De onbevoegdheid van de vaederlandsche journalistiek

Zo werkt Nederland, en zo werkt de Nederlandse journalistiek.
Ooit wierp Henk Hofland een steen in de vijver, die gaf wat rimpelingen maar Hofland lijkt het zelf al helemaal vergeten te zijn. En dat hoeft “de oude dag” niet te zijn. Kritiekloos schrijven over degenen die al op het pluche zitten is niet de bedoeling, nooit de bedoeling geweest en zal ook nooit de bedoeling zijn. Verslaggevers in Den Haag die gezellig borrelen met (meestal) partijgenoten bij wie ze eigenlijk graag Voorlichter worden want daar hebben ze Communicatie (een module op zijn minst) voor gestudeerd tenslotte.

En ja, het geldt ook voor de oudere garde. Eerlijk gezegd heb ik altijd het idee gehad dat allerlei leeftijdgenoten die ik enigszins kende van studie, lid werden van de CPN omdat die de toekomst leek te hebben en pluche beloofde, iets waar zij naar afkomst alleen al recht op hadden tenslotte. Het viel tegen dus de PvdA of nog erger stonden klaar. Slijmen tegen (mogelijke) machthebbers is een beroepsbehoefte. Kijk, men hoeft niet allemaal anarchist te wezen, maar elementaire democratische gezindheid is eigenlijk al afwezig bij deze inktkoelies. Journalisten die wel hun werk deden en wier bevindingen de Macht niet aanstonden werden genegeerd of actief tegengewerkt: Willem Oltmans is het bekendste voorbeeld, Wim Klinkenberg, die tenslotte ook in ongenade was bij de CPN, een ander.

Eerlijk gezegd begrijp ik niet dat Henk Hofland het goed vindt dat hij herinnerd kan worden aan zijn kritiek op Bananenmonarchie Nederland. Tegels lichten is immers geheel online te lezen inmiddels. Ik begrijp niet hoe Blokker, de er-was-eens-een-god hebbe zijn ziel, nog door een deur kon met Hofland terwijl hij zelf in zijn late dagen het adagium lanceerde “Nederlandse journalisten houden niet van journalistiek”.

De Should I suck or should I blow-“interviews” van Jan Tromp en Pieter Broertjes met Bernhard, het kon. Broertjes werd burgemeester van een prettige niet onbelangrijke provincieplaats, nog steeds vereenzelvigd met De Omroep. De beloning is niet uitgebleven.

Ik lees nog maar eens mijn stuk dat ik allang vergeten was omdat de onbenulligheden van Perdiep Ramesar in bananenmonarchie Nederland met Wilders als oppersmaakmaker niet opvallend waren en ik die rotzooi ook niet hoef te lezen verder. Ben je al een halve onderzoeksjournalist in Nederland als je simpelweg narekent wat iemand loslaat over zijn onwaarschijnlijk geanonimiseerde “bronnen” – hier, staat het, o Onderzoekscommissie brongebruik Trouw – moet men daarvoor hoogleraar wezen?

De Onderzoekscommissie deelt de vraag die gesteld werd op de website Krapuul: hoe is het mogelijk te berichten over vier krakers van het eerste uur die in 2010 tussen de 41 en 44 jaar oud zijn, terwijl ze tijdens ‘het eerste uur’ tussen de 11 en 14 jaar oud moeten zijn geweest?

Pijnlijke conclusies. Zegt de huidige hoofdredacteur van Trouw. De hoofdredacteur die het gezwets van Ramesar juichend plaatste, Willem Schoonen, is afkomstig van De Waarheid. Maakt niet uit, hij hoort nu bij het zogenaamde oldboysnetwerk als iets bij de VU waar Wouter Bos ook rondloopt en Wouter kan baantjes toeschuiven.

De verzuiling is voorbij. Die heeft ofwel zulke diepe sporen nagelaten dat het nog steeds schouderkletsen geblazen is aan de top terwijl het voetvolk mag morren over “de Turken” en “de asielzoekers”. Of het is een oereigenschap van de Nederlandse macht, in ieder geval sinds de instelling van de door-de-eeuwen-trouw te dienen dynastie die in 1813 onder het juichen van “Toch Oranje! Toch hoezee!” werd binnengehaald. Maar dan spreek ik als in het tamelijk duister tastend historicus, niet als voormalig Waarheid-journalist die niet in het warme circuit is terechtgekomen, al was het maar omdat hij het niet wilde…

1 gedachte over “De onbevoegdheid van de vaederlandsche journalistiek”

  1. Pingback: Eigenlijk hadden ze Perdiep Ramesar allemaal wel door | Krapuul

Reacties zijn gesloten.