Gisteren was het debat over de regeringsverklaring. De oppositiepartijen mochten vragen stellen aan de leden van het nieuwe kabinet over het moeizaam tot stand gebrachte regeerakkoord. De oppositiepartijen leken goede zin te hebben, maar drukten nog niet echt door.
Vol op het Mussert-orgel
Een paar opvallende punten uit het debat:
Tunahan Kuzu van Denk noemde het praatje van Sybrand Buma van het CDA ‘kruisvaardersretoriek’. De uitspraken zijn volgens Kuzu de werkelijke ‘splijtzwammen van de samenleving’. En gelijk heeft hij. Integratie is allang een feit, alleen Buma lijkt de memo nog niet ontvangen te hebben. Met het schofferen van mensen met een migrantenachtergrond, toont Buma zijn ware gezicht.
Geestig was het een-tweetje met VVD’er Klaas Dijkhoff en Thierry Baudet van Forum voor Democratie. Baudet gebruikte zijn vraagtijd om de eigen propagandariedel, over referenda, het kartel en Europa, opnieuw af te draaien. Dijkhoff kwam met snedige repliek en feitenkennis, waarop Thierry als een verontwaardigd kind afdroop, onder gelach van de overige kamerleden.
Marianne Thieme van Partij voor de Dieren, legde vooral de zwakke punten in het regeerakkoord bloot op gebied van klimaatverandering. Waar Rutte I en II nauwelijks aandacht hadden voor het klimaat en Nederland op het gebied van duurzaamheid en innovatie flink achterop hebben gezet, wil dit kabinet dan eindelijk iets gaan doen, maar genoeg is het nog lang niet. Volgens Thieme is het opslaan van CO2 een idee dat lang geleden al is afgeschoten, waarom geen grotere inperking van de vleesindustrie?
Thieme sprak ook Wilders aan op het feit dat juist inzetten op klimaat massamigratie voorkomt. Dat lijkt op het eerste gezicht redelijk, maar ergens appelleert zo’n uitspraak ook aan de onderliggende angst voor migranten zelf. Daarbij is dit soort discussies aangaan met een tierende, zichzelf herhalende en vermoeid ogende Wilders, die vol op het Mussert-orgel ging, uiterst discutabel.
De geest van Henk en Ingrid
Ondertussen waarde de gure geest van Henk en Ingrid alom door de Kamer. Elke spreker had het wel een keer over ‘de gewone Nederlander’, die hard werkt en zijn stoepje netjes schoonhoudt. Als een spookverschijning dook die gewone burger in elk debat wel een keertje op. Het is een metafoor voor dit kabinet: het najagen van een fantoom, het herscheppen van een Nederland dat nooit bestaan heeft, waarbij de frisse jongens van Jan de Wit trots het Wilhelmus zingen en noest aan den arbeid gaan. Dat die frisse jongens vaak vrouwen zijn, helemaal geen Jan heten, geen werk hebben of arbeidsongeschikt zijn, zorg nodig hebben of het hoofd net wel of net niet boven water kunnen houden, die werkelijkheid ontgaat dit kabinet volledig.
De koddige grapjes van Dijkhoff konden nauwelijks verhullen dat we te maken hebben met het meest regressieve kabinet sinds de jaren vijftig. De rechtsongelijkheid tussen man en vrouw, tussen arm en rijk, tussen witte mensen en mensen van kleur zal nog groter worden. Door de inbreng van de christelijke partijen CDA en ChristenUnie zal de abortuspil niet meer verkrijgbaar zijn bij de huisarts en wordt zo het recht op zelfbeschikking van vrouwen ingeperkt. Die sleepwet, die niemand echt ziet zitten en waarvan de privacy van burgers verre van gewaarborgd is en de effectiviteit niet bewezen, zal erdoor worden gedrukt. Er zullen minder kinderen gebruik kunnen maken van het kinderpardon en vaker naar landen worden gestuurd waar zij noch geboren, noch veilig zijn. Alleen omdat de spookverschijning van Henk en Ingrid dat zo graag wil.
Terwijl de politiek omzichtig hengelt naar de gunsten van die niet-bestaande kiezer, schoffeert het daarmee een groot deel van zijn electoraat. Uiteindelijk zal de ‘gewone Nederlander’, en dat is iedere inzittende van Nederland die niet met een gouden lepel in de bek is geboren of gebruik kan maken van allerlei privileges, het dure gelag gaan betalen.