Speurend in de ruimen kom ik dit verhaal van op de dag af zeven jaar geleden tegen. Als de verslagenheid is weggezakt kunnen we misschien meer over David Graeber schrijven.
Als ik mij zet tot een poging twee recente boeken, die oproepen tot waarachtige democratie, hier te bespreken vindt in Egypte een massamoord plaats op mensen die de (“een vorm van”) democratie serieus nemen. Een militair regime dat zijn legitimiteit ontleent aan een miljoenenmobilisatie op straat gaat demonstranten te lijf die opkomen voor het resultaat van verkiezingen. Hoe het ook verder gaat, en het kan al niet meer goed aflopen, de gang van zaken illustreert wel dat de wereldwijde opstanden van de afgelopen jaren in laatste instantie draai(d)en om (meer) democratie – van Tunesië via Madrid en Bahrein tot Occupy Wall Street en ook het Amsterdamse Beursplein. Het zijn dagen van revolutie, het is evenwel maar de vraag of er – net als in 1848 en “1968” (dat niet één jaar was) – ook inderdaad een machtswisseling plaatsvindt die zicht op (meer) democratie biedt.
Thomas Decreus beklemtoont in Een paradijs waait uit de storm de overwinning van “het marktdenken” – iets wat zeker heeft plaatsgevonden de afgelopen vijfendertig jaar, maar men kan moeilijk stellen dat het enkel een overwinning van denken is geweest. Achter dit denken staan belangen en die hebben niets uit te staan met welke vorm van “regering door het volk” ook. Welke vermeend-democratische legitimiteit de zittende regeringen in het zogenaamde rijke deel van de wereld ook hebben, verzet uit naam van de democratie is altijd gepast. Zeker nu het zogenaamde neoliberalisme en een van iedere productie losgezongen kapitalisme geld vraagt van de onmachtigen ter wille van de zeepbeleconomie van het bankwezen. De verovering van democratie door verzet is het paradijs dat ons vanuit de storm wordt voorgehouden (het verloren land komt er nog, in tegenstelling tot de poëtische diagnose van Walter Benjamin waarnaar de titel verwijst, dankzij gerechtvaardigd verzet).
Geprecariseerden, werklozen, de mensen in de wachtkamer voor een “arbeidsmarkt”, onvoorspelbaar en al, net als De Markt in het algemeen – of zijn het “de markten”, die legendarische entiteiten die altijd goed- of afkeurend reageren op politieke ontwikkelingen – kan men nog in klassetermen denken? Arbeidende tegenover bezittende, niet –werkende klasse dus? David Graeber doet uit de doeken in The democracy project hoe de terminologie van “de 99%” tot stand is gekomen – het is niet bepaald een klassenanalyse, het is wel een geslaagde demagogische leuze. Het project van Graeber is de democratie van de straat of het plein, zoals tot stand gekomen en een tijd in stand gebleven in de herfst van 2011 in New York en vele andere plaatsen in de VS en daarbuiten. De Occupysituaties (ik aarzel het woord “beweging” te gebruiken, omdat er juist stabiliteit in aanwezigheid op een bepaalde plaats was) zijn beëindigd met de gebruikelijke smoezen van de Macht: veiligheid en – o zo belangrijk – hygiëne. Het is wellicht nog veel te vroeg om te beoordelen of dit alles inmiddels ten einde is, of “2011” als het ware een zuurdesem is dat doorwerkt en hoe het werkt is niet goed te bepalen. De legitimiteit van de kapitalistische verhoudingen is ter discussie gesteld en als een van de belangrijkste taken voor het verzet van of namens “de 99%” noemt Graeber de herovering van het communisme. Hij volgt hier zonder hen in dit verband te noemen anarchistische denkers als Kropotkin, Maurin en James, die het communisme – gemeenschappelijkheid, onbaatzuchtigheid en wederkerig hulpbetoon als vanzelfsprekend waarnemen in de maatschappij – iets wat het neoliberale ideologische offensief juist tot heden aan toe probeert te vernietigen. Het valt mij moeilijk op de dag dat ik dit schrijf de hoop die Decreus en Graeber wekken mee te voelen, terwijl de staatsgreep uit naam van de democratische revolutie in Egypte zich voltrekt.
– Thomas Decreus, Een paradijs waait uit de storm – over markt, democratie en verzet. Berchem: EPO. 159p. Prijs: 15 euro.
– David Graeber, The democracy project – a history, a crisis, a movement. New York: Spiegel & Grau. 326p. Prijs ca. 25 euro