nooit te antwoorden. En in Nederland staan de pijnbanken in musea.
In het kader van fatsoen en redelijkheid is het goed als een overheid wel helder uitlegt waarom zij niet met iemand wil spreken. Dat kan overigens heel kort zijn. Ik snap de reden van de gemeente: een h-a-h-blad uit de Telegraafstal… de Telegraaf heeft de laatste twee jaar een recordaantal rectificaties gescoord, alle betrouwbare vaste krachten de laan uit gewerkt, en populistische, nogal rechtse rellen en schandalen bovenaan het hoofdmenu gezet, zoals het halfbakken verhaal – in februari – dat iemand in oktober daarvoor een dag op Facebook publiceerde dat een mystieke heilige moest worden doodgeschoten… Een nieuw hoogtepunt van groot nieuws, van eenzijdig, rechtlijnig populisme zonder hoor, wederhoor of fairness. Februari… Sinterklaas… je verdient alleen al vanwege de timing een verschijningsverbod van een maand. Doe eigenlijk maar twee…
Maar geen enkele burger hoeft ooit te antwoorden op welke vragen dan ook van GeenStijl, PowNed, WNL, De Dagelijkse Standaard, The Post Online, of de New York Times, maar evenmin van de politie, de buren, van je vrouw, vader, moeder, van kind of kraai.
De staat eist weer wel van leerlingen antwoorden op vragen van onderwijzers, gek genoeg – daar is zwijgrecht niet bekend, wel zwijgplicht, maar daarover een andere keer. Maar vragen van een orgaan dat zich City noemt?
Mijn advies aan burgemeesteres Halsema: zwijg als Jeanne d’Arc in alle talen tot je op de brandstapel of pijnbank ligt, en beken dan meteen alles, dan verklaren we je aansluitend heilig… grijp die kans, die lijkt me vrij uniek.
Arthur Graaff, antifascist