Hoe het mij te binnen schoot gisteren kan ik niet achterhalen. Het is een niet onderhouden gedenkdag die mij zowaar in dit kroonjaar op de dag zelf in mijn herinnering kwam bezoeken.
Het einde van een turbulente verhouding die zes weken geduurd heeft. Daar teer je dan de rest van je leven op.
Ik ga er niet veel over zeggen, want alles is te veel wat ik er over zou kunnen zeggen.
Zij had mij laten komen naar een huis waar zij op paste, een plaats die het haar ongetwijfeld makkelijker heeft moeten maken te zeggen wat zij ging zeggen.
Zij maakte het uit. Tegen haar zin, maar er waren Niet Nader Genoemde Mensen die vonden dat dit echt niet kon en dat het uit moest zijn. Geen idee wie dit waren en hoe zij mij kenden.
Zij vond het jammer maar het moest maar.
Ik had gemengde gevoelens. Droevig, want ik had mijn best gedaan net te doen alsof we misschien wel bij elkaar hoorden. Vergeefse moeite. Opgelucht, omdat die inspanning van mij afviel.
Het was al licht toen ik mijn fiets aan de overkant van het slot deed. Zij verscheen op het balkon. Ik wees in de lucht naar de rondfladderende vleermuizen – ik had ze nog nooit in de ochtend zien vliegen maar of het haar interesseerde interesseerde mij eigenlijk ook niet.
Het was zomer, mijn onvrijwillig celibatair bestaan dat anderhalve maand was doorbroken geweest was in de aanbrekende mooie dag een vrijwillig celibatair bestaan geworden. Liever dat dan de relatie waar ik net aan ontkomen was (en die mij de rest van mijn leven heeft beziggehouden met vragen).
Uit een verder lezenswaardig stuk over het fenomeen “Incel” licht ik twee passages die ter verklaring kunnen dienen:
Wij leven in een tijd van seksueel kapitalisme. We hebben een Thomas Piketty van vleselijke kennis nodig om de ingewikkeldheden en de logica van seksuele ongelijkheid te analyseren. Maar de grote lijnen zijn al geschetst in de theorie van het historisch materialisme. De fundamentele realiteit van seks is dat het niet een ervaring maar een waar is. We spreken helaas niet van “seks doen” – nog minder van “seks voelen” -, we zeggen dat we “seks hebben”. In het Frans “bezit” (possède) men.
En zodra het mogelijk is het te hebben is het ook mogelijk het niet te hebben. En de kloof tussen hen die hebben en hen die niet hebben is, naar historisch bepaald is, voorbestemd groter te worden. Steeds meer seks wordt geconcentreerd in de handen van steeds minder mensen, waardoor een mogelijke armee van seksueel armoedigen achterblijft. Een heel proletariaat van zielige verliezers die op jacht zijn naar de kruimeltjes van de tafel.
Het idee van “seks” als “iets” wat men “heeft”, geheel losgezien van de ander die op deze manier deel van een consumptieproces is, een kapitalistische specialiteit. De Incel vindt dat hij (zij?) recht heeft op “iets” waartoe hem (haar?) de toegang, het bezit ontzegd wordt.
Ik heb nog niet van er op losschietende vrouwelijke Incels gehoord. Helemaal niet van vrouwelijke Incels zelfs. Waar zou het verschil in zitten? Ha, hier kan ik terug naar mijn persoonlijk verhaal van vele zomers geleden.
Op haar nachtkastje lag het SCUM-manifest. SCUM, de Society for Cutting Up Men. Hoe leuk ik haar ook van begin af aan gevonden had, ik zou nooit op het idee zelfs gekomen zijn voor te stellen samen de nacht door te brengen. Zij bracht het nogal nadrukkelijk ter sprake direct nadat ik het verhaal van mijn relatie van zes weken had verteld.
Oeps, daar ging mijn gewenste celibaat. Er waren maar liefst drie weken voorbijgegaan. Als ik omzie nu denk ik vooral: dat was nogal erg weinig. Maar dat krijg je als je ouder wordt.