CDA werkt graag mee aan versterking racistische en xenofobe sfeer in Nederland

We gaan door bijzondere tijden.

Elke dag valt het zoveelste lang opgehouden valse masker van de “tolerante” maatschappij die in werkelijkheid van oudsher op discriminerende slavernijwetten gebouwd is die enkel bedoeld zijn om het elitaire establishment van geselecteerde politieke clubs steeds in stand te houden. Mede daarom wil het CDA heden alleen de traditionele grote partijen de politiek in de Tweede Kamer laten bepalen en de toegang van het Nederlandse parlement voortaan gaan ontzeggen, naar eigen maatstaf van de elitaire CDA leiders, aan “te kleine” politieke partijen (of bedoelen ze bij de xenofoben van CDA misschien echter te donkere of te allochtone partijen?)

“Te klein zijn” van de politieke partijen was in ieder geval jarenlang nooit een probleem oftewel kwam nooit ter sprake toen de lieveling van Verhagen – Geert Wilders met zijn kleine ultrarechtse fractie Hooligans de Tweede Kamer kwam “verrijken” met onverbloemd schelden op minderheden c.q allochtonen.

Het ware gezicht van mensen zie je pas in moeilijke tijden.

Net als die van het CDA-Kamerlid Michiel Rog die met zijn recente racistische twitter-uitspraak over de Nederlandse sociaal-maatschapelijk activist Quinsy Gario zich naadloos voegt bij de traditie die onder de totalitaire neoliberalen in de Tweede Kamer ontstaan is, om mensen met een andere afkomst c.q. gekleurde mensen, uiteindelijk openbaar tot tweederangsburgers in ons land te mogen verklaren en uitschelden. Je zou Rutte misschien geen verwijt kunnen maken voor zijn idiote officiële uitspraak dat “Zwarte Piet is nu eenmaal Zwart” omdat er geen ziel is in de Parlement die hem durft te weerspreken. Zo vaart heden het Thatcheriaanse neoliberale totalitarisme.

Deze openbare vertoning van institutioneel racisme, die inherent is aan de Nederlandse maatschappij tot diep in haar wortels, is vervolgens ook te lezen in de bijval die ene J. Terpstra, voorzitter van het CDJA, zonder enige moment van zelfreflectie geeft aan de racistische uitlating van bovengenoemde kamerlid-“parel” Michiel Rog, waar Terpstra het institutioneel Racisme en Xenofobie in ons land maar “een geintje” durft te noemen. De slachtoffers van racisme en xenofobie hebben het zeker aan zichzelf te wijten? Net als de slaven toen?

In juridische taal heeft de uitspraak van Terpstra kenmerken van het bagatelliseren van racisme en xenofobie tegen minderheden met verzwarend element – actie begaan binnen het officiële politieke stelsel in Nederland.

Nu is het moment dat we beide heren Rog en Terpstra toch enigszins dankbaar moeten zijn omdat ze – misschien niet helemaal naar hun eigen bedoeling – hiermee toch de sluier over de kwestie enigszins opgetild hebben, waarom jarenlang staatsrechtelijk tegen de heersende racistische en xenofobe sfeer in Nederland niets wordt gedaan.

Omdat het hen eigen is.