Black lives matter, ook onder Trump: ‘wij gaan winnen’

cc. Julie Putseys
cc. Julie Putseys
Een zwarte Amerikaan heeft een vijf keer grotere kans om doodgeschoten te worden door de politie dan zijn blanke tegenhanger. Zo bestond 15% van de fatale slachtoffers van politiegeweld in 2015 uit zwarte mannen tussen de 15 en 34 jaar, hoewel deze groep slechts 2% van de Amerikaanse bevolking omsluit. Deze cijfers tonen aan dat de VS nog steeds worstelt met racisme tegen zijn Afro-Amerikaanse bevolking.

De discussie over politiegeweld tegen zwarten was een controversieel thema in aanloop van de presidentsverkiezingen van 8 november. Hillary Clinton, die ondertussen het onderspit moest delven tegen Donald Trump, erkende de structurele discriminatie in het rechtsproces en wou hier ook iets aan doen. Trump, daarentegen, de toekomstige Amerikaanse president, uitte kritiek op Black Lives Matter en schaarde zich resoluut achter de politiedepartementen.

De nationale discussie over racisme bij de politie is al enkele jaren aan de gang. In de zomer van 2014 wakkerde ze aan toen twee zwarte mannen, Michael Brown en Eric Garner, hun leven lieten na incidenten van politiebrutaliteit. Als reactie hiertegen ontstond Black Lives Matter, een grassrootsbeweging die zich aanvankelijk vooral op sociale media voortbewoog. De hashtag #BlackLivesMatter die in 2013 gelanceerd werd door drie activisten – Alicia Garza, Patrisse Cullors en Opal Tometi – is volgens Twitter de derde meest gebruikte hashtag met betrekking tot sociale kwesties.

Nu speelt de Black Lives Matter beweging zich al lang niet meer uitsluitend op sociale media af. Regelmatig vinden er protestmarsen plaats in de naam van Black Lives Matter en in steden over het hele land zijn er lokale takken ontstaan die aan gemeenschapswerk doen. Zo stichtte Margaret Haule de lokale Black Lives Matter-afdeling in Austin, de hoofdstad van Texas.

Wat was uw drijfveer bij het oprichten van Black Lives Matter Austin?
Haule: “Persoonlijk had ik opgemerkt dat er veel racisme bestond tegen zwarten in non-profitorganisaties. Mensen vinden dat moeilijk te geloven want als je voor een sociale dienst werkt of voor een goed doel, kan je toch niet discrimineren? Dan moet je toch zo’n barmhartig persoon zijn, niet? Maar zelfs daar heb je discriminatie en racisme tegen zwarten. Een beetje zoals mensen die naar Afrika gaan voor humanitaire hulp maar in feite neerkijken op Afrikanen. Ik heb verhalen gehoord van vrijwilligers die met het Peace Corps [Amerikaanse ontwikkelingshulporganisatie] of het Mercy Corps [internationale hulporganisatie gespecialiseerd in humanitaire hulp] meegaan en toch heel racistische uitspraken doen. Ik wou dus een non-profit beginnen die niet alleen opkomt voor de zwarte bevolking, maar ook geleid wordt door hen.”
(Lees verder bij de bron van dit artikel)

Via:: dewereldmorgen.be