Gedoe in Baudet’s Boevenbende, maar leedvermaak is nog geen strategie

Het waren wilde weken voor het Forum voor Democratie, met nu en dan een hoge amusementswaarde. Taferelen waarin halve en hele fascisten elkaar de tent uit vechten zijn aangename verstrooiing. Maar zonder illusies alstublieft. Ik las véél te vaak véél te optimistische commentaren uit hoeken van links tot en met radicaal, met als strekking dat het Forum bezig was zichzelf de nek om te draaien. Opluchting, vreugde, want dat bespaart ons een boel antifascistische energie. De opluchting is nogal misplaatst. Leedvermaak op zichzelf is geen strategie.

Wat was er aan de hand? En waarom is de Baudet-bende de crisis zo gemakkelijk te boven gekomen? Er was gedoe om partijbestuurder Otten, beoogd fractieleider van het Forum in de Eerste Kamer. Die had kritiek op de nazi-retoriek in de overwinningstoespraak van Boraal Baudet na de grote verkiezingsoverwinning van het fascistenforum. Het mocht wat hem betreft wel wat minder rechts. Met wat Baudet zei was volgens hem weliswaar niets fundamenteel mis, maar om brede aanhang te behouden mochten de Bloed-en-Bodem-verwijzingen wat Otten betreft wel een tandje minder. Kwestie van timing en tactiek, geenszins van principe, zoals in een analyse op de website Joop duidelijk werd gemaakt.(1)

Prompt werd Otten ‘omstreden’, en ging er een klein beerputje open.(2) Hij bleek zichzelf een onkostenvergoeding te hebben toegekend wegens zijn, door hemzelf hogelijk gewaardeerde inzet voor de partij. Toen dat bekend werd, haastte hij zich om toe te geven dat het niet reglementair was geweest: het geld ging terug. Al snel bleek dat Otten eerder ook niet erg secuur was met de partijcenten, en naar verluidt wist Opperste Leider Baudet dat ook. Herrie in de tent dus. Baudet zelf was intussen ziek, zo verluidde het althans: voedselvergiftiging (als je Thierry leeg wil laten lopen, zeg dan pfff). Anderen mochten de media-storm trotseren, Hiddema mocht de frontlinie in, iets waartoe hij via zijn eerdere verdediging van nazi-weduwe Rost van Tonningen natuurlijk uitstekend was toegerust.

Na een boel geharrewar bleek Otten geen beoogd fractievoorzitter in de Eerste Kamer meer te zijn. Even leek het erop dat professor etnische zuiverheid Paul Cliteur die nazi-fakkel zou overnemen, maar die heeft inmiddels gezegd dat hij zich bij voorkeur als ‘de ideale tweede man’ ziet.(3) Wordt ongetwijfeld vervolgd, deze soap, al lijkt de rust nu eventjes weergekeerd.

Zijn dit nu de fameuze ‘LPF-toestanden’ waar hoopvolle antifascistische toeschouwers op hopen? Is dit het Begin van het Einde, zodat wij alleen nog maar de straat een beetje schoon hoeven te vegen na afloop? Onzin, en het is zaak ons door zulk spektakel niet in een comfortabele slaap te laten sussen.

Eerst die LPF-toestanden. LPF, dat was de Lijst Pim Fortuyn, het partijpolitieke vehikel waarmee de vermaarde Professor Doktor Hofmaarschalk Generalissimo Pim Fortuyn zich politieke ambities vorm gaf. Onder zijn leiding beleefde de LPF een stormachtige opkomst in de eerste maanden van 2002, met een overwinning in Rotterdamse raadsverkiezingen, en peilingen die er op wezen dat zijn opschepperige uitspraak ‘Vergis u niet, ík word de minister president’, niet alléén maar opschepperij was.

In deze opkomst was de fascistische dreiging onmiskenbaar: een Groot Leider die het In Diepe, ja Existentiële Crisis verkerend Vaderland zou gaan Redden met Drastische Ingrepen. Grenzen dicht voor moslims was er één van, schrappen van het gelijkheidsbeginsel uit de grondwet een ander, een versterkte uitvoerende macht – hij wilde niet voor niets premier worden – no doubt geruggesteund door veel Gesundes Volksempfinden dat via referenda mocht doorklinken een derde. Verwijzingen naar gelijkheid voor vrouwen en homo’s camoufleerden een hard rechtse agenda waarin neoliberalisme, autoritarisme, moslimhaat en racisme een giftig brouwsel vormden.

Het is nu bon ton om hetzij wat lacherig te doen over de professor, of om hem met terugwerkende kracht tot Onbegrepen Genie uit te roepen die een frisse wind wilde doen waaien Een frisse wind?. Systeemkritiek? Ammehoela. Mussolini bood ook een frisse wind. Daarmee blies hij onafhankelijke vakbonden, onafhankelijke media en een meerpartijenstelsel met geweld en intimidatie omver, en begon hij hier en daar een genocidale koloniale oorlog. Hoe ver Fortuyn gegaan zou zijn in een soortgelijk traject zullen we nooit weten, maar de hints die hij herhaaldelijk deed waren hoogst verontrustend. En er was voortdurend gedoe rond zijn LPF en haar Leider. Maar elk incident maakte zijn populariteit eerder groter dan kleiner.

Dat werd anders nadat Fortuyn op 6 mei 2002 werd doodgeschoten. Die moord heeft fascisten-in-wording enorm in de kaart heeft gespeeld omdat het ze van een martelaar heeft voorzien en een onuitputtelijke stroom van verwijten à la ‘de kogel kwam van links’ in de hand heeft gewerkt. Het leidde wellicht zelfs tot een soort valse geruststelling: Fortuyn was er niet meer en hoefde ogenschijnlijk politiek ook niet meer bestreden te worden. Terwijl juist bestrijding, inhoudelijk en confronterend, nodig was, is en blijft tegen dit soort politiek. Ik denk niet dat de moord het fascisme in opkomst heeft geschaad. Eerder dus het tegendeel. Maar de moord was wel het einde van de LPF, en het begin van de zogeheten ‘LPF-toestanden’.

De partij haalde enkele dagen na de moord op haar leider een grote verkiezingsoverwinning. CDA en VVD haalden de club in de regering, het eerste kabinet-Balkenende. Maar al heel snel bleek die regering een hele gammele zooi. Niet omdat de LPF eensgezind de andere partijen onder druk zette om nog wat rechtser te worden. Nee, vooral omdat LPF-ministers en andere politici van de club ruzie maakten met elkaar. Hilarische taferelen waren het gevolg, in een verder nogal beklemmende zomer. Twee LPF-kopstukken spanden de kroon. Herman Heinsbroek als minister van economische zaken, en Eduard Bomhof, die vicepremier was en ook volksgezondheid deed. De twee konden elkaar niet luchten of zien, en in oktober van hetzelfde jaar maakten VVD en CDA aan de tragikomedie een eind.(4)

De LPF had haar dienst bewezen: ze had het mogelijk gemaakt een rechtse meerderheid te vormen, en het eerste kabinet Balkenende zette de toon voor de bezuinigingsgolven die er aan kwamen. Achteraf gezien was het een briljante operatie van CDA-er Balkenende en VVD-er Zalm: de stuurloze LPF in het kabinet halen; daarmee laten zien dat men ‘de stem van het volk had gehoord’; intussen de onervaren LPF daarmee zo onder druk zetten dat ze haar ‘anti-establishment’-kracht verloor en ruziënd in verval raakte; intussen de partij ook gebruiken om een ruk naar rechts in de gevestigde politiek te helpen forceren, met het oog op ‘noodzakelijke’ bezuinigingen. Het werkte, en vanuit gevestigd rechts was dit het tijdverlies dat een ruziemakend kabinet opleverde, wellicht meer dan waard.

De LPF zelf begon haar lange neergang. Vervolgens begonnen andere hard rechtse politici van het debacle te leren. Eén van hen was Geert Wilders, die mede uit angst voor ‘LPF-toestanden’ zijn naar fascisme tenderende politieke project als eenmanszaak organiseerde. Interessant feit: dat heeft diens PVV niet beschermd tegen interne conflicten van het meest ranzige soort. Maar Wilders overleefde ze allemaal. De basis voor een steeds hardere vorm van Fortuynistische politiek – waarvan Wilders een versie belichaamde, en Baudet intussen een iets andere – liep intussen nauwelijks gevaar. Want de LPF was weliswaar van het toneel verwijderd, de rechtse sentimenten lagen klaar om door andere demagogen bespeeld en aangestuurd te worden.

Ook daar zit een les: áls het al waar zou zijn dat het Forum aan ‘LPF-toestanden’ te gronde dreigt te gaan, dan verandert dat niets aan de de rancunes van zijn rechtse achterban die dan een volgende leider zal omarmen. Zoals mensen van Fortuyn naar Wilders verhuisden, en van Wilders naar Baudet, zo zullen ze ook in een eventueel post-Baudet-tijdvak wel hun aanvoerder vinden. Partijen komen en gaan, de fascistische onderstroom blijft bestaan en blijft ons bedreigen, totdat dáár een adequaat antwoord op wordt gevonden. Giechelen om ‘LPF-toestanden’ is geen adequaat antwoord. Leedvermaak is geen strategie. Dat is geen argument tegen leedvermaak op zich: ook ik gniffel wat af, net als klaarblijkelijk Arnold J. van der Kluft in een vilein hilarisch stukje op Krapuul.(5) Zolang we maar niet denken dat het probleem zichzelf oplost.

Maar is de vergelijking met LPF-toestanden wel zinnig? Han van der Horst noemt het terecht ‘geen goede vergelijking’(6), en ziet eerder parallellen met de breuk tussen Fortuyn en Leefbaar Nederland. Die breuk was echter bepaald geen obstakel voor de opkomst van Fortuyn, eerder het tegendeel: hij dumpte er een obstakel mee dat hem verhinderde zijn eigen racistische ding te doen. Waarom werden die ‘LPF-toestanden’ de LPF fataal? Deels natuurlijk omdat het een hele nieuwe club was: ze was gevormd nadat Fortuyn begin 2002 ruzie had gekregen met Leefbaar Nederland waar hij eerst lijsttrekker van was. Onervaren politici maken onhandige beginnersfouten in het politieke spel. Maar vooral toch omdat de LPF het vanaf 6 mei 2002 dus zonder PF moest stellen.

Met Fortuyn aan het hoofd was de LPF een embryonale, snelgroeiende fascistische operatie. Zonder Fortuyn was het los zand, een verzameling slecht geoefende egotrippende clowns. Fascisme functioneert nu eenmaal alleen onder ondubbelzinnig en onaantastbaar leiderschap. Waar dat ontbreekt, vliegen de ondergeschikten redekavelend en moddergooiend alle kanten op. En daar zit dus het grote verschil met de recente Forum-toestanden: Baudet is, voedselvergiftiging of niet, springlevend. Zijn wil is wet in zijn partij. Gekibbel tussen ondergeschikten is deel van de manier waarop de Leider zijn onmisbaarheid keer op keer demonstreert als Opperste Scheidsrechter. Zijn positie heeft geen seconde gewankeld en is er eerder sterker dan zwakker op geworden.

Niets wijst er op dat de mensen die Baudet toejuichen, er erg mee zitten dat hij zich omringd heeft met corrupte blaaskaken en intriganten, mensen stemmen op het Forum der Fascisten uit rancune en haat, snobistische neerbuigendheid waar het rijkere Forumtypes betreft, opgefokte verongelijktheid waar het vooral armere witte ex-PVV-ers – en ex-SP-ers… – betreft. Niet uit ethische bevlogenheid over correcte partijfinanciering. Die mensen liggen niet wakker van een graai in de kas, net zo min als de kiezers van Berlusconi of Trump ermee zaten dat hun idolen corrupt tot op het bot waren. Het idee dat het Forum uiteen gaat vallen wegens een corruptieschandaal lijkt mij zolang Baudet de baas is dan ook knallende onzin.

Waarom doet dit er toe? Omdat we – dringend – een strategisch idee nodig hebben om het fascistische getij terug te slaan. En omdat de neiging om achterover te leunen en vooral te roepen ‘Kijk! LPF-toestanden! Dat ruimt lekker op!’ het benodigde gevoel van urgentie ondermijnt. Immers, als fascisten zichzelf onschadelijk maken, hoeven wij het niet meer te doen. Ons verlustigen aan het spektakel van ruziemakende fascistenclubs betekent dan al gauw: onszelf in slaap sussen in een verdovende roes. En een verdovende roes is nu niet bepaald de helderheid die antifascisten het hardste nodig hebben in deze barre tijden.

Noten:

1 FvD-voorzitter Otten wil extreemrechtse ideologie binnenskamers houden’, Joop, 20 april 2019,

2 Een beknopte inventaris van de beerput vind je in ‘Ego’s en lange vingers brengen Forum in verlegenheid’, Joop, 26 april 2019

3 ‘Cliteur wil geen fractieleider Eerste Kamer voor Forum worden’, NOS, 4 mei 2019

4 Zie voor een korte versie: Lijst Pim Fortuyn, op wikipedia

5 Arnold J. van der Kluft, ‘Boerenpartij-LPF-toestanden bij Schorem voor demagogie #FvD Krapuul, 25 april 2019,

6 Han van der Horst, ‘Baudet en Otten: net Leefbaar Nederland en Fortuyn’, Joop, 21 april 2019