Bombardementen Syrië en Irak treffen vooral burgers

Dirk Adriaensens overloopt de historiek van de westerse bombardementen op Syrië en Irak van de voorbije jaren en stelt vast dat die de humanitaire situatie alleen maar erger hebben gemaakt en IS sterker. Nieuwe bombardementen met Belgische medewerking zullen in geen enkel geval beterschap brengen, integendeel. Een overzicht.

De Amerikaanse luchtmacht past in Syrië en Irak sinds het najaar van 2015 nieuwe, lossere regels toe . Bevelhebber luitenant-generaal McFarland heeft immers een order uitgevaardigd dat luchtaanvallen, die naar verwachting maximaal 10 burgers zouden doden, geen voorafgaande toestemming meer moeten krijgen van het Centraal Commando in de VS.

Daarmee is het hek van de dam voor moord zonder grenzen. B52-bommenwerpers worden opnieuw ingezet tegen de Iraakse stad Mosoel. Belgische F16’s zullen daar nu nog een schep bovenop doen. De burgerbevolking wordt opnieuw het eerste slachtoffer.

Amerikaanse luchtaanvallen hebben vele honderden, zo niet duizenden burgers gedood in Mosoel en een groot deel van de civiele infrastructuur vernietigd, waarvan mensen afhankelijk zijn om te overleven. Toch is dit slechts het begin van de Amerikaans-Iraakse campagne om Mosoel te heroveren. Anderhalf miljoen burgers zitten ingesloten in een stad die 30 keer meer burgers telt dan Fallujah vόόr de aanval in november 2004, waar Amerikaanse mariniers 4.000 tot 6.000 mensen, voornamelijk burgers, hebben vermoord.

Ondertussen belet IS de evacuatie van burgers uit de stad, in de overtuiging dat hun aanwezigheid de militanten zal beschermen voor nog zwaardere bombardementen. IS gebruikt de inwoners van Mosoel ook als menselijk schild door wapenmateriaal te stockeren in hun huizen.

Het internationaal humanitair recht is absoluut duidelijk: militaire aanvallen op burgers, civiele gebieden en de civiele infrastructuur zijn ten strengste verboden. De aanwezigheid van enkele duizenden IS-strijders in een stad van 1,5 miljoen mensen kan geen willekeurige bombardementen en aanvallen op burgerdoelen rechtvaardigen. De VN-missie in Irak waarschuwde de Amerikanen al in een mensenrechtenrapport in 2007: “De aanwezigheid van individuele strijders onder een groot aantal burgers verandert het civiele karakter van een gebied niet.” (Lees verder bij de bron van dit artikel)

Via:: dewereldmorgen.be