Het nut van een onnut vak

Rendementsdenken in het onderwijs is controversieel. Recente bezettingen van universiteitsgebouwen door studenten gingen gepaard met kort door de bocht gestelde kreten tegen rendementsdenken. Kort door de bocht omdat een studie toch op de een of andere manier beoordeeld wordt op rendement. Het gaat er echter om door wie en om de criteria. Maar die nuance is net wat lastiger op een spandoek te schilderen.

Ik ben meer van het aloude rendementsdenken. Op de eerste plaats studeer je om een vak te leren, niet zozeer om wijsheid op te doen, hoewel dat laatste altijd mooi meegenomen is. Mijn rendementsdenken is evenwel zelfs niet altijd geapprecieerd door mijn familie. Zo zat mijn dochter in een VWO-brugklas. Na het eerste jaar gingen de leerlingen naar het atheneum of gymnasium. Ik heb mijn dochter nadrukkelijk geadviseerd het atheneum te kiezen. Op haar school was het zowaar mogelijk Spaans en Italiaans als vak te kiezen. Maar nee, ze zou en moest naar het gymnasium. Waar onnutte dode talen als Latijn en oud-Grieks nog steeds leven. Haar vriendinnen gingen ook en dat was voldoende reden. Meisjes van dertien kunnen heel eigenzinnig en tevens intens verdrietig zijn. Het einde van het liedje was natuurlijk dat mijn vaderlijk advies bij het grofvuil ging. Ironie erbij is nog dat ze nu een Italiaanse vriend heeft en alsnog Italiaans heeft geleerd.

Waarom worden onnutte vakken als de klassieke talen nog steeds volop onderwezen? Dit terwijl een zeer nuttige taal als Arabisch, die door ongeveer 280 miljoen mensen wordt gesproken, in 2014 als eindexamenvak nul leerlingen kende. Daar heb ik op zitten broeden en er ooit een column over geschreven.

Broedplaats

De elite moet gekoesterd worden. Daar is iedereen die tot die klasse hoort het over eens. Een uitdaging is het om er voor te zorgen dat de elitaire klasse zich kan reproduceren. Hoe doe je dat? Op de eerste plaats door scholing vanzelfsprekend. Het zou daarbij desastreus zijn wanneer in een massale leerfabriek als een scholengemeenschap ‘ons soort mensen’ niet hun aparte plekje kunnen claimen.

We moet uitgaan van: ‘Neminem laedere et sapere vix deo conceditur.’ Dat is Latijn en betekent: Niemand benadelen en wijs zijn kunnen zelfs de goden niet. Of met andere woorden: wat je ook bedenkt, altijd is er wel een groep de pineut. Dat Latijn gebruik ik niet voor niets. Een mooie plek voor de elite in spe zijn de categorale gymnasia. Kleine, knusse scholen waar het veilig toeven is. Daarbij neem je Latijn en Grieks op de koop toe. Stel je voor dat een groep hoofddoek dragende Turkse tutten niet onder de indruk is van een nieuwe Louis Vutton tas. Dan zeg ik, nog een keer met Latijn: ‘Omnia vanitas’, oftewel ‘alles is ijdelheid.’ En laat een stel kut-Marokkanen, om de bekende uitdrukking van Rob Oudkerk te gebruiken, maar amok maken tussen het andere plebs.

Maar wat doen we met onze wiskunde-wizkids die absoluut geen puf hebben om zich door fossiele, in onbruik zijnde Latijnse teksten te worstelen? ‘Eureka’, roep ik dan, dat is Grieks, maar ook klassiek. In Amsterdam is er nu een alternatief: Hyperion, een school voor atheneum en gymnasium die zich afficheert als VWO+. Alleen kinderen die minstens 545 hebben gescoord op de CITO-toets kunnen er naar toe. Een school die George Orwell indachtig is: “Iedereen is gelijkwaardig, maar sommigen zijn meer gelijk dan anderen.” Als kleine toegeving aan het proletariaat accepteren we dat de school in Noord staat.