De Franse libertaire politiekfilosoof, Anatole Lucet heeft zich diepgaand met de Duitse anarchist Gustav Landauer (1870-1919) beziggehouden. Dit heeft een omvangrijk boek opgeleverd getiteld Gemeenschap en revolutie bij Gustav Landauer.
Landauer werd een tijdlang door de politie van het Duitse Rijk beschouwd als ‘de belangrijkste agitator van de radicale revolutionaire beweging’. Tegelijk is hij, schrijft Lucet op de achterkant van zijn boek, ‘een ongrijpbare figuur, die alle pogingen tot categorisering dwarsboomt: als anarchist was hij op zijn hoede vanwege negatieve connotaties van dat woord. Daarom gaf hij de voorkeur aan het woord socialisme. Als politiek denker omschreef hij zichzelf als ‘antipolitiek’ door de vernieuwing van de vrije gemeenschap op kleine schaal te bedenken, in het hart van de bestaande samenleving. Revolutionair zijnde verwierp hij de verwachting van een ‘Grand Soir’ en toonde hij zich terughoudend ten aanzien van gewelddadige acties’.
Ook wijst Lucet erop, dat Landauer ‘in zijn hoedanigheid van gemeenschapsdenker bevestigde, dat de herschikking van sociale verhoudingen bovenal de innerlijke transformatie van individuen vereiste. Als utopist was hij van mening dat utopie in het heden moet worden ervaren en weigerde hij elke abstracte representatie van de ideale samenleving. Zijn ongrijpbaarheid vergroot zich nog verder waar hij zich, als filosoof van de actie en ‘agitator’, afvroeg welk soort discours het meest geschikt was om deze actie te voeden’. Een van de doelen van Anatole Lucet is geweest deze nuanceringen te verklaren. Een bespreking.
Twee assen van denken: gemeenschap en revolutie
Het boek Communauté et révolution chez Gustave Landauer (Gemeenschap en revolutie bij Gustav Landauer) is het beschrijvende deel van het proefschrift van Anatole Lucet. De bestudering van de teksten (en hun context) van Landauer heeft bij Anatole Lucet tot het volgende algemene inzicht geleid.
De manier van werken door Landauer, die sterk asystematisch is, verbergt (a) een grote coherentie, (b) een theorie over de maatschappij gegrond op een precieze historische diagnostiek en (c) die terug te vinden is in de structurele debatten van zijn tijd. Anderen, schrijft Lucet, zullen daarvan maken dat Landauer een ‘expert in verwarring’ is. Lucet houdt het erop, dat er sprake is van een waarden-coherentie van het filosofische project van Landauer, waarbij daarachter soms logische inconsistenties zijn op te merken. Waar het bij Landauer dus om draait, is een manier te ontwerpen van zijn project, zonder allerlei oneffenheden te willen gladstrijken.
Alles bij Landauer duidt erop, dat hij zijn theorieën en experimenten (commune, coöperaties) gericht heeft op twee punten: gemeenschap en sociale verandering. Die twee punten vindt men terug in de naamgeving van de twee delen waaruit de tekst van het boek van Lucet bestaat en in de titel ervan: Gemeenschap en Revolutie. Die twee vormen de assen die het denken van Landauer structureren. Zij zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De gemeenschap staat toe de statische kern van het samenleven ‘te denken’, terwijl de revolutie zich aansluit op het menselijk leven in een onophoudelijke dynamiek van zich vernieuwen.
Opzet van het boek
Het denken over ‘gemeenschap’ verloopt in Lucet’s boek in drie etappes: de verhouding individu en zijn sociale omgeving (hfdst. 1), de vormen van eigentijdse gemeenschappen (hfdst. 2) en het hervormen van het gemeenschappelijke leven (hfdst. 3).
Met betrekking tot de verhouding individu/gemeenschap is de vraag aan de orde welk van deze twee er het eerst was. Die vraag is niet te beantwoorden zonder in een eindeloze kip/ei discussie te komen. Observatie leert dat een geborene in een al vóór haar of hem bestaande gemeenschap komt. Op grond van die observatie is de gemeenschap er eerder dan het individu (hfdst. 1). Dat individu groeit in die gemeenschap uit onder condities van die gemeenschap. Bakoenin en Kropotkin hadden eveneens al een dergelijke kijk op de zaak. Landauer heeft daarbij expliciet als optiek de mogelijkheid van een perspectief op een maatschappij die niet individualistisch noch collectivistisch is. Zelf ben ik gecharmeerd van de terminologische oplossing die Alan Ritter voor de problematiek bedacht: er vindt een ontwikkeling plaats van ‘communale individualiteit’ (A. Ritter, Anarchism, 1980, p. 26).
Verder wordt hier bediscussieerd wat als politiek veld in Landauer’s tijd opgeld deed, waar hij staat, natie, volk analyseert. Hier ontdekt hij het primaat van het relationeel concept van de gemeenschap (hfdst. 2). Daarna, in hoofdstuk 3, worden allerlei experimenten van commune- en coöperatievormen besproken, die opgezet zijn (en na verloop van tijd, om uiteenlopende redenen, mislukten). Landauer heeft zich moeite getroost om een beschrijvend begrip te vinden voor wat hem als idee van organisatie het best paste: Bund, in het Nederlands bekend als bond.
Het bovenstaande betreft het meer ‘statische’ (organisatorische) gedeelte. Nu Lucet daar klaarheid in gebracht heeft, kan hij naar het meer ‘dynamische’ deel, revolutie, overstappen. Dit geschiedt eveneens in drie etappes: revolutie, motor van de geschiedenis (hfdst. 4), actie: mogelijkheid en vormen (hfdst. 5) en wetenschap, poëzie en revolutie (hfdst. 6).
Landauer is geen aanhanger van het idee om met een schone lei te beginnen, noch gelooft hij in de noodzakelijkevooruitgang van de mensheid. Wat hij ontwikkelt, is voor het heden en hoe dit is op te nemen in de loop van de geschiedenis. Dit wordt door Landauer uitgewerkt via zijn topie/utopie theorie, over de opvolging van topieën en utopieën. Revolutie is daarbij de instabiele periode tussen twee topieën (topie is bij hem globaal een gedeeld samenleven in een staat van relatieve stabiliteit). Utopie levert modificaties op in de stabiliteit van de topie (hfdst. 4).
Van waaruit zal de interruptie (revolutie) aangezet worden; wat schudt de loop der dingen op? In hoofdstuk 5 worden daarvoor mogelijke antwoorden besproken en verschijnt de creatieve vrijheid in een combinatie van idealisme en de concrete verwerking in het heden. Omdat Landauer ook een dichterlijk-artistieke inslag had, komt in hoofdstuk 6 zijn taalfilosofie aan de orde, die gemobiliseerd wordt als een manier van begrijpen van de emancipatorische kracht van woorden.
Enkele opmerkingen
Voor het schrijven van zijn proefschrift heeft Anatole Lucet zich gebaseerd op de drie theoretische werken van Landauer. Alle drie zijn ze vertaald in het Nederlands. Ik geef de titels met hun vindplaats. Als eerste is daar Scepsis en mystiek(1903; bron: Verboden Geschriften) (zie Online), volgt Revolutie (1907; Kelderuitgeverij, Utrecht, 2020) en de derde is Oproep tot socialisme (1911; Kelderuitgeverij, Utrecht, 2013) (zie Online). Lucet merkt op dat de interne coherentie van elk van deze drie titels buitengewoon nuttig is om het denken van Landauer te begrijpen. Overigens vormen deze drie werken slechts een klein deel van zijn publicaties (minder dan een derde). Ik mag hier er nog op wijzen, dat de AS 113 geheel gewijd was aan Landauer (zie Online).
Het grootste deel van zijn werk heeft Landauer niet zelfgeschreven. Hij heeft namelijk veel vertaalwerk verricht (uit het Engels en het Frans). Daarnaast heeft hij nog een grote hoeveelheid artikelen gepubliceerd (vooral in Der Sozialist). Al het overige, zoals briefwisselingen, is door Lucet geraadpleegd om de puntjes op de i te zetten. Dat levert vaak een eindeloos gezoek op tussen teksten. Op die manier heeft Lucet monnikenwerk verricht. De tekst van Lucet is daarmee als het ware meerlagig geworden, wat de tekst af en toe doodslaat.
Het kan soms ook ogen openend werken. Menig anarchist spreekt over het vernietigen van de staat alsof de staat een ding is. Landauer heeft hier tegenovergesteld, dat je de staat als een geheel van relaties moet zien. Wil je van de staat af, dan moet je dus andere relaties ontwikkelen. Daarbij gaat het niet om leven tegen de staat, maar ondanks de staat. Het gaat erom eigen (anarchistische) relaties tot ontwikkeling te brengen, ‘los van de staat’, wat ook betekent ‘los van de wet’ voeg ik toe. Het is daarvoor dat Landauer zich zo ingezet heeft om met commune- en coöperatievormen te experimenteren en om in de geest van de bond (Bund) te denken. In die zin is Landauer ook voor het heden een inspirerende figuur. Lucet heeft hem daarvoor weer op de kaart gezet.
– Thom Holterman, oorspronkelijk verschenen bij Libertaire Orde
Lucet, Anatole, Communauté et révolution chez Gustave Landauer, Klicksieck, Paris, 2023, 407 blz., prijs 27 euro.