De Leidse universiteit moet zich rot schamen, een debat weigeren om iemands Palestijnse identiteit

Merkwaardig incident dat zich heeft voltrokken aan de universiteit van Leiden. Studenten wilden in het kader van de Week van de Israelische Apartheid een avond organiseren. Zij hadden sprekers uitgenodigd, een zaal bij de universiteit geregeld en het evenement zoals het hoort aangemeld. Maar toen stak het College van Bestuur een spaak in het wiel, waarschijnlijk aangestuurd door het hoofd van de beveiliging, ene Harskamp, die lid schijnt te zijn van de ongeneeslijk pro-Israelische ChristenUnie. De discussie ging ineens over de persoon van de ”moderator” van de avond, dr Dina Zbeidy. Zij zou niet ‘neutraal” zijn en moest worden vervangen, want anders zou niet iedereen die aan de discussie wilde deelnemen zich ”veilig” voelen.  De studenten weigerden dat. Een gesprek erover met het hoofd beveiliging leidde tot niets en dus kon de avond definitief niet gehouden worden op het terrein van de universiteit. Gelukkig konden de studenten  de 21ste een andere plek vinden.

Uiteraard was het verhaal een nieuw bewijs dat de universiteit van Leiden niet deugt en geen vrijheid van meningsuiting kent. Het was niet de eerste keer dat zoiets gebeurde, tenslotte. In 2018 schrapte de universiteit een bijeenkomst met Shawan Jabarin, de directeur van de mensenrechtenorganisatie al-Haq. Dat gebeurde  na een reeks misselijkmakende commentaren en bezwaren van de Joodse lobby, het CIDI, en wat je met wat goede wil de ”joodse pers” zou kunnen die allemaal (voor de zoveelste keer) het gelogen verhaal over hem vertelden dat hij banden met het ”terroristische” Volksfront voor de Bevrijding van Palestina zou hebben. Toen redde de rector magnificus, Stolker, de situatie. Zijn opvolgster, de huidige rector magnificus, Hester Bijl, was minder doortastend. In het mededelingenblaadje van de universiteit zegt ze nu: ”Wij staan pal voor academische vrijheid en natuurlijk mogen debatten knetteren en schuren. Maar we zijn geen politiek platform. Een academisch debat kan alleen open zijn als mensen met een andere mening zich durven uit te spreken en als de moderator in dit soort heikele kwesties liefst boven de partijen staat. Dit aangevraagde evenement in Den Haag voldeed niet aan onze huisregels voor dit soort bijeenkomsten.”

Tja. Mevrouw Bijl raakt hier aan iets waarvan ze – ze is wiskundige – de ins en outs waarschijnlijk nooit  heeft overzien. Je moet er tenslotte bij zijn geweest om erover te kunnen meepraten. Het zogenaamde Israel-debat is namelijk al heel erg lang geen debat meer (als het dat al ooit is geweest) waarin ”mensen met een andere mening zich durven uit te spreken”. Het is grosso modo een debat waarin de ene partij gebruik maakt van het alsmaar uitdijende arsenaal aan vastgelegde feiten (soms wetenschappelijke, maar altijd controleerbare),  terwijl de andere partij al die feiten altijd ontkent.  Het zijn feiten over – you name it – ethnic cleansing, regelmatige standrechtelijke moorden, diefstal van land, afbraak van huizen, oorlogsmisdaden op grote schaal, gescheiden rechtssystemen en nog veel meer. Maar geen debat dus, want de andere partij ontkent dat Israel de Palestijnen ooit heeft verdreven (”ze gingen weg uit zichzelf nadat ze daartoe waren opgeroepen door hun leiders”), ontkent dat bezette gebieden niet bij Israel horen (”is allemaal historisch Eretz Jisrael”), dat de nederzettingen vrede in de weg staan en dat Palestijnen worden gediscrimineerd. Wat je in zo’n geval van een debat kunt verwachten is in het beste geval een totale fact-free uitwisseling van standpunten en in het slechtste een welles-nietes shouting match.

De andere partij, en dat is nadrukkelijk niet de partij die zich over de Week van de Israelische Apartheid boog, is namelijk van mening dat die feiten er allemaal niet toe doen. Hebben al-Haq, B’tselem, Human Rights Watch en Amnesty International allemaal lijvige rapporten geschreven over dat in Israel apartheid heerst? Volgens de partij van de ontkenners is dat flauwekul. Palestijnen zijn namelijk niet zwart, Israel is geen Zuid-Afrika en in het hooggerechtshof zit zelfs een echte Arabier.

Maar situaties waarin beide partijen tegenover elkaar staan doen zich ook eigenlijk ook nooit meer voor. Mevrouw Bijl, en de Leidse universiteit, zijn mogelijk vergeten hoe in 2018 het CIDI bij een spreekbeurt van minister Kaag vier mensen die de minister had uitgenodigd de toegang weigerde, omdat zij behoorden tot de andere groep, de groep die hun standpunten wel baseert op feiten. Drie van de vier waren overigens ook nog eens Joods. Het CIDI gaf met deze ongehoord onbeschofte daad extra nadruk aan een trend die niet alleen bij het CIDI bestaat: namelijk om de mensen met de onderbouwde kritiek op Israel te negeren en uit te sluiten en liefst ook verdacht te maken. Leest u bijvoorbeeld bij het CIDI of die zogenaamde Joodse pers ooit wel eens een stuk van iemand van The Rights Forum? Of van Jaap Hamburger van een Ander Joods Geluid? Of van mij bijvoorbeeld, die ruim 20 jaar columns en bijdragen aan het Nieuw Israelietisch Weekblad heeft bijgedragen?  Nee, natuurlijk leest u die niet. Wij worden soms genoemd, maar dan toch vooral om ons – Joods of niet – voor antisemieten uit te kunnen schelden die erop uit zijn om via BDS een einde aan Israel te maken. Over veilig gesproken. De Leidse universiteit weet waarschijnlijk niet hoe oud-premier Van  Agt stelselmatig op de meest grove manier voor antisemiet wordt uitgemaakt. Of hoe het CIDI een nitwit als Kees Broer een boek over BDS liet schrijven waarin hij links en rechts iedereen voor boycotter en Israel hatende slechterik uitmaakte. Of hoe ik een bijeenkomst bijwoonde van de Liberaal Joodse Gemeente over BDS, waarin drie mensen achter de tafel zaten die alle drie van hun gezond niet wisten wat BDS eigenlijk inhield en waar de microfoon uit mijn handen werd gerist toen ik daar wat van zei.

Laat ik er maar over ophouden. Wat had de Leidse universiteit voor ogen? Dat Mouin Rabbani in gesprek gaat over apartheid in Israel met Hanna Luden van het CIDI, of met Ronny Naftaniel? Erg onwaarschijnlijk. Dat is iets van heel vroeger. En dan een beetje gaan zeuren over de persoon van Dina Zbeidy als moderator, is gewoon ridicuul. Dina is antropologe,  Palestijnse geboren in Israel met een Nederlandse moeder. Ze studeerde onder andere in Nederland en de VS. Een ontzettende aardig iemand en – ik ken haar – behoorlijk ”neutraal”.  Maar niet iemand die haar oren laat hangen naar verdedigers van Israel die alle feiten ontkennen,  en alleen redeneren vanuit hun zionistische onderbuikgevoel. En ja, ze is Palestijnse. Dat is het ergste aan dit hele verhaal. Dat domweg het feit dat je Palestijns bent hier, in Nederland in 2022, beveiligers of rectores magnifici van de één of andere universiteit ertoe aanzet om een debat te weigeren. Academische vrijheid, m’n reet.

– Uitgelichte afbeelding van Instagram