Heel het westerse mediakoor juicht over de aanstaande omverwerping van de Venezolaanse regering door de Verenigde Staten en bondgenoten met als rechtvaardiging, de desastreuze economische crisis waarin het land verkeert en de hypocriete ‘hulpverlening’ aan het door armoede en honger geteisterde Venezolaanse volk.
Niet vermeld wordt welke rol de VS heeft gespeeld in het wurgen van de Venezolaanse economie door Saoedi-Arabië de olieproductie te laten opvoeren, waardoor de olieprijs kelderde en de economische boycot, die de import van goederen dramatisch hinderde.
Het is allemaal enkel en alleen de schuld van de corruptie en mismanagement van het Maduro-‘regime’.
Sister Eugenia Russian, president van Fundalatin, een Venezolaanse mensenrechten-NGO die in 1978 werd opgericht en een speciale consultatieve status bij de VN heeft, vertelde de Independent (26-1-1919):
“In ons contact met de bevolking, zien we dat een van de fundamentele oorzaken van de economische crisis in het land het effect is van de eenzijdig opgelegde sancties die zijn toegepast in de economie, vooral door de regering van de Verenigde Staten.”
Russian zei dat, hoewel interne fouten ook hebben bijgedragen aan de problemen van het land, waarschijnlijk weinig landen in de wereld ooit zo hebben geleden onder een “economisch beleg”, als waar de Venezolanen onder leven.
Alfred de Zayas, de speciale VN-rapporteur die voor het eerst in 21 jaar een bezoek bracht aan Venezuela, vertelde de Independent dat de Amerikaanse, Canadese en Europese “economische oorlogvoering” Venezolanen heeft gedood, erop wijzend dat de sancties de armste mensen het zwaarst treffen en voedsel- en medicijntekorten aantoonbaar de doodsoorzaak zijn. De sancties leiden tot schendingen van de mensenrechten en zijn gericht op een afgedwongen economische verandering in een “sister democracy.”
In De Zayas’ VN-rapport werd opgemerkt dat sancties “de invoer verhinderen die nodig is om generieke geneesmiddelen en zaden te produceren om de landbouwproductie te verhogen.” De Zayas haalde ook de Venezolaanse econoom Pasqualina Curcio aan, die meldt dat “de meest effectieve strategie om de Venezolaanse economie te ontwrichten” de manipulatie van de wisselkoers is. De rapporteur suggereert dat het Internationaal Strafhof economische sancties tegen Venezuela onderzoekt als mogelijke misdaden tegen de menselijkheid.
Aangezien de Zayas de eerste speciale VN-rapporteur is die in meer dan twee decennia over Venezuela rapporteert, zou men kunnen verwachten dat de media zijn bevindingen beschouwen als een belangrijk deel van het verhaal van Venezuela, maar zijn naam wordt niet genoemd in één artikel dat ooit in de Washington Post is gepubliceerd. The New York Times heeft hem één keer genoemd, maar niet met betrekking tot Venezuela.
Econoom Francisco Rodríguez (WOLA, 9/20/18) wijst erop dat de olieproductie in zowel Venezuela als Colombia daalde toen de olieprijzen daalden in 2016 – maar de Venezolaanse productie kelderde toen de VS financiële sancties oplegden in 2017.
De econoom Francisco Rodríguez wijst erop dat de sancties van de Trump-regering, afgekondigd in augustus 2017, Amerikaanse banken verboden nieuwe financiering aan de Venezolaanse regering te verstrekken, een belangrijk onderdeel van de “toxification” van de financiële transacties met Venezuela. Rodríguez merkt op dat, in augustus 2017, het ‘US Financial Crimes Enforcement Network’ financiële instellingen waarschuwde dat “alle Venezolaanse overheidsinstellingen en organen… kwetsbaar lijken voor corruptie en witwassen van geld,” en aanbevolen dat sommige transacties uit Venezuela als potentieel crimineel worden aangemerkt. Veel financiële instellingen sloten vervolgens Venezolaanse rekeningen, bezorgd over het risico van beschuldiging van deelname aan het witwassen van geld.
Rodríguez zegt dat dit de olie-industrie van Venezuela aan banden heeft gelegd, de sector die het belangrijkst is voor zijn economie, met verlies van toegang tot krediet, dat het land verhindert financiële middelen te verkrijgen die aan investeringen of onderhoud hadden kunnen worden besteed.”
Mark Weisbrot (The Nation), ook een econoom, bracht een aanverwante kwestie naar voren:
“Als we een stap terug zetten en naar Venezuela kijken door de ogen van een vogel, hoe kan een land met 500.000.000.000 vaten olie en honderden miljarden dollars aan mineralen in de grond, failliet gaan? De enige manier waarop dat kan gebeuren, is als het land wordt afgesneden van het internationale financiële systeem. Anders kon Venezuela sommige van haar middelen verkopen of zelfs verpanden om de nodige dollars te krijgen. De $7.700.000.000 in goud vastgelegd in Centrale Bank reserves konden snel worden verpand voor een lening; in de afgelopen jaren gebruikte het Ministerie van Financiën van de VS zijn invloed om ervoor te zorgen dat de banken die een ruil wilden financieren, zoals JPMorgan Chase en Bank of America, dat niet deden.”
Virginia Lopez-Glass van de New York Times gebruikt 920 woorden om de uitdagingen voor Venezolanen te beschrijven, maar ‘sancties’ is daar niet één van, zelfs als ze schrijft over zaken waar sancties rechtstreeks relevant zijn: “De tekorten aan voedsel en medicijnen zijn wijdverspreid. Honderden mensen zijn gestorven aan ondervoeding en ziekten die gemakkelijk te genezen zijn met de juiste behandeling.”
Het op deze manier de honger in Venezuela als wapen gebruiken is oneerlijk en misleidend. Christina M. Schiavoni, een doctoraal onderzoeker aan het International Institute of Social Studies in Den Haag, en Ana Felicien en Liccia Romero, beiden Venezolaanse geleerden, schreven in Monthly Review over
“openlijke Amerikaanse agressie tegenover Venezuela in de vorm van de intensivering van de economische sancties opgelegd door de Obama- en Trump-regeringen, evenals een allesomvattende economische blokkade waardoor het extreem moeilijk is voor de regering om betalingen te doen aan de invoer van voedsel en om haar schulden te beheren.”
Media Lens voegt hieraan toe:
(…)
Net zoals ze Saddam Hussein de schuld gaven van de verwoestende gevolgen van de VS-Britse sancties tegen Irak (1990-2003), leggen de corporate media eensgezind de schuld voor de economische en humanitaire crisis van Venezuela bij Maduro’s deur. In feite is Venezuela lange tijd onderworpen geweest aan strenge Amerikaanse sancties.
In 2017 zei politiek analist Mark Weisbrot van het Centrum voor Economisch en Beleidsonderzoek (CEPR):
“Eind augustus legde het bestuur van Trump strenge sancties op aan Venezuela die het land beletten om activa in het Amerikaanse financiële systeem te lenen of te verkopen. Het nieuwe embargo zal de tekorten aan voedsel, medicijnen en andere essentiële goederen verergeren, terwijl de beleidsopties die beschikbaar zijn om het land uit een diepe depressie te halen, ernstig worden beperkt.”
Het bevel van Trump “maakt een duurzaam herstel bijna onmogelijk zonder hulp van buitenaf – of een nieuwe regering die is goedgekeurd door de Trump-regering”.
Deze week meldde Alexander Campbell, ook van CEPR:
“Vorige week hebben de VS formeel sancties opgelegd aan de Venezolaanse nationale oliemaatschappij PDVSA, evenals aan CITGO, de in de Verenigde Staten gevestigde distributiearm, als onderdeel van de druk om ‘regime change’ in Caracas te bewerkstelligen. Nationale veiligheidsadviseur John Bolton schatte dat de acties ongeveer $ 7 miljard aan activa zouden beïnvloeden en $ 11 miljard aan inkomsten blokkeren voor de Venezolaanse regering in het komende jaar.”
(…)
(bronnen: Gregory Shupak (Fair) en Media Lens
Wanneer je dus in de toekomst een artikel leest over de toestand in Venezuela, waarin de oorzaken van de economische problemen niet (mede) geweten worden aan de sancties van de VS en zijn bondgenoten, dan weet je, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, dat je bestookt wordt met propaganda. Zoals de NOS dat bij ons doet. Op de blog van Martin Vrijland wordt de NOS flink de mantel uitgeveegd over de stompzinnige en leugenachtige wijze waarop zij Venezuela te lijf gaan.