De nacht van 23 op 24 juni 2016 zal in Europa bekend komen te staan als het einde van een illusie. De illusie dat het naoorlogse project Europa alsmaar dieper en breder kan integreren in een cultuur van bureaucratie en technocratie. Of de illusie dat economische uitzichtloosheid en sluimerend racisme onder een natie kan afgedekt worden als een ‘can of worms’. Maar bovenal de illusie dat er zoiets bestaat als een Third Way tussen progressieve politiek en economisch neoliberalisme.
In de ochtend na 23 juni 2016 verklaarde Nigel Farage dat deze dag voortaan bekend zal staan als de Dag van Onafhankelijkheid. De UKIP-leider triomfeerde dat, met een nipte overwinning van 52%, de Britse bevolking ervoor had gekozen haar turbulente, 43 jarig huwelijk met de Europese Unie te beëindigen. Dat dit volgens Farage was voltrokken ‘without a single bullet being fired’, getuigde nogmaals van het verziekte klimaat waarin het gehele Brexit debat had plaatsgevonden.
Acht dagen voordien werd parlementslid Jo Cox namelijk fataal neergeschoten door een man die zich in zijn eerste gerechtelijk verhoor voorstelde als ‘Death to traitors, freedom for Britain’. Dader en slachtoffer bleken al snel elkaars exacte tegenpolen te zijn: terwijl Cox een gezwinde opmars had gemaakt binnen de Labour Partij door zich uit te spreken voor politieke verdraagzaamheid en economische hulp voor de instroom van vluchtelingen uit de Syrische burgeroorlog, bleek Thomas Mair het op een uitgesproken racistische ideologie na te houden, iets wat zich vertaalde in relaties met nazistische bewegingen en het ultranationalistische Britain First.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: dewereldmorgen.be