Het verlies van Labour bevestigt de marginalisering van de sociaaldemocratie

Labour heeft op 12/12 het slechtste resultaat geboekt sinds de hoogtijdagen van Margaret Thatcher. Dit verlies heeft natuurlijk meerdere redenen. The Guardian noemt er vijf. Brexit was echter overduidelijk het hoofdthema van deze verkiezingen. Stemden de Engelsen tegen het standpunt van Labour in deze? In zekere zin wel. Labour had geen duidelijk standpunt pro of contra Brexit. Dat mocht de kiezer zelf bedenken. Als ik weinig politiek geïnteresseerd zou zijn, dan verwacht ik wel dat de partij van mijn keuze met gegronde redenen haar optie presenteert. Dan heb ik weinig belangstelling voor allerlei electoraal-tactische overwegingen om geen keuze inzake Brexit te geven.

Verdeelde oppositie
‘Stem tactisch’ was een advies van de oppositie voor de verkiezingen. Op je boerenklompen kun je aanvoelen dat zoiets niet zal werken. Als Labour-aanhanger zou je dan moeten stemmen op een Liberaal Democraat die ongeveer hetzelfde politiek programma voorstaat als de Conservatieven, behalve dat die in de EU wil blijven. En omgekeerd zou je dan op dat vreselijke Labour moeten stemmen dat doet alsof Groot-Brittannië nog groot en niet afhankelijk is van de samenwerking met buitenlandse machten. In een politiek systeem met first-past-the-post, dat wil zeggen dat de winnende kandidaat niet noodzakelijkerwijs meer dan 50 procent krijgt maar wel de meeste stemmen, is een verdeelde oppositie een garantie voor verlies.

Schorsing parlement
Aan de andere kant, aan de kant van de Conservatieven, was er geen twijfel over Brexit. Waar bij de Europese verkiezingen de Brexit-partij van Nigel Farage nog veel meer stemmen haalde dan de Tories, haalt die nu geen zetel. Brexiteers wisten: een keuze voor Brexit is een keuze voor Johnson en iedere andere stem brengt die keuze in gevaar. In Schorsing parlement: een Britse versie van de shockdoctrine heb ik beargumenteerd dat de ‘prorogation’-actie van Johnson hem de geloofwaardigheid van daadkracht bracht. De daadkracht om Brexit te verwezenlijken. Brexit geeft zo een schoolvoorbeeld van de in de politicologie befaamde Ostrogorski-paradox, waar een minderheidsstandpunt toch een politieke meerderheid kan verkrijgen.

Sociaal-patriottisme
Had Labour tegen de Brexit-catastrofe en vol voor lidmaatschap van de EU moeten gaan? Waarschijnlijk wel, maar dat kan ze eigenlijk niet. Labour is een hoofdzakelijk sociaaldemocratische partij. Sociaaldemocratie impliceert sociaal-patriottisme. Al sinds meer dan een eeuw, sinds het verraad van de Duitse sociaaldemocraten in 1914 aan het internationalisme, is patriottisme een kernonderdeel van het sociaaldemocratische gedachtegoed. Slechts lippendienst is er voor internationalisme. Zo ligt steun aan de Griekse bevolking nadat sociaaldemocraat Jeroen Dijsselbloem zich slippendrager betoonde van the powers that be om de plannen van Syriza met Yanis Varoufakis te torpederen ver weg van Labours gevoelswereld. Dat wil niet zeggen dat iedere sociaaldemocraat wars is van internationalisme. Willy Brandt was een bekende uitzondering. Maar de sociaaldemocratie kan een wezenskenmerk niet veranderen, dan verliest ze haar profiel.

Cul-de-sac
Patriottisme in een steeds sneller globaliserende wereld is een doodlopende weg. Dan kun je nog zo’n geweldig links manifest opstellen, zoals Labour deed in de aanloop naar de verkiezingen, dan is dat niet meer dan een symbool op geduldig papier. In Europese verkiezingen: linkse culs-de-sac A en B heb ik de gevolgen van nationale linkse politiek geschetst. In dit kader typeerde de Amerikaanse filosoof Richard Rorty al meer dan twintig jaar geleden in een interview treffend: ‘Als je iets wilt doen aan de macht van multinationals kun je beter een groot en machtig politiek samenwerkingsverband hebben dan dat je daar als klein onbetekenend landje het hoofd aan zou moeten bieden. Ik snap het probleem niet zo. Ikzelf zou er heel wat voor over hebben om tot de sterkste economische macht van de wereld te behoren.’ Met nationalisme zijn linkse, andere dan marginale correcties voor Europese landen op de neoliberale politiek niet mogelijk. Dat ervaren de kiezers, meestal onbewust. De sociaaldemocratische onmacht heeft dan ook zijn weerslag in de EU. In Frankrijk, Italië en Griekenland staat de sociaaldemocratie echt aan de kant. In Duitsland verliest ze gestaag. En nu krijgt ook het Verenigd Koninkrijk – voor hoe lang nog verenigd? – te maken met fors verlies voor sociaaldemocratisch Labour. Soms is er een opleving in een EU-lidstaat omdat het rechtse beleid er te onbehouwen is, maar die stopt de trend niet.

Rosa Luxemburg
Wil niet-sociaaldemocratisch links de trend keren, dan is herwaardering van het gedachtegoed van Rosa Luxemburg een eerste stap. In Rosa Luxemburg inspiratiebron voor huidig links heb ik betoogd dat democratie gecombineerd met socialistisch internationalisme, twee kernbegrippen uit haar visie, daarbij essentieel zijn. Maar de sprong van patriottisme naar internationalisme is een grote. Daarbij past een citaat van Antonio Gramsci: ‘De crisis bestaat precies uit het feit dat het oude sterft en het nieuwe niet geboren kan worden; in dit interregnum doen zich de meest uiteenlopende morbide verschijnselen voor.’ Het fenomeen Boris Johnson onder meer.