De officiële uitslag van de parlementsverkiezingen in Irak laat nog op zich wachten, maar naar het zich laat aanzien komt de Sairoon Alliantie als grootste partij uit de bus. De partij wist 6 van de 18 provincies te veroveren, waaronder Bagdad, en kan in het Iraakse parlement waarschijnlijk op 54 van de 329 zetels rekenen. De opkomst was met 44,52% overigens dramatisch laag.
De Sairoon Alliantie is een op het eerste gezicht tamelijk onwaarschijnlijk samenwerkingsverband van de sjiitische geestelijke Muqtada al-Sadr en de Iraakse Communistische Partij (ICP). Al-Sadr heeft zich de laatste tijd opgeworpen als pleitbezorger van de Iraakse ‘onderklasse’ en vond een natuurlijke bondgenoot in de ICP. Van de 54 zetels voor de Alliantie gaan er 18 naar de communisten.
Tijdens de verkiezingscampagne heeft Sairoon voortdurend actie gevoerd tegen de alom aanwezige corruptie en vriendjespolitiek, waarmee ze bij heel wat Irakezen een gevoelige snaar wist te raken. Al-Sadr laat het overigens niet bij retoriek. Zijn aanhang is al jaren actief in arme wijken, waar ze voedselbanken opzet en ervoor zorgt dat ook de armste inwoners toegang hebben tot water, elektriciteit en gratis gezondheidszorg. Het heeft hem een fanatieke en loyale aanhang opgeleverd, met name onder jongeren.
De overwinning van Sairoon is slecht nieuws voor zowel de VS als Iran. Al-Sadr mag dan een sjiitische geestelijke zijn, hij is óók een Iraakse nationalist en allesbehalve gecharmeerd van de Iraanse invloed in Irak.
Volgens de secretaris-generaal van de ICP lag – ondanks alle verschillen – samenwerking met Al-Sadr nogal voor de hand. Beide groepen kwamen elkaar tegen in de arme wijken van Bagdad en realiseerden zich al snel dat ze én de sociaal-economische doelen én de sociale basis deelden. In plaats van zich – zoals in het verleden – te focusen op de verschillen, besloot men de handen ineen te slaan. Prioriteit heeft de bestrijding van de ongelijkheid, de torenhoge werkloosheid en de in alle lagen van het bestuur aanwezige corruptie.
