Dossier dwangarbeid in Leiden deel 2: de dwangarbeiders


Leids college kan de pot op met z'n dwangarbeid...

De gemeente Leiden verplicht bijstandsgerechtigden om ver onder het minimumloon en zonder arbeidsrechten te werken. Eerst minimaal zes weken in het plaatselijke Participatiecentrum en daarna tot twee jaar extern via zogenaamde participatieplaatsen. Wie zijn die werklozen die zo gedwongen worden onbetaald te werken? En hoe kijken ze aan tegen het zeer strenge gemeentelijke regime? Is er verzet?

Dit dossier bestaat uit vijf delen:
Het regime
De dwangarbeiders
3 De profiteurs
4 De bobo’s
5 Het onderzoek
(De delen 3 t/m 5 verschijnen de komende dagen)

1. Wie zijn de Leidse dwangarbeiders? De gemeente wil uiteindelijk alle pakweg 2.500 Leidse bijstandsgerechtigden gedwongen aan het werk zetten, maar is voorlopig begonnen met de werklozen die nu bijstand aanvragen. In het Participatiecentrum zijn dagelijks gemiddeld zo’n 20 dwangarbeiders aan het werk. De meesten hebben al lange tijd en in diverse sectoren gewerkt. Sommigen hebben nog een WW-uitkering lopen, maar omdat ze bijstand hebben aangevraagd moesten ze direct komen opdraven. Er werken ook studenten, maar hoogopgeleiden zijn in de minderheid. Het merendeel van de dwangarbeiders is “allochtoon”, met zeer uiteenlopende achtergronden. Niet verbazingwekkend gezien het racisme van de bazen en het feit dat de arbeidersklasse de afgelopen decennia gekleurd is geraakt. De “allochtonen” lijken gemiddeld ook langer in het centrum te moeten blijven. Een aantal Leidse Doorbrakers staat ook op de nominatie om binnenkort opgeroepen te worden voor het Participatiecentrum, en een paar mensen van ons hebben al in de voorloper ervan – het Werkatelier – gezeten.

2. Hoop en begrip. Een klein aantal van de dwangarbeiders kan er wel begrip voor opbrengen dat ze “iets moeten doen” voor hun uitkering. Iedereen moet immers werken, en thuis zitten is ook niet goed, zeggen ze. Dat begrip is wel altijd gekoppeld aan de hoop dat het mogelijk iets oplevert, liefst een baan of minimaal wat ervaring. Maar daarop rekenen doen ze meestal niet. Met name bijstandsgerechtigden met een meer middenklasse-achtergrond hebben aanvankelijk nog wel geloof in een soort redelijkheid van het systeem, en ze denken dat ze zelf de dans uiteindelijk wel zullen ontspringen. Wat in een aantal gevallen ook wel zal uitkomen. Maar de meeste anderen komen elke dag simpelweg omdat ze nu eenmaal anders geen uitkering krijgen, en dan hun huur en eten niet meer kunnen betalen. Ze hebben weinig vertrouwen in het systeem, maar proberen er het beste van te maken. Ze houden er de moed in om niet iedere dag chagrijnig naar het centrum te hoeven gaan.

3. Schaamte. Voortdurend wordt er in de media geroepen en gesuggereerd dat werklozen lui zijn, en dat ze hun situatie aan zichzelf te danken hebben. Wie echt wil, kan altijd werk vinden, wordt er daarom helaas door steeds meer mensen gedacht. In het Participatiecentrum wordt door de leiding dezelfde sfeer neergezet: iedereen zou individueel verantwoordelijk zijn, en over de crisis wordt niet gesproken. Dat maakt dat veel van de dwangarbeiders zich er een beetje schamen, en bijvoorbeeld niet aan hun familie of vrienden vertellen waar ze zitten. Schaamte en een negatief zelfbeeld maken de kans op gezamenlijk protest natuurlijk niet groter. Daar wordt in het centrum bewust op ingespeeld.

4. Woede. Vlak onder de oppervlakte ligt bij velen de woede, de frustratie. Die tonen ze vanzelfsprekend niet snel aan de bewakers op de werkvloer, maar in gesprekken met Doorbrakers komt die boosheid maar al te makkelijk boven. In de kantine zijn de dwangarbeiders vaak nog wat voorzichtiger, maar buiten maken velen duidelijk dat ze zich genaaid voelen, en dat blijkt onder meer uit de harde cynische humor die er soms te horen is. Met name na een paar weken begint de boosheid bij velen te overheersen. Het centrum levert helemaal geen banen op, zo wordt hen gaandeweg duidelijker, hooguit onbetaalde stages of meer dwangarbeid elders bij gemeentelijke instellingen. De irritatie neemt dan ook snel toe over het werkregime, de saaiheid, het kleineren en het gebrek aan respect. Verreweg de meeste dwangarbeiders hebben tot kort voor hun entree in het centrum betaald gewerkt, en voelen zich gekleineerd door de gemeente die zegt dat ze werkritme op moeten doen, op tijd moeten leren komen. Sommigen worden ook gedwongen veel langer dan zes weken gratis te werken, en hun verhalen maken de anderen nog bozer. “Dat zou ik nooit accepteren”, zeggen ze dan.

5. Behoefte aan protest en verzet. Een redelijk aantal dwangarbeiders opperde tijdens gesprekken met ons allerlei vormen van protest die hard nodig zouden zijn. Van handtekeningen ophalen, een bijeenkomst organiseren en staken, tot een cynische oproep om de zaak in de fik te zetten, omdat dat de enige werkelijke oplossing zou zijn. Maar allemaal lijken ze te beseffen dat er nog onvoldoende gezamenlijkheid is, en dat die er ook niet snel zal komen met al die mensen die individueel binnenkomen en weer vertrekken. Iedereen heeft een eigen traject, en krijgt na verloop van tijd een andere onbetaalde stage of arbeid elders opgelegd. Daarbij vreest iedereen dat wie openlijk het initiatief tot verzet neemt, hoogstwaarschijnlijk tegen een flinke korting op de uitkering zal oplopen. Waar wel af en toe onderling over gepraat wordt, zijn de individuele manieren om onder bepaalde regels uit te komen. Die noemen we hier vanzelfsprekend niet, maar het is goed om te zien dat er her en der toch subversief gedacht en gehandeld wordt, dat het systeem waar mogelijk toch een beetje ondermijnd wordt. Doorbrakers die het centrum bezochten, ondernamen geen acties die de dwangarbeiders duur konden komen te staan. Maar naarmate meer Leidenaren oproepen worden, wordt de kans steeds groter dat er ook mensen van Doorbraak of andere politiek gemotiveerde mensen tussen zullen zitten. En die kunnen dan bij protest en eventuele organisatiepogingen zeker op hulp van Doorbraak rekenen.

 

Verscheen eerder op doorbraak.eu. Auteur: Eric Krebbers

10 gedachten over “Dossier dwangarbeid in Leiden deel 2: de dwangarbeiders”

  1. Leiden is niet de enige met dit soort projecten, hier in mijn plaats is dat ook een tijd geweest. Als je een bijstandsuitkering vroeg, moest je b.v. in de kringloopwinkel, groenafdeling of andere plekken werken, alleen niet zo extreem als het in Leiden is geweest. Wel met behoud van uitkering en niet eronder. Een vriendin van mij heeft ook zo´n werkproject gedaan en werd geholpen toen ze verder naar een reguliere baan solliciteerde. Het is wel zo, dat te pas en te onpas gedreigd wordt met korten van uitkeringen ook door projectleiders of iemand die moet bellen voor een trajectburo, die mogen het niet eens. Als je een advocaat los laat hierop en men gaat naar de rechtbank is het in de praktijk wel zo, dat Gemeenten vaak verliezen en het geld alsnog terugbetaald moet worden.

  2. @1, Bettina
    Dat is misschien een goed actiemiddel: massaal met advocatenacties starten.

  3. @#1 dat zat ik gisteren ook te denken, hoe zit dat toch juridisch, dat korten of zelfs alleen maar dreigen ermee. Ik bedoel de mensen die hieronder gebukt gaan zullen niet zo 1 2 3 naar een advocaat stappen en dat weet zo’n gemeente natuurlijk donders goed, riekt behoorlijk naar machtsmisbruik allemaal.

  4. De Gemeente geeft vaak een traject uit handen, dan melden zich verschillende re-integratie bureaus aan. De Gemeente wil niet alleen uit financiële belangen de mensen uit de bijstand halen, maar meestal zit er wel de gedachte bij, dat het goed is de bijstandstrekkers komen in een regelmatige werkkring, ze krijgen hulp bij sollicitatie enz, enz. Iemand in het vorige verhaal die daar gewerkt heeft, heeft daar duidelijk andere ervaringen mee en dat klopt ook wel. Het hangt n.l helemaal af wie of wat je krijgt.

    In de bijstand heb je het z.g. de granieten bak, d.w.z daar zitten de hopelozen, chronisch zieken, mensen die zijn afgekeurd of om wel psychische redenen of omdat ze verslavingsproblemen hebben. Daar wil de sociale dienst zich ook ontfermen hetzij dat de clientele uit huis komt een paar uurtjes per week, het zij dat ze nog contact hebben. Niet iedere sociale dienst is slecht, maar proberen met de middelen die ze hebben, te roeien met de riemen die ze hebben.

    Een re-integratie bureau wordt aangetrokken niet alleen uit oogpunt omdat het goedkoop is, maar om mensen aan een baan te krijgen. Dat het in de praktijk anders uitloopt, is een ander verhaal maar niet altijd zijn er machtsbelusten, maar ook kleine bureautjes die wel graag hun handen uit de mouwen steken en graag de cliënt willen helpen. In de regel is dat bijna geen ambtenaar de wet kent, maar die variabel gebruikt. De cliënt al murw wil geen gelazer en wil vaak ook zelf niet kijken wat wel en niet kan.

    Het probleem snijdt aan 2 kanten en ik neem het op voor apekool die hier onder vuur lag, want de praktijk is heel verschillend. Alles hangt samen met medewerkers die wel ervaring hebben en wel goed kunnen samenwerken met een cliënt.

  5. @#4 dank je.
    Dat het niet overal zo gaat geloof ik ook wel, ik heb hier in onze regio gelukkig niet zulke geluiden gehoord.
    Wat ik in het artikel lees heeft weinig meer met re-integratie te maken.

  6. @4 en @5

    Het punt is dat de pretentie van reïntegratie vaak niet eens meer bestaat. Al helemaal niet sinds de gemeente sinds 1 januari jl. een tegenprestatie mag eisen voor het verstrekken van een bijstandsuitkering. Vorig jaar overwoog de inmiddels naar het Rotterdamse verhuisde wethouder Marco Florijn zelfs i Leeuwarden een tegenprestatie te eisen voor het verstrekken van WMO-voorzieningen.

    In sommige gemeenten vindt inmiddels een verdringing plaats van mensen uit de sociale werkvoorziening door uitkeringsgerechtigden. In Leeuwarden circuleert nu een voorstel het groenonderhoud in sommige wijken uit te laten voeren door bijstandsgerechtigden uit dezelfde wijk. Met behoud van uitkering. Voor hun eigen bestwil, uiteraard. Komen ze ook weer eens onder de mensen, en zo. Tot op heden is datzelfde groenonderhoud in handen van mensen van de sociale werkvoorziening. De WSW-instelling die dat uitvoert, verkeert in ernstige financiële problemen en moet door de deelnemende gemeenten financieel op de been worden gehouden.

    De verleiding is voor gemeenten wel érg groot onder het mom van van alles en nog wat al die dure werkzaamheden voortaan goedkoop uit te laten voeren door uitkeringsgerechtigden.

    Overigens zal het niet ophouden bij uitkeringsgerechtigden. Gezien het voornemen van Florijn waar ik hierboven naar verwees, is de tendens dat gemeenten voor diensten die ze verlenen (bijv. de WMO), in de toekomst tegenprestaties zullen gaan eisen.

    Leiden mag dan een vrij grof voorbeeld zijn, het is allesbehalve uniek.

  7. Deze grap zou een gemeente mij niet moeten flikken, anders zou ik zo voor een ton schade op de werkplek aanrichten…niet “opzettelijk” natuurlijk!

  8. …bovendien druist dit in tegen allerlei wettelijke bepalingen omtrent arbeid en zeker ook tegen europese wetgeving. Tot slot lijkt het er op, dat er door gemeente en leiders strafrechtelijke feiten worden begaan.
    Ik zou de slachtoffers van dit soort neo-nazi praktijken adviseren een advocaat in de arm te nemen die vervolgens aangifte kan doen!

  9. @6 Volgens mij is Leiden inderdaad allesbehalve uniek. Maar als je echt gaat kijken wat verschillende re-integratie bureau’s doen zal Leiden hier zeker niet met kop en schouders bovenuit steken.

  10. Nee Leiden is niet uniek,
    In onze gemeente wordt er inmiddels met behoud van uitkering gewerkt in een hotel, bij de action, als grondwerker, bij de SW bedrijven.kortom diverse reguliere banen. Alleen zonder regulier loon, zonder arbeidsovereenkomst. Onder dwang en intimidatie.
    Verdringing? Nee hoor. Onder het mom van zelfrespect verkrijgen ,werkervaring opdoen, opstapje naar regulier werk, duwtje in de rug klopt de dienst sociale zaken zich ook nog eens op de borst omdat ze deze mensen die afgeschilderd worden als mensen die permanent ondersteuning nodig hebben HELPEN….
    pfffffff

Reacties zijn gesloten.