Op bezoek in het Onland – 1

Ze had haar naam in een ketting om haar bevallige hals, er was geen vergissing mogelijk. Of zij iets anders als bovenkleding had dan de twee tanktopjes waarin zij gezien is, is een vraag.
Ik kwam op bezoek via de Bezoekgroep. Als lid van de Bezoekgroep moest je er voor tekenen dat je niets vertelde over wat er gaande was in het opsluitgebouw voor vreemdelingen die niets anders gedaan hadden dan vreemdeling zijn. Ook over deze regel was geheimhouding verplicht.

Zij was Colombiaanse, gevlucht voor de oorlog in haar land. De situatie is niet zo moeilijk uit te leggen. Het leger komt langs en eist kip. Zij krijgen kip. Dan komen de guerrilleros en die zeggen dat je een collaborateur bent. Je kunt het goedmaken door kip te geven. De volgorde kan ook andersom, begin en eind zijn zoek. Het maakt het landelijk bestaan nogal moeilijk. Zij dacht in Nederland kwartiermaker te zijn voor haar man. Dit was een misverstand.

Zij keek heel blij toen zij begreep dat ik mij heel misschien enigszins in het Spaans kon uitdrukken en in ieder geval, mits zij langzaam sprak, haar kon verstaan en dat zij op begrip mocht rekenen. Iemand die zichzelf deze taak had toegedacht besloot dat een een-op-een-gesprek niet mogelijk was en deelde de Colombiaanse schone elders in, waar zij niemand verstond en omgekeerd. Af en toe keek zij verlangend naar mij – ik ben zelden zo verlangend aangekeken door iemand met wie het nooit iets zou worden – ik knikte maar vriendelijk terug, hoopte voor haar dat er misschien nog een kans zou zijn voor haar zich verstaanbaar te maken. Anders de volgende keer dan maar, of misschien via een aparte eigen afspraak (zoiets was mogelijk).

Maar er kwam geen volgende keer. De volgende dag is zij in haar tanktopje met haar naam om haar hals gedeporteerd. Ik moet er niet aan denken hoe het haar verder vergaan is.

*
Er meldden zich enkele keren Japanse meisjes bij de Bezoekgroep. Zij hadden een heel opmerkelijke motivatie. Zij schaamden zich dat zij als Japansen in Nederland welkom werden geacht als “westerse allochtonen” die niets in de weg gelegd werd. Destijds waren Chinezen het favoriete doelwit bij onderbezetting van de opsluittent. Een razzia bij restaurants leverde altijd vulling op van anders misschien onbezette cellen. Chinezen waren onwelkome “oosterse allochtonen”, ook al ligt het land waarvandaan zij komen ten westen van het “westers” verklaarde Japan. Gegrepen Chinezen kwamen altijd uit het achterland van Amoy, een stad die VOC-factorij geweest is en waar men dus met Nederland bekend is (het omgekeerde is natuurlijk niet het geval). “Delfts blauw” is eigenlijk Chinees, maar daar klappen we ook niet over.
Een probleem met razzia-Chinezen was dat zij alleen Chinees spraken, een gesprek bestond hoofdzakelijk uit tegen elkaar lachen (ze lachten veel), en op de kaart aanwijzen waar zij vandaankwamen. Chinezen waren onuitzetbaar omdat het regime hen niet terugwilde.
De Japansen leden onder de oneerlijkheid van het verschil maken. Maar het was toch niet hun schuld?
Naief vroeg ik of het makkelijk was mensen uit Japan respectievelijk China van elkaar te onderscheiden. O ja, natuurlijk, was het antwoord. Het zal ook wel.
Hun schuldgevoel was geen motivatie om het iets langere tijd vol te houden. Zij kwamen ook maar een enkele keer.

*
Toen ik vertelde dat ik (ook) deejay was vrolijkte zij op. “Ik zou zo graag willen dansen.” Zij wiebelde op haar stoel als om aan haar wens gevolg te geven. Ze sprak televisie-Engels, droeg hotpants. Toeschouwers van terzijde zeiden dat zij aan het flirten was, hetgeen mij gezien ons leeftijdsverschil ontging. Haar landgenotes aan tafel waren jonger en spraken alleen Chinees, maar er was dus contact mogelijk via het danslustige meisje. Ik heb geen idee meer waar we het verder over gehad hebben maar gaandeweg drong tot mij door dat het ene meisje aan tafel niet eens helemaal volgroeid was, nog een kinderronding aan haar hoofd had. “Zij is dertien” zei het dansmeisje, alsof zij mijn gedachten kon raden.
Op die leeftijd had zij dus niet eens hier opgesloten mogen zijn. De Dienst had ongetwijfeld eigenmachtig besloten dat zij zestien was of zo. Dan mag het wel. Niet dat men zich ooit iets aantrekt van rechterlijke uitspraken over het verbod op het opsluiten van kinderen die niets gedaan hebben.
En als onuitzetbare Chinese – wat zal er van haar geworden zijn? Losgelaten en terug naar waar zij vandaankwam, de wereld van de goktenten of restaurants?

Speciaal ook voor Arie Boomsma

1 gedachte over “Op bezoek in het Onland – 1”

  1. Pingback: Notities bij het weerzien van het Onland | Krapuul

Reacties zijn gesloten.