In dagen waarin men alles vooral met een moedeloze zucht als nieuws tot zich kan nemen nam Mihai Martoiu Ticu de moeite de situatie rond Chagos voor de Pers nog eens uit de doeken te doen. Het resulteerde wellicht in een het kolonialisme verheerlijkend stukje in de Volkskrant.
Op een dag in 1964 riep Amerikaans admiraal Horacio Rivero: “Ik wil dat eiland!” Het eiland heette Diego Garcia en het lag in het midden van de Indische Oceaan, zeer geschikt om snel Afrika, China, India, Rusland en het Midden-Oosten aan te vallen. Maar Rivero had twee problemen. Ten eerste was het eiland onderdeel van Mauritius, toen een Britse kolonie. Ten tweede was het bevolkt en Rivero kon niet vertrouwen dat “negers” Amerikaanse tanks erg lang zouden dulden.
De Britten waren verrukt van het idee om samen een militair kamp te bouwen. Zij wilden de loop van hun geweer naar belangrijke handelsroutes richten, om Azië te chanteren, maar hadden geen geld, dus konden ze de Amerikanen goed gebruiken. Ook de Britten hadden twee problemen: volkenrecht verbood het verdrijven van mensen en afbreken van koloniën tijdens onafhankelijkheid.