Op een dag, een paar jaar geleden intussen, dacht ik toevallig na over de betekenis van de drievoudige slagzin van de Franse Revolutie. Liberté, Egalité, Fraternité. Ik bleef eraan haperen om zo te zeggen. Waarom die broederlijkheid? Met vrijheid en gelijkheid was toch in wezen alles gezegd? Toch?
Maar algauw verscheen een heel dialectisch circus voor mijn geestesoog: vrijheid en gelijkheid zijn onverzoenbare tegenstellingen. Omdat vrijheid leidt tot ongelijkheid en omdat gelijkheid leidt tot onvrijheid, is er een bemiddelende term nodig, broederlijkheid. De broederlijkheid, wat wij nu solidariteit noemen, compenseert de ongelijkheid die door de vrijheid wordt geproduceerd. Solidariteit is herverdelende rechtvaardigheid. Polanyi had gelijk: reciprociteit en redistributie vormen de levensader van elke samenleving. Wederkerigheid en herverdeling is om zo te zeggen de definitie van de samenleving. De derde term bleek dus de fundamentele term. De Synthese.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: dewereldmorgen.be