De revolutie van Pelle van Conny Braam beschrijft in de eerste persoon twee generaties vrouwelijke voorzaten van de schrijfster: haar oma, wier achternaam Pelle was, haar moeder Grada (Braam-Pelle). Tenslotte de schrijfster zelf. Oma groeit op in de plaats die zijn bestaan dankt aan het graven van het Noordzeekanaal, IJmuiden, en de arbeiderswijken eromheen. Het idee eind negentiende eeuw was er een mondaine badplaats van te maken, een idee dat laat in de vorige eeuw ook nog even opkwam. Blijkbaar was men de rook van de Hoogovens, nu hardnekkig Tata Steel genoemd, even vergeten – tot ver in het Noordhollands Duinreservaat is de rook van de schoorstenen te zien, met de bron van de rook er bij. En aan het strand in ieder geval tot Egmond, bij helder weer. IJmuiden, proletarisch oord bij uitstek dus, de bewoners kwamen overal vandaan, voordat de Hoogovens er waren.
Braam moet zich wel inleven in haar oma, die tot ver in het boek – ook in haar leven – een rol speelt. Oma Keet ontmoet revolutionairen, sommige wonen boven het café dat haar vader uitbaat en dat een rol speelt bij de ontmoeting van socialisten/anarchisten laat in de negentiende eeuw. Zoals u kunt weten was het onderscheid niet scherp, hetgeen belichaamd werd door Ferdinand Domela Nieuwenhuis, die zelf ook meermalen in IJmuiden komt spreken. Oma blijft naar de beschrijving tot haar einde volgeling van Domela, en “dus” anarchist. Haar zoon Thijs wordt partijcommunist, en dat botst niet. Misschien heb je dat zo tussen moeder en zoon. Oma blijft bij haar bewondering voor Domela en bij haar eerste en enige echte liefde, een gevluchte Russische anarchist, wiens marionettentheater een rode draad in het verhaal vormt.
Dit is – vrees ik – het punt waarop ik bepaalde correcties meen te moeten aanbrengen op het verhaal, dat nu eenmaal verknoopt is met de Geschiedenis van Nederland in het algemeen en die van links van de sociaaldemocratie in het bijzonder. De “Socialistenbond” is niet zomaar tot stand gekomen, na de oprichting van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij werd de oorspronkelijke Sociaal-Democratische Bond verboden als genootschap met het plegen van misdaden als oogmerk. Die oprichting van de SDAP vond plaats in 1894. Domela zag tot zijn leedwezen in de loop van de jaren steeds meer oud-medestrijders ernaar overlopen. Veel toekomst had de Socialistenbond inmiddels ook niet, zeker nadat Domela voor het anarchisme gekozen had.
Het standbeeld van Domela op het Amsterdamse Nassauplein is bepaald niet onomstreden geweest in de anarchistische beweging, voorzover van belang te vermelden: dat is nog steeds het geval. Domela met geheven gebalde vuist, het klopt gewoon niet.
Inzake Spanje stonden anarchisten en partijcommunisten (stalinisten) al heel snel tegenover elkaar. Zou ronselaar voor de communistische Internationale Brigade Thijs helemaal geen conflict hebben gehad met zijn moeder de anarchiste over Spanje? Tja, het blijft in de familie…
Haar moeder Grada is minder politiek uitgesproken al is zij zeer gehecht aan haar broer Thijs. Ze wordt verliefd op een jongeman met een nette kantoorbaan die in de loop van de tijd steeds katholieker lijkt te worden. Overigens is dat katholicisme ook nogal aanwezig bij moeder Grada. De belangrijkste episode voor haar is de bezetting, ik ga er verder niets over vermelden om het verhaal niet weg te geven. Hoe het verder gaat tussen haar ouders blijft ongewis. Het verhaal springt over op de derde ik-persoon, de schrijfster zelf.
De Cubaanse revolutie, de burgerrechtenbeweging in de VS, de veroordeling van Mandela als terrorist, het bombarderen van Vietnam, het is het decor van het opgroeien van de schrijfster en het toenemen van haar weerzin tegen een school waarvoor ze niet gekozen heeft (middelbare meisjesschool, daarna “meisjes-hbs” – eerlijk gezegd had ik daar als tijdgenoot nog nooit van gehoord) en waarvan ze tenslotte wegloopt. Eind mei 1968 vlucht zij uit Arnhem waar zij is opgegroeid naar Amsterdam, waar de revolutie op haar moet wachten. Net als het voor deze lezer persoonlijk spannend wordt – want onze levenslijnen hebben elkaar gekruist, maar zeker niet in 1968 – houdt het op. Of daar nog een vervolg op komt?
De revolutie, van Keet Pelle, misschien van Grada Braam-Pelle en in ieder geval van Conny Braam, is dat de Grote Kladderadatsj waar ik zeker niet toevallig eerder over geschreven heb? Het is het proces dat de vrouwen zelf doormaken als getuigen en medestrijdsters in een beweging die al met al niet tot de grote omwenteling in politieke zin leidt. Al werd die wel verwacht tegen het einde van de negentiende eeuw. Dat geloof is weggeëbd met de beweging zelf, in feite.
En kom me maar niet met Mandela aan, de grote verzoener met het neoliberalisme – tja, hoe had hij anders uit de nor moeten komen? Maar hier verlaat ik het boek allang. Ik beveel het van harte aan.
– Conny Braam, De revolutie van Pelle. Amsterdam/Antwerpen: Augustus/Atlas Contact, 2023. 573p., €27,99 (die malle gruttersprijzen bij boeken mogen ze toch echt wel vergeten wat mij betreft).