Gisteren staakten docenten in het basisonderwijs voor hoger loon en voor maatregelen tegen de hoge werkdruk. Gangmaker van de staking was de organisatie PO in Actie, en er deden tienduizenden docenten mee, “een meerderheid van de leerkrachten op basisscholen”, aldus de Algemene Onderwijsbond AOb. Die betuigde zich “tevreden”: “Negentig procent van alle leraren op basisscholen zou hebben meegedaan”.
Steun en deelname door docenten was dus groot. Gezien de eisen is dat ook logisch en terecht. Het gaat dus om loon: docenten in het basisonderwijs zien dat ze een stuk minder krijgen dan docenten in andere onderwijsvorm. Unfair, vinden ze, en geef ze maar eens ongelijk. Docenten willen ook extra gekld om iets aan de hoge werkdruk te doen, door meer mensen voor de klas bijvoorbeeld, en zodat kleinere klassen mogelijk worden. Ook daarin staan docenten in hun recht. Ze eisen er daarom 1,4 miljard euro.
De regering komt echter slechts met de helft, en wil een deel van dat toegekende geld niet meteen inzetten ook. Eerst maar eens invullen hoe dat geld dan besteed moet worden, is het devies van minister Slob . Docenten dreigen dus afgescheept worden met half geld waarvan ze vooralsnog ook nog maar een deel te zien krijgen. Docenten nemen er geen genoegen mee. Vandaar dat ze na een eerdere staking gisteren opnieuw op grote schaal het werk neerlegden.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: ravotr