Het Volk moet van de troon

De democratie als staatsvorm gaat ons niet beschermen tegen het fascisme. Dat via de stembus politici als Wilders en Trump de macht (dreigen te) grijpen, dat varianten van hard rechtse politiek – doorgaans ‘populisme’ genoemd, al is fascisme in veel gevallen een veel beter woord ervoor – maakt dart tamelijk duidelijk. Een politiek stelsel dat de politieke zeggenschap in handen legt van de bevolking, blijkt maar al te makkelijk een stelsel waarin Het Volk machthebber wordt, bij monde van éénhoofdig leiderschap dat alle oppositie tracht te intimideren, verpletteren en wurgen. Is het probleem hier een bepaalde vorm van democratie? Of is er misschien (ook) iets mis met het concept ‘democratie’ zelf?

Dat het louter de vorm van het democratisch stelsel is dat de deur naar fascisten openzet, in niet aannemelijk. Het Amerikaanse systeem – districtenstelsel, presidentieel systeem, geen rechtstreekse verkiezing van het staatshoofd maar dat kiescollege dat er tussen zit – wordt momenteel dus overgenomen door Donald Trump en zijn junta, zijn ”regering van generaals en miljardairs” zoals Eric Sommer dit keurig omschrijft op Counterpunch. Het Nederlandse systeem – evenredige vertegenwoordiging, geen rechtstreekse keus van staatshoofd maar regeringsvorming via kabinetsformatie op basis van meerderheden in het parlement na verkiezingen – dreigt komend jaar overgenomen te worden door Geert Wilders, zijn éénmanspartij, een grote kiezersaanhang, ondersteund door knokploegen van ‘bezorgde burgers’ en legioenen van internettrollen. Het Franse stelsel met haar rechtstreeks gekozen, machtige staatshoofd, is al een keer kantjeboord aan machtsovername van vader Le Pen ontsnapt, en dreigt komend jaar in handen te vallen van zijn dochter en opvolgster in de leiding van het Front National. Verschillende vormen van democratische staatsinrichting bezwijken als de steun voor fascistische politiek sterk genoeg blijkt. Sleutelen aan de staatsinrichting gaat ons niet redden. Democratie is een dam die tegen het fascistische getij niet is opgewassen.

Het idee dat ‘directe democratie’ hier het antwoord op zou zijn, verdient zeer grote scepsis. Eerst dienen we hier trouwens eerst een onderscheid te maken. In gangbare media en politiek debat duidt ‘directe democratie’ doorgaans op besluiten via referendum en dergelijke, en op voorstellen zoals dat van Geen Peil dat haar parlementsleden wil laten stemmen op basis van wat haar leden daarover beslissen. Zo hanteer ik het hier nu eventjes ook. Er is echter een ander stelsel, van maatschappelijk zelfbestuur via assemblees van alle betrokkenen, samenkomend per wijk en dorp en instelling en bedrijf. Dat wordt dus ook wel ‘directe democratie’ genoemd, en het is wat veel anarchisten voor ogen staat. Ook ik zoek het als anarchist in deze richting, maar ik noem het echter liever geen ‘directe democratie’. Het gaat hier immers niet meer om een staatsvorm, maar om iets dat voorbij de staat, en dus ook voorbij de democratie, pas voluit functioneert. Het is een stelsel dat ik hier even laat rusten omdat het in de hoofdstromen van de discussie nauwelijks een rol speelt. Het hoort wel in de discussie thuis over de vraag wat er voor de democratie zoals we die kennen in de plaats zou kunnen komen als we zoeken naar een rechtvaardige maatschappij.

(Lees verder bij de bron van dit artikel)

Via:: ravotr