Dit wordt ingewikkelde kost, die verkiezing van de Eerste Kamer. Dat doen wij als kiezers namelijk niet zelf, maar dat laten wij doen, door de nieuw verkozen leden van de 12 Provinciale Staten. Graag commentaar hierop, want misschien is dit wel helemaal niet duidelijk.
Deel I
Deze leden van de Provinciale Staten kiezen we op woensdag 2 maart. In de huidige twaalf Staten zitten in totaal 572 leden. Niet alle provincies hebben evenveel inwoners, en de grootte van de Staten varieert van 55, zoals in Zuid-Holland en Noord-Holland en Brabant, tot 43 in bijvoorbeeld Groningen, tot 39 in Flevoland. Andere provincies zitten daar weer tussen. In 2007 zijn deze aantallen leden van de Provinciale Staten vastgesteld. Het waren er eerst meer, maar dat vond iedereen te duur worden. Zie voor al deze zaken en cijfers deze link alhier.
Als ik het goed begrepen heb, zijn het er in de volgende periode ook weer 572. Deze op 2 maart verkozen personen gaan niet direct aan de slag. Dat duurt dan nog twee maanden. Maar op de middag van de dag dat zij hun plekken innemen, gaan zij als eerste beleidsdaad de leden van de Senaat kiezen. Dat gebeurt op 23 mei, op 15.00 ’s middags.
De Eerste Kamer-kandidaten waaruit die Provinciale typjes kunnen kiezen, zijn van sommige partijen al enige tijd bekend. In sommige partijen is het inmiddels onderdeel van de campagne om met een ‘kanjer’ van een lijsttrekker voor de Eerste Kamer op de proppen te komen. Daar is het samenstellen van de lijst onderdeel van de ‘buzz’ rondom deze voor het overige oersaaie aangelegenheid.
Bij andere partijen is het nog niet zover. Er moet nog een congres overheen, of anderszins is het proces nog niet helemaal voltooid.
Bij de partij van blonde Geert houdt men de kandidaten voor de Eerste Kamer nog volledig geheim.
Dag mag en dat kan, want de Kieswet zegt dat de kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer plaatsvindt op de dinsdag in de periode van 19 tot en met 25 april, of binnen veertig dagen na dagtekening van het koninklijk besluit tot ontbinding van de Eerste Kamer. Dit laatste weetje komt van de website Parlement & Politiek. In 2011 valt 19 april toevallig op een dinsdag.
De PVV heeft dus de tijd tot dinsdag 19 april om de kandidaten bekend te maken.
Wat valt er over deze mogelijke kandidaten te vertellen?
Allereerst: zij kunnen niet tegelijkertijd zowel lid van de Eerste, als van de Tweede Kamer zijn. Men kan noch staatsrechtelijk, noch fysiek op twee plaatsen tegelijk actief opereren. Of zoals het Jiddische spreekwoord met net iets meer schwung zegt: Je kunt niet op twee bruiloften tegelijk dansen.
De huidige Tweede Kamerfractie kan dus niet gaan bijbeunen in de Eerste Kamer. Ook bestuurders van de provincies, de zogenaamde leden van de Gedeputeerde Staten, kunnen niet tegelijkertijd ook Eerste Kamerlid zijn. Voor andere politieke functies geldt deze restrictie niet. Je kunt dus zowel Senator zijn, als gemeenteraadslid. Of Europarlementslid.
Het lidmaatschap van de Eerste Kamer is een bijbaan. Een Senator is er een dag per week mee zoet – in de praktijk de dinsdag – en verdient er éénvierde van het salaris van een Tweede Kamerlid mee, met toeslagen voor reiskosten ed. Nog altijd een aardige 23,5 duizend euro per jaar, overigens. Deze link geeft meer info.
Wat dit concreet betekent voor de PVV is de vraag. De Erik Lucassens van deze wereld zullen minder aangetrokken worden door de 23.500 dan de ruime 90.000 die zij in de Tweede Kamer kunnen verdienen. Voor de geldwolven is dit dus niet de plek.
Als je kijkt naar de huidige PVV-kandidaten voor de Staten, valt op dat er veel oude bekenden voorbij komen. Medewerkers van de fractie, lager geplaatste Kamerkandidaten van vorig jaar, huidige gemeenteraadsleden etc. De partij recyclet zichzelf, wat best bijzonder is voor zo’n anti-milieubeweging. Dit zegt iets over hoe moeilijk het is kandidaten te vinden. Ook de Senatoren zullen vermoedelijk uit de kring der getrouwen komen: misschien komen we er enkele leden van de PVV-delegatie in het EU-parlement tegen.
Een ander opvallend kenmerk van de Staten-kandidaten van deze partij is hun politieke activisme bij andere partijen. Sommigen zitten voor een andere (locale) partij in een gemeenteraad, of hebben een loopbaan als querulant achter de rug bij de VVD, of, alweer, een lokale partij. Completeer dit met een setje oud-LPF’ers en oud-Leefbaren, en je ziet een beeld opdoemen.
Dat er in 2007 gekozen is voor minder Statenleden, is op zich geen slecht idee. Het enige probleem is dat de kiesdrempel om in die verkleinde Provinciale Staten terecht te komen, op die manier wel aanmerkelijk werd verhoogd.
(Stel: je hebt 150 kandidaten, honderd zetels en duizend kiezers. De kiesdrempel is voor iedere kandidaat dan 10 stemmen. Stel je hebt nog steeds 150 kandidaten, en nog steeds duizend kiezers, maar nog maar vijftig zetels, dan wordt de kiesdrempel 20 stemmen voor iedere zetel.) Voor kleine, locale en anderszins niet tot de mainstream behorende partijen wordt het dan moeilijker om de kiesdrempel te halen.
Deel II
Het stemmen van de Provinciale Statenleden voor de Eerste Kamer is op twee manieren eigenaardig. Ten eerste heeft van die huidige 572 personen niet elke stem dezelfde weging. Als dat zo zou zijn, zouden de Statenleden in de dunst bevolkte gebieden in Nederland relatief veel meer macht hebben, dan hun collega’s in de dichtbevolkte provincies. Van elke Statenlid wordt berekend hoeveel personen hij vertegenwoordigt. De stem die hij of zij uitbrengt, wordt vermeerderd met dat getal.
Dus stel, ik ben Statenlid in Drenthe en ik stem op de lijsttrekker van GroenLinks. Mijn stem wordt vermenigvuldigd met het aantal Drenthenaren dat ik vertegenwoordig als een van de 41 Statenleden. (Alle kiesgerechtigde inwoners gedeeld door 41.) Dat is een ander getal dan wanneer ik Statenlid zou zijn in Zuid-Holland. Er wonen namelijk veel meer mensen in Zuid-Holland, terwijl Zuid-Holland 55 Statenleden heeft. De sprong van 41 naar 55 staat niet in verhouding tot de twee bevolkingsaantallen. (Snapt iemand dit nog?) Dit wordt nauwgezet elke vier jaar ook weer herberekend.
Hoe krijg je het nu zo voor elkaar dat de kleine fracties van de kleine partijen (CU, SGP, PvdD) in de provincies toch ervoor kunnen zorgen dat hun kandidaten in de Eerste Kamer komen? Hiervoor bestond een regeling van lijstcombinaties. Krapuul-mederedacteur Huib schreef hier onlangs dat de Eerste Kamerverkiezingen een ingewikkeld schouwspel waren van interprovinciale overleg en vage deals. Dat is sinds eind vorig jaar nog maar deels zo. Op 16 november 2010 nam de Eerste Kamer een voorstel aan om de Kieswet zo te wijzigen, (zie hier dus) dat lijstcombinaties niet langer worden toegestaan. Alle Provinciale Statenleden stemmen ook op dezelfde tijd.
Deze wetswijziging betekent dat een aantal partijen vermoedelijk niet terugkomt in de nieuwe Eerste Kamer. Dat heeft alles met de restzetels te maken. Meestal maken partijen een afspraak dat zij met een lijstverbinding de restzetels aan elkaar kunnen geven. Stel: GroenLinks had 5,4 en de PvdA had 12,6 zetels, kan kon de restzetel vroeger naar de PvdA gaan. Als het 5,6 en 12,4 was, dan ging de restzetel naar GroenLinks. Om elkaar in het zadel te helpen, stemden de Statenleden van de locale partijen met zijn allen op de ene Senator van de Onafhankelijke Senaats Fractie. Je kun nu niet meer zien hoe de verkiezingen verlopen, aangezien iedereen op hetzelfde moment moet stemmen, dus strategisch stemmen is er niet meer bij.
Tegenwoordig werkt het volgens de methode ieder voor zich. Wanneer de meeste zetels in eerste instantie zijn gewonnen en duidelijk is dat er nog wat restzetels te verdelen zijn, krijgen de partijen met de meeste extra stemmen die restzetels. Alle partijen die geen zetel hebben gewonnen in eerste instantie, hebben pech gehad.
Dit getrapte systeem is dus de dood in de pot voor de kleinere partijen, zoals de SGP en de Partij voor de Dieren, en de OSF van de locale partijen.
Wat betekent dit voor de PVV? Die gaat, als grote partij, profiteren van het nieuwe systeem. De PVV doet mee in alle twaalf provincies. We kunnen ervan uit gaan dat de partij in elke provincie enkele Statenleden zal winnen. Die zullen op hun kandidaten stemmen.
Hoe het allemaal gaat aflopen met die restzetels, is echter nog totaal niet te voorspellen.
Wanneer de meeste zetels in eerste instantie zijn gewonnen en duidelijk is dat er nog wat restzetels te verdelen zijn, krijgen de partijen met de meeste extra stemmen die restzetels. Alle partijen die geen zetel hebben gewonnen in eerste instantie, hebben pech gehad.
– Aha, telt dit nu ook voor de EK! Dankzij deze arithmétique hollandaise is de PvdD haar zetel in het Europarlement onthouden terwille van een extra zakkenvuller namens Wilders. En dit wordt waarschijnlijk het einde van het mooie fenomeen dat de Groenen resp. de FNP een zetel hadden via de OSF – partijen die niet de Tweede maar wel de Eerste Kamer konden halen.
Dank je Boze heks. Goede uiteenzetting met de belangrijkste feiten. Duidelijk en zeer leesbaar.
En deze houden we erin: “… het Jiddische spreekwoord: Je kunt niet op twee bruiloften tegelijk dansen.”
Dank @Neal en @Arnold. @Arnold, het systeem is veranderd, en het is niet heel duidelijk hoe het nu in al zijn potentiële finesses werkt. Dit was de indruk die ik kreeg. Ik kan het mis hebben, maar ik vrees eigenlijk dat dit ‘m wordt, in de toekomst. De Frysken en de Groenen kunnen het wellicht nu verder vergeten.
Mogen de PVV Statenleden bij het uitbrengen van hun stem geholpen worden ? Ik meen te weten dat in het verleden bij de stemming voor de 1ste kamerleden 1 “fout” uitgebrachte stem 1 zetel scheelde. De stemming is geheim dus de kans is dik aanwezig dat de PVV ers fout stemmen. Niet omdat ze het willen maar omdat ze niet anders kunnen 😈
Dank, Boze Heks, voor de uitleg van het nieuwe systeem.
Ik denk dat partijen toch kunnen samenwerken en vantevoren afspraken maken, want ze kunnen precies berekenen, hoeveel eerstekamerzetels ze zullen halen met hun eigen stemmen en dan leuren met een paar statenleden die ze niet nodig hebben, omdat ze de waarde van een restzetel vertegenwoordigen. Zo valt te hopen, dat PvdA, SP, GL, PvdD, CU? en D66? op die manier zullen samenwerken.
Te vrezen valt, dat CDA, SGP en VVD op die manier de PVV aan meer zetels zullen helpen, dan ze verdienen.
Een stem voor die drie partijen is dus (ook) een stem voor Wilders en zijn 40 rovers. Dat besef kan misschien sommige kiezers op betere gedachten brengen 🙂 …
@Weimar, daar herinner ik me ook vaag iets van. Maar het fijne staat me niet bij.
@Huib, dat zou nog steeds kunnen. Het zou met name verstandig zijn voor de kleinere partijen om daar hard aan te trekken, want die verliezen anders hun aanwezigheid in de Senaat. Als je bij de eerste ronde niet al een zetel hebt, draai je – althans zoals ik het begrijp, kan zijn dat ik fout zit – niet mee voor de restzetels. In het nieuwe systeem worden de grote fracties ook met de restzetelverdeling alleen maar groter.
VVD en CDA kiezers dienen deze keer, hoe moeilijk ook, hun stem strategisch uit te brengen op een niet-coalitiepartij.
Tijd om oude normen en waarden, maar vooral de vrijheid, terug te pakken!
Deze onzalige gedoog-coalitie mag niet ook in de eerste kamer gestalte krijgen.
—
Er blijkt een groep onder de NL bevolking aanwezig te zijn die altijd al een hekel had aan “kutmarokkanen” en “vieze Turken”, of allochtonen in het algemeen.
Islam was eigenlijk nooit in beeld en, bijvoorbeeld, de zielige discussie over hoofddoekjes al helemaal niet.
Nu dit door de fascistische ideologie van Wilders en zijn sekte de PVV politiek wordt gesteund, ziet men dat als een vrijbrief om volledig los te gaan met discrimineren en uitsluiten.
Men vergeet voor het gemak dat het ook Nederlanders zijn. Die samen met hun universitair afgestudeerd zijn, enz.
Een gevaarlijk sentiment wordt door Wilders en zijn sekte de PVV gestimuleerd door een propaganda van herhaling en bevestiging. Bekende en beproefde trucs die door elk totalitair bewind worden gebruikt.
Tijdens de opkomst van Nazi Duitsland was dit een goed werkende methode. Dit is nu ook in NL gaande.
Als er een interview is met een willekeurig #PVV sektelid, merk je al dat de meeste uitspraken voorgebakken zijn.
Het is de sekteleden verboden om de Islam een religie te noemen. Richtlijn: noem de Islam altijd een “verschrikkelijke fascistische ideologie” en eindig uw stelling altijd met “zoals u ook weet”. Als de onervaren interviewer dit niet pareert, en als dit maar vaak genoeg gebeurt, dan wordt het al snel de “waarheid”.
Joseph Goebbels, een bekende propaganda specialist tijdens Nazi Duitsland, lijkt de grondlegger te zijn van de PVV propaganda :
“If you tell a lie big enough and keep repeating it, people will eventually come to believe it. The lie can be maintained only for such time as the State can shield the people from the political, economic and/or military consequences of the lie. It thus becomes vitally important for the State to use all of its powers to repress dissent, for the truth is the mortal enemy of the lie, and thus by extension, the truth is the greatest enemy of the State.”
Precies zoals Wilders met zijn sekte opereert.
De echte agenda, openlijke discriminatie en uitsluiting van een hele NL bevolkingsgroep alsmede machtsconcentratie (staatshoofd politiek uitschakelen, eerste kamer uitschakelen, onafhankelijkheid rechterlijke macht uitschakelen, samenvoegen departementen ), wordt afgeschermd door de voor hun onbelangrijke politieke onderwerpen zoals, onder anderen, ouderenbeleid en openbaar vervoer.
Ondertussen stemmen hele volksstammen op deze groep; de meerderheid heeft geen idee van de werkelijke agenda en staart zich blind op het “harde beleid tegen criminelen”.
Nog zo’n slim lokkertje…
Het kan toch niet zo zijn dat een hele groep Nederlanders(!) wordt uitgesloten :
– omdat ze geen Joodsch-Gristelijke achtergrond hebben.
– omdat het simpelweg onmogelijk is om hun originele nationaliteit kwijt te raken.
– omdatveen relatief kleine groep denkt dat het dragen van een hoofddoekje uitsluitend te maken heeft met onderdrukking.
Enzovoorts…
—
Als we de heer Wilders met zijn PVV, tezamen met de twee partijen die hun ziel en zaligheid aan hen hebben verkocht, de eerste kamer gaan bestieren, zie ik de bui al hangen. De meest onzalige anti-Islam wetten passeren moeiteloos, terwijl het Nederlands belang hieraan ondergeschikt gemaakt wordt.
Tijd voor een tegengeluid. De heer Wilders zijn persoonlijke afkeer tegen een religie mag niet als resultaat hebben dat we straks met een NL zitten dat tot op het bot verdeeld is.
Tolerantie is onder Wilders en zijn sekte een besmet woord geworden.
REchtsNL
26-02-2011