Ook in theologenland voltrekt zich de scheiding der geesten. Langs dezelfde breuklijnen als die in de rest van de Nederlandse samenleving. Een deel van de godgeleerden is zich bewust van hun eigen privileges – als man, als witte man of vrouw, als mensen met een hoge opleiding. In interviews, bijdragen aan opiniepagina’s en weekendbijlagen, en in eigen publicaties spreken zij zich uit over hun eigen geprivilegieerde positie.
De zojuist afgezwaaide Theologe des Vaderlands, Janneke Stegeman, is een van hen. Zij vertolkt op scherpzinnige wijze de eigen maatschappelijke positie en steunt die individuen en groepen die deze positie aan de kaak stellen. “Geloven is gevaarlijk: het is kritisch op de bestaande orde, het is grensoverschrijdend en radicaal”, schrijft Stegeman in haar pamflet “Alles moet anders! – bevrijdingstheologie voor witte Nederlanders”. “Wie gelooft, wil de wereld anders: menselijker, gelijkwaardiger en rechtvaardiger.” Ze citeert ook Nawal Mustafa, juriste, Somalisch-Nederlandse en moslima die in een lezing zei: “Voor mij is het persoonlijke altijd politiek. Mijn lichaam is niet van mij. Het is van degenen die me bekritiseren omdat ik zichtbaar islamitisch ben… De bepaaldheid van het niet-witte lichaam is cruciaal geweest in debatten over identiteit en burgerschap… Ik denk dat het tijd is om de blik te richten op het witte lichaam en zijn context.” Theologie mag niet neutraal zijn, maar is geëngageerd en neemt stelling tegen racisme, uitbuiting en uitsluiting.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: Doorbraak