De subcultuur uit

Subculturalisme, een reactie op de stukken van Tommy Ryan

Tommy Ryan uit het bezwaar, dat de moderne radicaal-linkse beweging, verzandt in een scene. Als het goed is, heeft ook Bookchin zich hiermee bezig gehouden. Het fenomeen van het lifestyle anarchisme, zo beschrijft Bookchin het. De hipster anarchist, een eerste wereldfenomeen.

Ik kan mij goed vinden in Ryans irritaties. Als arbeidersstrijd een manier is om jezelf te beschermen, dan doet subculturalisme dat teniet, dan steekt subculturalisme spaken in de wielen. Zie het als anti-reclame. Ik denk bijvoorbeeld, dat punk niets heeft bijgedragen aan het anarchisme. Een dronken punk op straat, lallend, vrouwen lastig vallend, zelfdestructie uitademend. Anarchisme is juist een positieve kracht, niet een zelfdestructieve. Arbeiders uit de negentiende eeuw konden zich écht geen drank veroorloven, laat staan speed. Als een punk stoer aan het doen is, dan heb ik dat liever niet, met een (A) op zijn/haar leren jas. Je maakt alles kapot, verpest onze naam. Anarchisme, dat is Jan in de fabriek, die met kameraden een staking organiseert en geen centimeter aan ruimte geeft aan de bazen/politie. Anarchisme, dat is niet Mike, die bij het punkconcert bier over je heen gooit. Dat laatste is, precies als Ryan zegt, een neoliberale uitwas. Idoolverering, groepsvorming en de vermeende ‘uniciteit’. Een anarchist is in theorie ook solidair met een soul-/funkfan en met een houseliefhebber en met een christelijke arbeider en met een Marokkaan die schoenen verzamelt en met een Surinaamse skater en met een medewerker van de Pearl, in Apeldoorn. Anarchisme is er niet alleen voor ‘de alternatievelingen’, wat dat ook mag zijn. Want uiteindelijk zijn we allemaal een alternatief, we zijn immers allemaal uniek.

Anarchisme is er niet alleen voor ‘de alternatievelingen’

Toen ik wat jonger was, kwam ik voor het eerst in aanraking met anarchisme, via de krakende, drugsgebruikende randfiguren in Den Haag. Een kennis van een kennis van een kennis ging eens naar een ‘Tekno’ feestje. Ik ging mee. En ik had meteen een heel naargeestig gevoel bij het gebeuren. Het misbruik van middelen, de verslaving en het aanstellerige, quasi-engagement. Ik geloofde niets van die mensen. Hun zogenaamd ‘anarchistische’ levensstijl, hun overmatige drugsgebruik, hun ‘kunst’ en hun algehele, complete verwaarlozing. Ruzie zoeken met politie, ook als daar helemaal geen aanleiding toe was en daarmee iedereen in gevaar brengend. Als dit anarchisme is, dacht ik, dan ben ik dus geen anarchist. Ik uit mij niet permanent agressief en ik woon niet in een drugspand, waar aan elkaar gekoekte matrassen op de grond liggen, waar al die ‘anarchisten’ liggen, hun drugsroes uitslapend. Kapotte knuffels, ondergezeken dekens en een lekkend dak. Camouflagenetten aan het plafond, keiharde, nare bonkmuziek en omcirkelde A’s op de muur getekend. Wow, anarchisme is dus ècht verschrikkelijk, dacht ik. En zo uitte de mensen zich in Den Haag ook. Ik kan mij een PvdA-meisje herinneren: “ik haat krakers”. En ja, geef haar eens ongelijk. Dit vond ik toen al jammer, omdat ik juist zo’n sympathie voor het fenomeen kraken op zichzelf had. Kraken is kraakhelder, waarom moeten dat soort aanstellers, de kraakwereld representeren?

Voor de komende jaren was mijn interesse in anarchisme verdwenen. In mijn brein was het geordend naast drug abuse, geweld en identiteitscrisis.

Vele jaren later kwam ik in contact met libertarisme. Dit sprak mij toen aan. Het presenteerde zich toegankelijk, had geen pretenties, was niet gebonden aan een of andere ‘levensstijl’. Het gaf gewoon een reeks aan ideeën weer en je kon het omarmen of niet. Hun site was blauw met wit en hierop stonden gewoon de partijpunten. Geen gedoe met ‘geheimzinnige’ scenes, verboden raves of andere muziekellende. Geen vuile blikken als je hanenkam de verkeerde kleur had of als er geen gat in je bloes zat. Kortom, voor de iets intelligentere mensen, vele malen toegankelijker. Dit zijn de punten, doe ermee wat je wilt. Voor toen gaf dat mij iets om op te kauwen, iets om uit te pluizen.

Al snel viel mij op, dat deze punten niet sluitend zijn. Onbewust werd ik linkser. Langzaam werd ik dus een ‘linkse libertariër’, kortom, een anarchist. Ook kwam ik erachter dat rechts libertarisme, eigenlijk een verbastering is van individueel anarchisme. Wat weer een subfactie is van het Europese sociaal anarchisme en een ietwat meer individuele focus heeft.

Maar anarchisme, waar is de punk dan? Waar zijn de tattoo’s, waar zijn de raves, waar is de speed? Dan moet je toch geen tanden meer hebben en met witte verf op je jasje schilderen om je moeder te shockeren?

Ik kocht boeken van Bakoenin, Kropotkin, Malatesta, Proudhon etc., en heb ze allemaal in een zucht gelezen. Dit snijdt gewoon hout. Dit vult de gaten op, die in libertarisme zitten. Dit is vele malen meer genuanceerder dan dat liberalisme/libertarisme. Dit terwijl libertarisme zich genuanceerd en weloverwogen positioneert. De rollen zijn omgekeerd.

Een ander voorbeeld

We hadden geen huizen, niemand had een huis, ook mijn ‘normie’ vrienden niet. En met ‘normie’ wordt dan bedoeld, iets van ‘gematigd links/liberaal’. Normie is een ietwat gemene internetterm. Ik ging met mijn normie vriend een kraakspreekuur bezoeken. Hij had geen zin meer in een huur van achthonderd en voelde wel iets voor kraken, omdat het gratis is. Uiteraard gewoon een legitieme reden. Nee, je wilt de wereld nog niet omvormen tot de tuinen van Eden, nee, je hebt geen grote pretenties, je wilt slechts een dak boven je hoofd, zo goedkoop mogelijk. Dat is wat mij betreft een legitiem, zuiver egoïsme, zonder opsmuk en wat mij betreft, genoeg om anarchisme te bedrijven.

De mevrouw van het kraakspreekuur, die het spreekuur begeleidde en duidelijk kniediep in de Amsterdamse ‘alternatieve’ scene zat, was hier niet van gediend. Alleen maar willen wonen, dat is niet genoeg, was de strekking van het betoog. Wat moet ik dan nog meer doen? Waar gaat kraken dan nog meer over? Ja, het ging ook om woonrecht en activisme. Wat mij betreft is burgerlijk ongehoorzaam egoïsme al een onbewuste vorm van activisme. Een sluimerend anarchisme, waar men zelf niet eens erg in heeft.

Anarchisme heeft nooit iets kunnen beloven, het heeft mensen slechts handvatten gegeven, om situaties in het hier en nu te verbeteren. Anarchisme is wat mij betreft niet ‘de wereld redden’, maar voornamelijk het leven van je mensen en van jezelf veilig stellen en verdedigen.
Want stel, mijn ‘normies’ nemen huizen, vanuit hun egocentrische visie, en stel dat ze daarmee de wet verwerpen. Dan hebben we een enorm potentieel aan nieuwe aanwas. Iets wat we bij een code rood al zien gebeuren. Zevenhonderd mensen die burgerlijk ongehoorzaam zijn en niet alleen maar de standaard twintig ‘alternatievelingen’, die elkaar allemaal al dertig jaar kennen.

Mijn vriend vroeg aan mij, achteraf, na het spreekuur, waarom zien die mensen er allemaal ‘zo’ uit ? Met ‘zo’ begreep ik eerlijk gezegd wel wat hij bedoelde. Zwarte tunnels in je oren, scheuren in je jas, dreads, het is een stijltje.

Mijn antwoord : Iedereen mag zich kleden zoals hij/zij wilt. Wat mij betreft draag je een roze tuinbroek, wat mij betreft draag je een tijgerstring, wat mij betreft draag je warpaint. Aan de ene kant is dit waar, aan de andere kant is het complexer. Want als ik een zwart/rode vlag draag, dan ben ik ook een verlengstuk van een beweging. Ik sta dan symbool voor een beweging en mijn gedrag, straalt af op die beweging. Zie ik er verzorgd uit, is mijn haar op zijn minst gewassen en zijn mijn kleren niet stuk, dan neemt men mij meer serieus. Ook als jij dat arbitrair vindt, het is wel hoe het werkt. En als ze mij serieuzer nemen, nemen ze mijn anarchisme ook serieuzer en dat straalt dan weer af op anderen. Kortom, het is ook een kwestie van solidariteit. Als je weet, dat bepaalde zaken de beweging goed doen, doe ze dan. Wat is er belangrijker, jouw identiteit, of de werkende klasse, de beweging ? Wat is er belangrijker, dat men jou ziet als ‘een anarcho punk’, of dat men luistert naar je ideeën?

Er woekerde een klein vonkje anarchie in deze jonge heer, maar dit is niet opgelaaid, eerder gedoofd, nadat hij met ‘de scene’ in contact kwam. Leer eerst maar wat andere ‘alternatievelingen’ kennen, zorg dat je zoals wij bent en niet als ‘zij’. Een wij/zij denken, dus eigenlijk een neoliberalisme.

Een laatste voorbeeld

Een sociaal-democraat, een ‘normie’ stelt een vraag op YouTube over anarchisme, onder een filmpje over het anarchisme. De standaardvragen komen naar voren, die je stelt als je het spelletje van de anarchie nog niet zo kent. Een reactie hierop, van een ‘anarchist’ was: sociaal-democraten moeten ook tegen de muur! Het resultaat, weer een potentiële kameraad vervreemd, met je jongetjesgedrag. Weer antireclame gemaakt, en waarom? Je gaat niet namens het anarchisme mensen met de dood bedreigen, als die mensen geen openlijke neonazi’s zijn. Waarom niet? Omdat je daarmee de beweging belachelijk maakt. Want je representeert mij ook, met je zwart/rood.

De scene denkt de AIVD buiten te houden, als ze paranoïde en besloten doen. Maar dit is totale onzin, want AIVD-infiltranten zitten juist als ze infiltreren héél diep in de scene. Als ze in de beweging zitten, dan zijn ze getrouwd met een of andere anarcho-alfa moeder en hebben ze daar drie kinderen mee. Dit hebben we gezien in Duitsland. Een ‘normaal’ joch, dat geen scheuren in zijn broek heeft en zijn haar wast, kan net zo goed de AIVD zijn, zoals Ome Anarcho Bob, die al dertig jaar ‘actie voert’

Als je mijn betoog begrijpt, of doorvoelt, dan komen we bij een volgend obstakel. Als ik gelijk heb, wat is dan de oplossing ? Mensen brieven sturen, namens de vrije bond, dat ze er niet scene-achtig uit moeten zien ? Nee, natuurlijk niet.

Waar komt het vandaan ?

Je màg natuurlijk dragen wat je wilt. Scene-vorming is ook begrijpelijk. De tijden zijn zwaar en bedreigend. Mensen klonteren samen, vormen ‘community’s’. Hierin spiegelt Europa de laatste jaren Amerika. Neoliberalisme maakt de eenling kwetsbaar. Mensen verkeren in nood en zijn afhankelijk van hun ‘community’. De roedel, de groep.Maar een politieke doctrine, is meer dan een neoliberaal afweermechanisme. Het is meer dan een overlevingsstrategie, voor mensen die binnen het neoliberalisme moeten overleven. Zo horen we Amerikanen ook vaak over ‘my community’. Deze community is zelfreinigend, doet aan sociale controle en beschermd haar leden, letterlijk en figuurlijk, maar ‘de community’, is ook afkeurend tegenover andere ‘community’s’

Dat je graag een scene om je heen verzameld, is ook geen bezwaar naar jou toe. Je bent niet ‘slecht’, als je zo functioneert. Ik begrijp je handelen.
Wel zie ik dat het de anarchistische beweging doet vastzitten. Het maakt ons makkelijk te framen. We zouden naar mijn mening meer ongrijpbaar moeten zijn. Het moet niet makkelijk zijn, om ons af te doen als een bepaalde levensstijl. Socialisme en communisme heeft die last minder. Ondanks dat een SP èrg autoritaire trekken heeft weet het wel een breed publiek aan te trekken en vertoont het minder subculturele trekken. Net als dat een communistische partij, in een Europees land als Zweden, minder geassocieerd wordt met ‘punk’, of iets dergelijks. Nee, het gaat over marxisme, over klassenstrijd, over revolutie, voorhoede, etcetera, het gaat niet over een of andere jongeren-muziekcultuur. Dat laatste is immers geheel irrelevant. Wat mij betreft luister je salsa, wat mij betreft zit je in een boyband.

Neoliberalisme maakt de eenling kwetsbaar.

Als we willen groeien, moeten we ook aan onze esthetiek denken. We moeten als een soort reclamebureau denken. Waarom? Deze tijden zijn snel en beeldgericht. Veel jongeren lezen niet eens meer. Een anarchistische omroep, voor de PL, moet er professioneel uit zien, neutraal en iedereen aanspreken. Zo had de PL een schreeuwend mannetje op een van de posters, ik geloof de poster van 2011, met een brullende jongeman met zwarte tunnels (zwarte ronde ringen, van plastic) in de oren. Ja, daarmee spreek je de scene aan en sluit je de negenennegentig procent van de andere mensen uit. Wij doen anarchisme, wij zijn schreeuwende, twintigjarige mannen, met stoere oorpiercing ‘body modificatie’ sieraden en baarden.

Beoordeel een boek niet op haar cover. Ja, dat doen mensen dus wél. Daarom moet je als je een boek schrijft zorgen dat je op zijn minst een pakkende cover hebt. Een Harry Potter-serie wist dit. En het een sluit het ander ook niet uit. Een goede cover hoeft nog geen slechte inhoud te betekenen. In een door beeldcultuur gedomineerde maatschappij moet men het visuele aspect zéker niet aan de kant schuiven.

Wat bedrijven goed doen en wat het neoliberalisme goed gedaan heeft, is dat het de meest belachelijke ideeën aantrekkelijk gemaakt heeft. Hoe doen bedrijven dat? Niet zozeer via de inhoud, maar grotendeels ook voortbordurend op een beeldcultuur, op een bevolking die gevoelig is voor esthetiek en non-verbale communicatie. Een poster, met precies de punten van het anarchisme, zonder schreeuwerig ‘punk’ mannetje op de voorkant zegt zoveel meer. Bedrijven huren reclamebureaus in en pluizen dit in zijn geheel uit. Moeten wij dat dan ook? Nee, natuurlijk niet, we moeten alleen niet doen alsof het allemaal irrelevant is. Andere linkse bewegingen denken óók aan hun presentatie. Als Roemer voor de Kamer spreekt heeft hij ook geen mayonaisevlek op zijn jasje. Waarom niet, het gaat toch alleen maar om het innerlijk, presentatie is toch neo-liberaal, reactionair ? Ja en we anticiperen dus op het neoliberalisme, we ontkennen het niet maar gewoon. We kunnen er niet ‘gewoon uit stappen’. Als Durutti in Spanje, namens de anarchistische FAI/CNT moest spreken, dan hesen ze hem in een pak en schoor hij zijn baard. Maar wat heeft dat met anarchisme te maken ? Het maakt dat mensen vijftig procent meer respect voor hem hadden. Maar dat is arbitrair! Dat doet er niet toe, het is ook irrationeel, maar de wereld werkt niet altijd rationeel. Als bepaalde aspecten in de wereld irrationeel zijn, wil dat nog niet zeggen dat ze maar genegeerd moeten worden. We leven toch in neoliberalisme en de meeste segmenten van de arbeidersklasse zijn sterk beïnvloed door neoliberalisme. Spelen wij hier niet op in, dan zorgen wij alleen maar voor opgeheven wenkbrauwen en voor een wig tussen onszelf en de arbeidersklasse. We bereiken dan niet, we ageren. En we zijn veel te klein, om überhaupt op die manier te kunnen ageren. Tien punks, die heel hard ‘ageren’ en dat uiten in hun levensstijl, zijn een tandeloze tijger. Zeventig arbeiders, die de machine saboteren, dat vinden de bazen al véél minder leuk.

Zoals Proudhon het zei en dat is iets wat het huidige anarchisme niet helemaal snapt : Je kan het heden niet ontkennen. Je kan mensen niet met wortel en al uit het heden en verleden trekken. Je moet erkennen, dat deze wereld met bepaalde wetmatigheden functioneert. Wat niet wilt zeggen dat je ze erkent. Je speelt er alleen wel op in.

Zeventig arbeiders, die de machine saboteren, dat vinden de bazen al véél minder leuk.

Postmodernisme van nu, zogenaamd ‘post-anarchisme’ leidt tot versnippering, ontoegankelijkheid, vervreemding met de arbeider en middenklasse en net als het neoliberalisme, individualistisch reformisme. Als de bazen ons uit elkaar drijven, in de zin van, jij bent ‘dit’ en jij bent ‘dat’, dan kunnen ze ons makkelijk isoleren en ons een voor een oppeuzelen. Als we vele lijntjes hebben tot elkander, is dit niet het geval. Het kapitaal heeft baat bij een door zichzelf geobsedeerde bevolking, die elkaar uit het oog verliest en naar het leven staat. Ook sociale media spelen hierin een rol. Sociale media maken eilandjes van eenieder, eilandjes, die de samenhang uit het oog verloren zijn. En het alternatief is niet dat we een Stalinistische eenheidsworst worden. Nee, zolang libertaire modellen van organisatie gehanteerd worden, zal de mens nooit een homogene massa worden. Massa’s, zoals we die onder het maoïsme en fascisme zagen.

Zo moeten we niet vergeten: in de negentiende eeuw was anarchisme écht een maatschappelijk fenomeen. Dat gaf het vleugels. Het feit dat het zich open stelde, en dat een christelijke boer uit Aragon, die niets wist van anarchisme, niet per definitie de vijand was maar mee mocht doen in de collectieven. Nu zou deze boer, een ‘cisgender’ genoemd worden, die aan ‘whitesplaining’ doet, of wat dan ook.

Ik wil dat een zwarte R&B fan, uit de Bijlmer, in ieder geval óók weet, wat anarchisme is en te bieden heeft. Ik wil dat de christen uit Apeldoorn en de voetbal supporter uit Dordrecht, ook weet wat anarcho-collectivisme is en waarom dat is. Ik wil dat de vrije bond, niet onder doet voor de SP, of het FNV.