In de revolutiedagen in Portugal, 1974-76 globaal gezien, gold de fado als reactionair gejammer. Een heuse communist bond mij dit op het hart. Nu ja, ik hoorde toch liever de Nova canção die haar revolutionaire hoogtepunt vond in José Afonso.
Later, in de dagen van de Vondelparkconcerten – waar zijn ze gebleven – bracht de Nederportugese zangeres Anabela Silva een keuze uit het repertoire van Amália Rodrigues met uitleg, en ik moet zeggen dat ik er anders over ben gaan denken en naar ben gaan luisteren. Maar het liedje dat mij het meest trof van dit concert was dit goedmoedige spotliedje over Spanjaarden, glibberige types die barbecuën met slakkensaus. En dit is geen fado.
As janelas avarandadas
Mora aqui algum doutor
Ai, eu venho me aconselhar
Ai, ande logo, ó meu amor
São caracóis, são caracolitos
São os espanhóis, são espanholitos
São os espanholitos, são os espanhóis
São caracolitos, são caracóis
São caracóis, são caracolitos
São os espanhóis, são espanholitos
São os espanholitos, são os espanhóis
São caracolitos, são caracóis
Ai um dia fui a Espanha
Ai um dia fui a Espanha
Comi lá com os espanhóis
Comi lá com os espanhóis
Cozido assado no espeto
Cozido assado no espeto
No molho dos caracóis
No molho dos caracóis
São caracóis, são caracolitos
São os espanhóis, são espanholitos
São os espanholitos, são os espanhóis
São caracolitos, são caracóis
São caracóis, são caracolitos
São os espanhóis, são espanholitos
São os espanholitos, são os espanhóis
São caracolitos, são caracóis
Op de sterfdag van Fidel Castro kwam ik dit mij tot dan toe onbekende lied tegen, waarvan ik eerst nog niet wist waar het in de tijd te plaatsen. Maar het was dus 1960. Nu stammen de Caracóis van Amália Rodrigues zeker ook uit de jaren zestig, zoniet van eerder. Toen ik Puebla’s danklied hoorde kwam het gitaar”refrein” mij bekend voor. Het kwartje is intussen gevallen. Wie heeft er van wie geleend?
O ja, en Amália, die als DE zangeres van Portugal goed viel bij het fascistische regime steunde met haar grote inkomsten in het geheim de communistische partij, zoals onthuld werd na haar dood. Dat is toch eigenlijk een mooie poets, zowel tegenover het regime als die mopperende communist uit het begin van dit stukje.