Een stap dichter bij de invoering van de politiestaat

De politie wil dat agenten die geweld hebben gebruikt een aparte wettelijke status krijgen. Strafzaken tegen agenten moeten voortaan afgehandeld worden door een speciale rechtbank en er moet een lagere maximumstraf komen voor agenten die veroordeeld worden (wat in de praktijk overigens vrijwel nooit gebeurt).

Het pleidooi van de politie sluit aan op een wetsvoorstel van het kabinet dat na de zomer in de Tweede Kamer besproken wordt. Nu kunnen agenten die iemand vermoorden betrokken zijn bij geweld met dodelijke afloop vervolgd worden wegens doodslag (net als jij en ik).  Daarop staat een maximumstraf van 15 jaar. Het kabinet vindt dat je niet al te moeilijk moet doen over dergelijke incidenten en wil speciaal voor de politie een nieuwe bepaling in de wet opnemen: het schenden van de ambtsinstructie.  Daarop komt een maximale straf van 3 jaar te staan.

Overigens komt het nu al zelden tot vervolging wegens doodslag. Ondanks het feit dat de politie zo’n beetje maandelijks een burger om zeep helpt, zijn in 2016 en 2017 exact NUL agenten vervolgd wegens doodslag. Veroordeling tot een gevangenisstraf komt vrijwel nooit voor. In dat opzicht is het voorstel grotendeels symboolpolitiek, aan de praktische situatie (straffeloosheid van de politie) zal het weinig veranderen. Het punt is natuurlijk dat wettelijk vastgelegd gaat worden dat voor burgers en politie andere regels en een andere strafmaat gaan gelden voor exact hetzelfde misdrijf. Daarmee is de vernietiging van de burgerlijke rechtsstaat – een hartenwens van (extreem)rechts –  weer een stapje dichterbij gekomen.