Gedurende een aantal dagen heb ik getwijfeld of ik hier wel over moest schrijven omdat ik naar m’n gevoel mijn omgeving de laatste tijd al genoeg tegen me in het harnas had gejaagd, zowel wat betreft dierenrechten maar ook wat betreft bewustwording rondom (sluimerend en openbaar) racisme in Nederland. Uiteindelijk realiseerde ik me dat dat de omgekeerde wereld is: je mond houden wanneer het op onrecht aankomt, omdat de ongeïnformeerde meerderheid het niet aankan om de waarheid onder ogen te zien. Dus bij deze. Ik ben namelijk van mening dat de Zwarte Piet discussie symbool is geworden van een veel grotere kwestie: het racisme dat zich nog dagelijks manifesteert in Nederland.
Vanaf mijn 18e ben ik samen met P., een Zeeuwse jongen van Congolese, Nigeriaanse en Sierra Leoonse afkomst. Ik kende hem al jarenlang van gezicht, aangezien we in aangrenzende dorpen op Schouwen-Duiveland, in Zeeland, zijn opgegroeid. Werkelijk iedereen kende P’s naam, want hij was in de omgeving één van de weinige donkere Zeeuwen: en alles wat in Zeeland niet blank is, is al bij voorbaat een bezienswaardigheid. Ik was destijds wat racisme betreft enorm naïef en was er stellig van overtuigd dat racisme vrijwel volledig was uitgeroeid in ons kikkerlandje. We leefden toch niet meer in de jaren zestig van de vorige eeuw?! Toch was mijn oordeel op niets substantieels gebaseerd: in mijn vrienden- en kennissenkring bevonden zich vrijwel geen medelanders met een ander kleurtje. Terugkijkend had ik beter kunnen weten, zeker omdat ik in Zeeland ben opgegroeid en ik jarenlang aan den lijve had ondervonden hoe bekrompen de mensen hier kunnen zijn in hun gedachtegang.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
h/t: Doorbraak