Het dode paard dat liberalisme wordt genoemd

Nog jaren na de bezetting heeft Den Haag een station Den Haag SS gehad. De SS stond voor Staatsspoor. Misschien was die afkorting op den duur voor de heersende machten akeliger dan de associatie die de dubbele s bij beschaafde mensen oproept tegenwoordig. Staatsspoor! Het idee!

H.P.G. Quack, schrijver van het zesdelige standaardwerk De socialisten – niet bij benadering geëvenaard in Nederland sindsdien – en door mij gekoesterd berichtgever over vroege, over het hoofd geziene stromingen in Nederland – was oprichter van de maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen. Een particuliere maatschappij die haar eigen nationalisatie als hoofddoel had – eenvoudigweg omdat het onzin is te denken dat er zoiets als “concurrentie op het spoor” mogelijk of wenselijk is. Quack zweefde politiek tussen het saint-simonisme (een door Marx als “wetenschappelijk” overwonnen gezien “utopisch-socialistisch” streven) en het liberalisme, hij identificeerde zich niet met “het socialisme”.
Het heeft nog lang geduurd voordat de Staatsspoorwegen daadwerkelijk genationaliseerd werden, Quack heeft het niet meer meegemaakt.

Straatverlichting, drinkwatervoorziening, gezondheidszorg (Aletta Jacobs, zegt de naam u iets?) – ja dus ook “vrouwenemancipatie” – openbaar vervoer als nutsvoorziening, volksonderwijs, volksvoedselvoorziening, volksgezondheidszorg – het zijn allemaal liberale ideeën en inspanningen geweest. “Paternalistisch” heet het op de omslag van een boek dat mij verlokkend aankijkt aan mijn rechterhand – een biografie van Arnold Kerdijk door een achterkleinzoon. Misschien ligt daar het grootste verschil tussen het oorspronkelijk socialistisch streven en het liberalisme: socialisten willen het algemeen welzijn “van onderop” bevorderen, mede in de overtuiging dat dit niet samengaat met particulier bezit van productiemiddelen. En zo beschouwd is het allang afgelopen met socialisme en liberalisme – in Nederland en elders. Van het anarchisme, dat een synthese van beide is, wordt gezegd “dat die wereld niet gekomen is” volgens een dezer dagen populair boek. Daarover alleen nu dit: die wereld komt er per definitie niet, het streven is alles, het doel niets. De horizon wijkt altijd, en daar ligt het doel van “het anarchisme”. Maar dit terzijde.

Lees de bovengegeven link over Kerdijk en verwonder u. Het artikel is een lemma in het Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland. Sommige liberalen hebben het gewoon “verdiend” daar in voor te komen.

Hoe komt het toch dat mensen het interessant vinden zich nu nog “liberaal” te noemen terwijl alles wat zij nastreven het tegendeel is van het liberalisme? VVD-er van huis uit Wilders noemt een van zijn stichtingen naar On liberty van J.S. Mill, alsof liberalisme iets voor hem zou kunnen betekenen. Hij zal het boek zelfs nooit gelezen hebben. Ook degenen die zich dezer dagen sociaal-liberalen noemen hebben geen enkele boodschap aan het liberalisme zoals het was en zoals het niet meer leeft. Hoe zit dit?

Er is maar een conclusie dienaangaande mogelijk. Het klopt niet dat “all -isms are wasms”, een bon mot waarvan de herkomst al onduidelijk is, maar “liberalisme” was al voorbij in het begin van de twintigste eeuw. Het is merkwaardig dat partijen die alleen hun eigen voortbestaan als programmapunt hebben – de VVD, D66, GroenLinks – dit dode paard aan het voortzwepen zijn (ik vind de Engelse uitdrukking te mooi om ongebruikt te laten). Maar laat u niet bedotten.
Kerdijk was liberaal, Halsema is het niet. Rutte ook niet. Pechtold niet. Wilders niet (maar dat dacht u al).

10 gedachten over “Het dode paard dat liberalisme wordt genoemd”

  1. Dank voor deze bijdrage, het noemen van het zesdelige standaardwerk – De socialisten en de link.
    Weer wat geleerd.

  2. Aletta Jacobs had haar beurs trouwens te danken aan Thorbecke, die veel meer sociaal bewogen was dan hij altijd wordt afgeschilderd. En Kerdijk ken ik uit de IISG-biografie van Emilie Knappert, wier naam voortleeft als stichtster van het welzijnswerk. Knappert, eerder een christendemocraat (hoewel ze zich gaandeweg wel als socialistisch zag), richtte in 1899 samen met H.L. Temme (a.k.a. H.L. Drucker, halfbroer van Wilhelmina D. – maar liberaal in hart en nieren) en de meer anarchistisch ingestelde D.A. van Eck het Leidse Volkshuis op. (Allen zijn terug te vinden in de eregalerij van IISG.nl.)

    Anyway, die Temme (oftewel Drucker) was ook zo’n liberaal zoals je ze niet meer ziet tegenwoordig. Hij zou, als hij toen nog zou hebben geleefd, later vast aansluiting bij de PvdA hebben gevonden. (De al te linkse Van Eck daarentegen werd bij de SDAP min of meer weggekeken.)

    Maar, is het niet zo dat de kentering pas later, na de oorlog, is ingezet? (I.p.v., zoals jij stelt, begin 20e eeuw – waar baseer je dat op?) Het is op zich logisch dat, doordat socialisten en liberalen zo naar elkaar toegroeiden dat ze zijn gefuseerd, het Nl. liberalisme zich vervolgens gericht heeft op de ‘niche’ die hen restte – met als gevolg een wat eenzijdige opvatting over vrijheid. J.S. Mill verzuimde in ‘On Liberty’ om onderscheid te maken tussen positieve en negatieve vrijheid (‘vrijheid tot’ en ‘vrijheid van’), waardoor hij voor VVD-ers nog steeds een aantrekkelijke kapstok is. Maar je hoeft maar te kijken naar de aanvallen van VVD-ers op het EVRM – behalve als het om hun vrijheid van meningsuiting gaat – om de beperktheid van hun opvatting te zien.

  3. @5
    In feite zou men de sociaal-democraten als vaandeldrager van het liberalisme van negentiende-eeuwers en vroeg-twintigste-eeuwers kunnen zien. Het was dan ook consequent om te fuseren in 1946.
    Onder Wiegel is de VVD de club van brallende leeghoofden geworden die ze nog steeds of meer dan ooit zijn. Regenten als Toxopeüs en Geertsema waren nog wel als liberaal te beschouwen min of meer.

  4. Vroeger zeiden we als arbeider onderling al tegen-mekaar….en met vroeger bedoel ik zo’n 30a 40 jaar geleden
    de vvd is de partij van de rijken.

    Wil niet zeggen dat onder de zich noemende ”socialistische ” partijen ook geen rijken zijn.

  5. #9
    vroeger noemde men de PvdA Party voor dominees en advocaten.
    overigens kunnen de Kunduzgroenen en VVDers samen in een pan, zachtjes koken, alhoewel het eindproduct halfgaar blyft.

Reacties zijn gesloten.