De dagelijkse milieuramp die in Indonesië wordt aangericht

bosbranden Indonesië
bosbranden Indonesië
Het is, zoals George Monbiot schrijft, onbelangrijk vergeleken met de eerlijkheid van het niet gevoerde proces tegen Wilders, de tas van Mansveld en twee vechtende asielzoekers in een of ander propvol centrum – om Nederlands non-nieuws aan te halen.
Indonesië staat in brand. Aangestoken branden die in een paar weken op grotere CO2-uitstoot neerkomen dan “de economie” van Japan in een heel jaar. Afgezien van de zuurstof die niet meer gegenereerd wordt door de tropische wouden die in brand gestoken worden (want dat worden ze) versnelt dit alles het broeikaseffect.

Niet slechts de bomen branden. Het land zelf brandt. Een grooot deel van het woud rust op grote veenlagen. Als het vuur de aarde doordringt blijft het wekenlang smeulen, soms ook maanden, waarbij wolken methaan, koolmonoxide, ozon en merkwaardige gassen als ammoniumcyanaat. De rookpluimen strekken zich uit over honderden kilometers en veroorzaken diplomatieke conflicten met buurlanden.

Waarom gebeurt dit? De wouden van Indoniesië zijn al tientallen jaren verbrokkeld door hout- en landbouwmaatschappijen. Er zijn kanalen door de turf gegraven om die te draineren en droog te leggen. Plantagemaatschappijen maken zich meester van het restant van het woud om monoculturen van eucalyptus, timmerhout en oliepalm aan te leggen. De gemakkelijkste manier om het land te egaliseren is het in brand steken. Ieder jaar veroorzaakt dit rampen. Maar in een extreem El Niño-jaar als dit levert dit een perfecte milieuramp op. (George Monbiot)

Lees ook hier.