Heel vroeg in de ochtend van 20 maart 1980 moest het zendschip de Mi Amigo verlaten worden. Er waren een Nederlandse (Ton Lathouwers, die later Iemand zou worden) en drie Britse deejays aan boord, verder niemand – geen technici of bemanning. Kort na hun vertrek zonk het schip dat in de storm gevaarlijk water had gemaakt.
Op 20 augustus 1983 12.00u begon het nieuwe, vierde leven van Caroline vanaf ms de Ross Revenge, een aanzienlijk zeewaardiger en ook comfortabeler schip. Dit lees ik in Shiprocked van Steve Conway, een van de jocks van latere dagen dat decennium.
Ik kan Steve Conway complimenteren: tegen mijn verwachting in kan de man schrijven, en wel zo, dat ik in spanning de twee strandingen van het schip als ware het filmisch meebeleefde, hoe loopt dit af? (Natuurlijk is het bekend, als het slecht afliep, die tweede en laatste stranding, was het boek niet geschreven, en de afloop is hoe dan ook bekend: het schip wordt nu voor legale uitzendingen in het binnenland gebruikt).
De jaren zeventig waren wat format betreft een zwalkpartij. Beginnen met progressief album-format, gemengd met top-40 zoals ik het maar zal noemen. Dan, nadat een Vlaams station de daguitzenindingen met volop reclame vulde, juist het format van Radio Geronimo, waarvan twee deejays aan boord waren – toen heette het station Radio Seagull. Ook ruimte voor klassiek en jazz, zoals in de Alternatieve Top 2000 van nu. Begin 1974 werd het weer enkel-rockalbum-format, en op 23 februari 1974 werd het weer Radio Caroline. Er is veel gedoe geweest over het ongrijpbare format, tot het voornemen om de macht aan boord over te nemen door onder anderen gisteren genoemde Spangles Muldoon aan toe. Het ging niet door en eigenlijk bleef het zo tot het zinken, althans wat de Engelse uitzendingen betreft.
Bij de hervatting in 1983 was hetzelfde losse progrockformat nog steeds de norm. De muzikale wereld was inmiddels wel veranderd, we kennen de “I hate hippies”- retoriek die aan het begin van de punkgolf te horen was. Op zeker ogenblik heeft een nieuwe programmaleider aan de progrock een einde gemaakt. Het format dreef nu op een afwisseling van officiële hits, oldies of recurrents (recente hits), of nieuwe nummers. Van Steve Conway begrijp ik dat er geen plugplaten meer waren – men moest zelf maar in de megastore inslaan. Vanwege de moeilijke ligging en de stormen wilde de aanvoer nog wel eens stokken. Dan werd er muziek opgenomen van stations aan land, of uit televisieuitzendingen. Daar kon het station nog ver mee komen, Fast car van Tracy Chapman was bijna exclusief doordat het handig van een eenmalige uitzending was overgenomen.
Het format viel niet bij iedereen goed en er was een tijd ruimte om ’s avonds alsnog los te gaan. Maar dit was technisch niet vol te houden. Tom Anderson, die van de zinkende Mi Amigo gered moest worden in 1980, zegt het duidelijk: “Iik ga niet op zee zitten om die rotzooi van Madonna of Duran Duran te draaien”. Hij bleef wel loyaal voor het station werken aan land.
Conway doet het rotatieschema van muziek uit de doeken en het was precies zoals ik het als luisteraar begrepen had – en, daar ben ik wel een beetje trots op achteraf – nagevolgd heb als dagformat van RVZ, waar overdag te veel zich geniaal wanende deejays maar wat aanrotzooiden. Als u het station gekend heeft weet u dat er een rotatieschema was (dat overigens niet af te dwingen viel, liefst werden de genieën naar de avond geschoven) dat gebaseerd was op een eigen top-20, die in geen enkel opzicht op die van de officiële zenders leek. Ik gooi er even de laatste nr.1 in, van 10 mei 1987, de dag voordat “ze” kwamen en toesloegen.
Hüsker Dü – Don’t want to know if you are lonely
Geen Caroline-materiaal, daar was te veel Stock-Aitken-Watermanspul te horen inmiddels.
Wat ik ook verrassend vond en als opluchting ervoer was hoe de nieuwsdienst van Caroline in de jaren tachtig werkte. Officieel werd het nieuws verzorgd door Newsweek, althans de eerste jaren. Maar er was geen telex namens dit weekblad aan boord – een televisietoestel met teletekst, dat in Engeland zonder kabel gelezen kon worden, was de voornaamste nieuwsbron.
Ik hoop dat ik geen schokkende onthulling uit de keuken van de Amsterdamse lokale radio doe als ik zeg dat de live-nieuwsuitzendingen ook Teletekst als hoofdbron hadden. Ik kan het wel zeggen want tegenwoordig wordt wat men op een onzalig ogenblik “het NOS-Journaal” is gaan noemen doorgeprikt, of nagepraat.
Radio, echte radio, de trillingen per seconde die we ook aanduiden als ether is magisch. Voor de luisteraar, maar naar ik u kan verzekeren, ook voor degene die alleen in de studio een programma verzorgt. (En soms niet alleen, maar ik moet toch bijvoorbeeld met enige schaamte terugkijken op het apestoned en schaterend voorlezen uit de Margriet waarvan door onduidelijke oorzaak een stapel in de studio lag.)
Over persoonlijke ondervindingen van die magie heb ik elders geschreven, misschien komt het hier ook nog wel eens. Ik kan nu navertellen wat Steve Conway er van vermeldt. In 1999 wordt er voor het eerst langere tijd legaal vanaf het schip in de haven van Southend uitgezonden. De uitzending is afgelopen en daar belt Ronan O’Rahilly op: “Hee, Stevie baby, dat was verbazingwekkend. Je hebt het briljant gedaan. Je hebt de goede vibraties laten voelen en de “Loving Awareness”, man.”
Conway vraagt verbaasd waar O’Rahilly in de buurt is want het bereik was nogal beperkt. “Waarom kom je niet langs?” “Dat kan ik niet, ik zit in een club in Kensington”. Conway vraagt dan hoe hij de uitzending heeft kunnen horen.
“Hee, je moet niet zo vasthouden aan dat horen-met-je-oren. Dat willen ze je graag wijsmaken, dat je alleen met je oren kunt horen. Dit is Caroline, baby, en dat hoor je met je ziel, Steve, je hoort het met je ziel.”
Jimmy McGriff – ‘Round midnight
– Steve Conway, Shiprocked – life on the waves with Radio Caroline. Dublin: Liberties Press, 20142. 259p. (haha, two-five-nine…)
– Uitgelichte afbeelding: By Third ear – Own work, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=15712270