Op zondag 27 september waren er vervroegde regionale parlementsverkiezingen in de Spaanse deelregio Catalonië. De politieke inzet was veel groter dan louter een nieuw parlement kiezen: het werd een de facto plebisciet over onafhankelijkheid.
De regionale verkiezingen in Catalonië draaiden zoals verwacht uit op een overwinning van pro-onafhankelijkheidspartijen en -bewegingen, toch althans in zetels. Meer bepaald Junts Pel Si en CUP, die samen 72 van de 135 zetels in het Catalaans parlement behalen: een niet erg ruime meerderheid, maar wel een meerderheid. Het kartel Junts Pel Si haalt op z’n eentje 62 zetels, CUP tien. De tweede grootste formatie in het parlement, het Spaans-nationalistische Ciutadans/Ciudadanos, hinkt ver achterop met 25 zetels. De traditionele Spaanse regeringspartijen PSOE/PSC en PP halen nog respectievelijk 16 en 11 zetels. 4115807 mensen zijn gaan stemmen (Catalonië telt ongeveer 7 miljoen inwoners), de hoogste opkomst ooit voor Catalaanse verkiezingen. De inzet was dan ook groot, van bovenregionaal en zelfs internationaal belang. In zoverre dat zelfs Brits premier Cameron en Amerikaans president Obama werden ingeschakeld in een diplomatie-oorlog tussen Barcelona en Madrid. Het waren hoe dan ook verkiezingen die sterk resoneerden en de Europese politiek voor een potentieel gevaarlijk probleem stellen. Want de grote winnaar van de verkiezingen, Junts pel Si, is vastberaden het “stappenplan naar onafhankelijkheid” uit te voeren, wat tot een ernstig politiek conflict binnen Spanje en dus de EU kan leiden. Een conflict waarmee vergeleken de Griekse crisis misschien klein bier mee is.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: dewereldmorgen.be