Stef Blok werd wakker, badend in het zweet. Hij had gedroomd van een prachtige godin die met haar billen in zijn gezicht schudde. Ze had lachend over haar schouder gekeken en gezegd:
“Stef! Stef wordt wakker!”.
Verschrikt was hij rechtop gaan zitten. Hij streek zijn haar achterover, alsof hij nog steeds in het bezit was van een weelderige bos – een fantoompijn die maar niet over wilde gaan – en voelde de klamheid van de lakens op zijn naakte huid.
Hij pakte zijn telefoon en keek naar zijn agenda: 10 juli, een bijeenkomst, wat naborrelen, even die journalist te woord staan.
Stef legt zijn telefoon weg en staart naar de muur van zijn slaapkamer. Hij denkt nog eens terug aan zijn droom. Hij was op een bijeenkomst als spreker. Het zaaltje was klein en in die veiligheid van dat kleine clubje toehoorders straalde Stef. De woorden vlogen uit zijn mond als vogels, die neerstreken in de hersenen van zijn gehoor.
“Noem mij een voorbeeld, van een multi-etnische of multiculturele samenleving, waar de oorspronkelijke bevolking nog woont.”
Hij pakte een kladblok. Dit was fantastisch! In zijn droom was hij pas echt zichzelf, stralend, erudiet. Een man met de macht om zijn gehoor te inspireren, op te zwepen. Wat had hij nog meer gezegd?
“Suriname is een failed state. En dat heeft ernstig te maken met de etnische opdeling.”
Driftig schrijft Stef het op. Het is schitterend. Hij lacht even om zijn eigen spitsvondigheid. In zijn droom kreeg hij na afloop een staande ovatie en bij de uitgang kwam hij dus die prachtige vrouw tegen, die godin die zijn hand pakte en hees in zijn oor fluisterde of ze met hem mee mocht.
Stef krabt aan zijn buik en ontdekt dan het opgedroogde zaad. Hij staat op en loopt naar de douche. Vandaag een lezing houden voor een aantal internationale organisaties. Hij was er klaar voor. Hij had er zin in. Deze dag zou de zijne worden.