B’tselem: doodschieten moeder en zoon was ”ongerechtvaardigd” en onderdeel van vaker voorkomend patroon

De Israelische mensenrechtenorganisatie B’tselem heeft opnieuw vastgesteld dat het doodschieten van een Palestijnse ‘aanvaller’ niet gerechtvaardigd was en dus neerkwam op een buitengerechtelijke executie. Het betreft  het geval van de 49 jarige vrouw Siham Nimr, die op 29 maart  bij de Damascus Poort in de Oude Stad van Jeruzalem werd doodgeschoten door mannen van de grenspolitie. B’tselem brengt in herinnering dat volgens de instructies voor leger en politie aanvallers alleen mogen worden gedood als er rechtstreeks gevaar voor het leven van personen bestaat. Dat was in deze zaak niet het geval. Hetzelfde gold voor haar zoon Mustafa die op 5 september door de grenspolitie werd doodgeschoten in het vluchtelingenkamp Shu’afat, aldus B’tselem.

Wat betreft Siham Nimr, zij  stond op het moment dat ze met meerdere schoten werd neergeschoten achter een metalen barrière en had, zoals een foto van een beveiligingscamera (hierboven) laat zien en schaartje in haar hand. B’tselem concludeert dat het twijfelachtig is of Siham de politiemannen die aan de andere kant van de barriere, ongeveer drie meter van haar af, stonden had kunnen bereiken en in gevaar had kunnen brengen. Volgens B’tselem hadden de politiemannen, gezien hun beschermende uitrusting en de middelen die hen ter beschikking stonden, in staat geweest moeten zijn haar te overmeesteren en te arresteren en was het niet nodig geweest het vuur te openen, laat staan haar dood te schieten.

(Lees verder bij de bron van dit artikel)

Via:: Abu Pessoptimist