Er kan ons leed worden aangedaan waardoor we de ander, de anderen, blijvend gaan verafschuwen. Het blijft maar knagen, we krijgen het gevoelsmatig niet meer goed geregeld en de haat gaat zich dieper wortelen in onze geest, je kan er lichamelijk ziek van worden. Het kan zelfs zo zijn dat we geen andere uitweg meer zien dan het nemen van wraak. We zijn verblind door onze woede en willen de ander vernietigen. Dat kan je op veel manieren doen, letterlijk door iemand zijn kop eraf te hakken, maar ook door het leven van de ander zo zuur te maken dat deze “geen leven” meer heeft. Beetje bij beetje wordt het vergif op deze manier toegediend waardoor de ander sterft. Mooi, de wraak is genomen, en we kunnen opgelucht verder gaan. Toch? Nou, nee.
“Het vasthouden aan haat is als het vasthouden van een heet stuk steenkool, met de intentie om het tegen iemand aan te gooien; jij bent degene die zich brandt.” bedacht Boeddha.
Wat ouder geworden, wijzer is nog maar de vraag, denk ik dat dit klopt. Zeker, ik heb ook de pest aan sommige mensen en hun daden, hartgrondig soms. Ik begrijp niet wat mensen soms bezielt, snap niet waarom men elkaar het leven zo zuur wil maken, afgunstig is, enfin, voorbeelden te over verder. En nee, ik ben geen Zen blijven doen in theorie en praktijk om “alles” wat er gebeurt maar goed te vinden. Dat laatste is een misvatting, er is niets mis met het beleven van emoties op zich, ook niet van kwaadheid en woede. Het gaat fout als je niet meer in staat bent om ze te beleven, ernaar te kijken of te onderzoeken wat er aan de hand is. Als dat niet meer kan is de emotie met je aan de loop gegaan en ben je bezig jezelf te beschadigen. Wat dat “zelf” dan verder ook mag zijn of waar het zetelt.
Teflonmind. Een woord waar ik de laatste tijd nogal eens aan dacht. Bakken en braden, maar niet aanbranden. Het is een Kunst maar heel goed aan te leren. Als je iets kan veranderen, doe het. Zo niet, dan laat het maar want het is zonde van je energie. Richt je op positieve zaken, en beschadig zelf niet.