De antropoloog Colin Turnbull heeft zo’n veertig jaar geleden de verwording van een samenleving beschreven die geheel gericht was op het enkele voortbestaan. Alle moraal en medemenselijkheid was verdwenen. Het ging om een volk in het noorden van Oeganda, dat klemgezet was tussen enerzijds de willekeurig door kolonialen getrokken grens met wat toen nog Soedan was enerzijds en het tot beschermd natuurgebied verklaren van hun traditionele jachtgebied anderzijds. Het volk verkommerde en verhongerde. Voeg wat droogteperiodes toe en je krijgt een beeld van volkomen ontmenselijkende ellende.
En dit schetste Turnbull in The mountain people. Het contrast met de eerder door hem liefdevol beschreven (dit kan op twee manieren gelezen worden) pygmeeën van de Kongolese wouden, The forest people, kon niet groter zijn geweest. Zijn schets van het verworden leven van dit volk was ook en misschien vooral een bijdrage tot de kritische theorie van de samenleving, maar dan de (post-)industriële kapitalistische die zeker ruim veertig jaar later wereldomvattend is geworden. Critici stelden dan ook dat Turnbull zag wat hij wilde zien om zijn maatschappijkritiek te kunnen formuleren. Toen ik er voor een artikel het een en ander over uitzocht kreeg ik te lezen dat leden van het beschreven volk boos waren over hoe zij beschreven waren en als zij Turnbull in handen zouden krijgen was hij nog niet jarig (een merkwaardige weerlegging overigens die ik nog steeds niet zonder grijns kan opschrijven).
Is het een vanzelfsprekend gevolg van volstrekte verkommering dat de moraal er aan gaat en alles wat wij (nog) als menselijk gevoel believen aan te merken? Jonathan Safran Foer beschrijft in Dieren eten hoe zijn oma op de vlucht in Polen na dagen hongeren wordt opgevangen door een katholieke boer. Die zet haar varkensvlees voor. Zij weigert, dit is treife. Als niets er meer toe doet, ook de spijswetten niet, is het leven zinloos en de moeite niet waard.
Een scène die mij speciaal is bijgebleven uit The mountain people: twee jongens kijken toe hoe een oude vrouw (en je was al gauw oud bij dit volk) een partijtje gras heeft ontdekt waar zij, als was zij een koe of geit, haar tanden in zet om te eten. Een van de jongens trapt het broodmagere omaatje het ravijn in. Beiden gieren het uit van de lach.
Het onderhavige volk heet de Ik, een naam die je niet verzint als Nederlandssprekende. Ik kan niet beoordelen of Turnbull heeft gezien wat hij wilde zien om zijn betoog te kunnen maken, het risico is bij antropologen nogal aanwezig. Maar wat als zijn verhaal niet over de Oegandese Ik ging maar een allegorie was over de witte beschaafde verlichte mens in de (post-)industriële kapitalistische “samenleving”? Zo’n “samenleving” (en ik zet het woord niet voor niets tussen aanhalingstekens) waar in toenemende mate het enkele “overleven” centraal staat, waar geen hogere waarde gekend wordt dan geld – wat kost iets, wat brengt iets op, en; wat kost iemand, wat brengt iemand op? Zo’n “samenleving” die een rekening presenteert aan hoogopgeleide vrouwen die prioriteit geven aan zorg voor kinderen en wie weet (want dat moet dan van degenen die het voor het zeggen hebben) haar ouders en schoonouders (de vanzelfsprekendheid waarmee vrouwen in deze rol werden geschreven sprak boekdelen). Zo’n samenleving waarin het stilzwijgend en langzamerhand hardop uitgesproken wordt dat onproductieve ouderen niet per se in leven gehouden hoeven te worden want dat kost te veel. Zo’n samenleving waarin het wordt aangemoedigd dat “jongeren” schelden op hebzuchtig genoemde “ouderen”. Zo’n samenleving – omgekeerd – waarin weinigen gek opkijken als er voor die “ouderen” een zogenaamde belangenbehartigingspartij in de peilingen bloeit.
Haha, oma eet gras. Wat doen we, de pil van Drion bij het eten of een opgevoerde dosis morfine tegen de pijn van het doorliggen?
Goed artikel, het beschrijft wat er gebeurt.
nee sorry geen goed artikel
alweer niet
vaag wazig onduidelijk
Ik denk dat je vraagstelling aan het eind bedoeld is voor een of andere “ethicus” uit de ultraliberale VVD partij.
Die komen steeds met “praktische” oplossingen overal. Dit is het ultraliberalisme, het is een soort ultramaterialisme van de allerrijksten, toch?
“life is a jungle” en “there is no such thing as society” – aldus Margaret Thatcher, later verwoordt
@2:
[ vaag wazig onduidelijk ]
Ja, dat krijg je ervan.
in de euthanasie beleid van de “ethici” van VVD.
Lachend pil van Drion aanbieden?
Ik vind de onderzoeken van Frans de Waal relevanter.