Grote kledingmerken annuleren door de Covid-19-crisis orders waarvoor de producten al gemaakt zijn, met als gevolg (tijdelijke) ontslagen bij toeleveranciers in Azië, zegt mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW).
De handelwijze van deze merken is volgens HRW in strijd met de richtlijnen voor eerlijk zakendoen van zowel de Verenigde Naties als de OESO. Veel toeleveranciers in Azië zitten krap en hebben nauwelijks geld om hun werknemers te betalen als gevolg van acties van de kledingmerken. HRW wijst erop dat de kledingmerken de verantwoordelijkheid hebben hun bestelde goederen af te nemen en te betalen.
Uitzonderlijke situatie
“We leven in uitzonderlijke tijden, maar deze kledingmerken moeten de mensen die hun producten maken niet laten zitten”, zegt Aruna Kashyap van HRW. “Ze moeten de verwoestende economische gevolgen voor de arbeiders in hun wereldwijde toeleveringsketen, en hun gezinnen, zoveel mogelijk beperken.”
HRW sprak met elf fabrikanten en experts, inclusief vertegenwoordigers van de merken, over de impact van Covid-19 op fabrieken in Bangladesh, Myanmar, Cambodja en andere Aziatische landen. Ook werd e-mailcommunicatie van de kledingmerken met hun toeleveranciers ingezien.
Kledingverkoop ingestort
De Covid-19-pandemie heeft geleid tot het instorten van de kledingverkoop en winkels zijn vaak gesloten om verspreiding van het virus tegen te gaan. Maar sommige merken en retailers maken zich volgens HRW schuldig aan oneerlijke praktijken.
Er zouden weinig merken zijn die ook maar enig ondernemersrisico aanvaarden. Een voormalige manager van een kledingfabriek in Cambodja zei dat de merken alle voorwaarden bepalen en dat er geen ruimte is voor onderhandeling daarover. Grote merken en ketens hanteren langere betaaltermijnen na verzending van de goederen.
De kleine en middelgrote merken waar de fabriek zaken mee deed, stelden betere voorwaarden en betaalden al 30 procent van de orderkosten op het moment dat de ruwe materialen werden ingekocht. De overige betalingen werden doorgaans gedaan binnen een week of tien dagen na aflevering of afronding van de order.
Kortingen eisen
Betere betalingsvoorwaarden geven toeleveranciers een betere cashflow, wat invloed heeft op de tijdige betaling van lonen. In een onderzoek uit 2018 zei 73 procent van de bevraagde toeleveranciers dat merken en retailers niets vooruitbetaalden en geen goede betalingsvoorwaarden boden.
Tijdens de Covid-19-crisis hebben veel grote merken en retailers gevraagd om “begrip” en “flexibiliteit”. Dat betekent dat ze orders geannuleerd hebben van goederen die al geproduceerd waren en van orders waar nog aan gewerkt werd. Ook werden kortingen geëist op orders die al verstuurd waren, zelfs als dat in januari was gebeurd.
H&M en Zara
Het Center for Global Workers’ Rights en het Worker Rights Consortium rapporteerden op 27 maart dat 95 procent van 316 bevraagde Bengalese leveranciers aangaf merken en retailers weigerden bij te dragen aan de loonkosten van arbeiders die tijdelijk zonder werk zitten.
Volgens de richtlijnen van de VN en de OESO hoort bij eerlijk zakendoen ook het minimaliseren van risico’s die kunnen leiden tot mensenrechtenproblemen in de toeleveringsketens.
H&M Group, Inditex (Zara en andere merken) en Target USA hebben wat dat betreft stappen in de goede richting gezet, zegt HRW. Deze merken hebben aangegeven goederen die al besteld zijn of nog in productie zijn, te zullen afnemen en er volgens afspraak voor te betalen.
– Overgenomen van De Wereld Morgen/IPS