“Die mens ben ik”

Dat de Middellandse Zee al jaren een vluchtroute is zou bekend kunnen zijn. Er zijn van die ongelooflijke foto’s (die helaas niet geënsceneerd zijn) van een dode mens, deken over het lijk en vakantievierende bleke (“witte”, “blanke”) mensen die met een ongemakkelijke blik lijken te doen alsof het bij de strandervaring hoort. Er zijn ook plaatsen op zee waar vissers ontraden wordt hun netten uit te werpen omdat de kans te groot is dat er een mens in terechtkomt. De Spaanse enclaves op de Marokkaanse noordkust, Melilla en Ceúta, worden regelmatig “bestormd” door mensen die de tocht door de woestijn hebben gemaakt en nu op Afrikaanse bodem voor de poort van Europa staan. En de overtocht naar die andere Europese voorpost, met Ceúta de eerste koloniale verovering vanuit Europa op Afrika en daarmee op de wereld die door die kolonisering gekleurd werd, de Canarische Eilanden – een overtocht die gevaarlijker is nog dan over de Middellandse Zee. Het is geen “nieuws” – het is structuur, geen evenement, om het in historische termen uit te drukken.

Waarom DE foto de werkelijkheid van die dagelijkse vluchtpogingen nu juist tot noordelijk Europa doet doordringen is een raadsel. Is het omdat het verdronken jongetje net zo goed met een schepje aan de zeekant had kunnen staan, de herkenbaarheid van de plaats en het tegendeel van een dagje naar het strand dat er in tot uiting komt? Want er zijn zoveel en aanzienlijk gruwelijker beelden langsgekomen, die in de Nederlandse opinie-industrie met een toegejuichte kwalificatie “dobbernegers” werden afgedaan. En nog – afgezien van de naam van het jongetje, die verhaspeld wordt, hij heet Alan en dat is niet de gelijkvormige Schotse naam – wordt er campagne gevoerd door degenen die voortgezette koloniale belangen vertegenwoordigen. Het couponnetjesknippersblad Elsevier, ooit toch nog wat beschaafder, voorop.
220px-Starved_girl
De beelden van vluchtelingen op stations en langs de weg in Hongarije roepen ook niet de reactie op die de opiniefabrikanten zouden willen zien. In Hongarije is de beïnvloeding wel heel duidelijk door de overheid gestuurd, en mislukt. Ik denk met ontroering aan de mensen die met kartonnetjes “welkom” (ook in Arabische letters) stonden of zich excuseerden voor het regime met hetzelfde veelzeggende medium, of de velen die aan de kant van de weg met waterflessen en andere benodigdheden klaarstonden (of staan, in beide gevallen). Menselijkheid is er niet zomaar uit te slaan ook al wil de Macht dit graag. Niet bij iedereen in elk geval. Ook niet in Nederland, waar de “professionals” vinden dat ze op de rem moeten gaan staan.

“Gij zijt dat”. Wie is uw naaste? Het zijn niet voor niets de centrale punten van geloof, die eenmaal gegoten in het keurslijf van godsdienst, misbruikt kunnen worden voor liegen en draaien en sjoemelen, iets waar de SGP klein mee zal blijven. Het vergt geen grote woorden. Ik denk terug aan het medeleven dat op gang kwam na de val van het regime in Roemenië, op de grens van 1989 en 1990 en waar Weldenkende Mensen ook al minachtend over deden. En mijn eigen politieke vuurdoop, lang geleden intussen maar niet vergeten: de instorting van Biafra en hoe Opinievormend Nederland er op reageerde (“Zielige negerkindertjes doen het lekker op televisie maar wij weten beter”). Er zijn altijd genoeg mensen die in staat zijn in De Ander zichzelf te herkennen. Geen Orbán, Elsevier of Piet Grijs zal daar iets aan afdoen.