Scarborough Fair is een traditionele Engelse ballade die teruggaat tot tenminste de eerste helft van de zeventiende eeuw. De moderne melodie is afkomstig van Mark Anderson, een Engelse mijnwerker. Diens versie werd in 1957 voor het eerst aan het vinyl toevertrouwd door Ewan MacColl. Het moderne arrangement is afkomstig van Martin Carthy, die het in 1965 leerde aan een onbekende Amerikaanse folkzanger die na het floppen van zijn debuutalbum uit kwam huilen in Engeland.
Een jaar later scoorde die onbekende folkzanger, Paul Simon, samen met zijn maatje Art Garfunkel een monsterhit met Carthy’s arrangement, zónder hem daarvoor de credits te geven. Uiteraard tot grote woede van Carthy en in zijn kielzog de hele Britse folkscene, waarin men tóch al een hekel had aan al die stelende Amerikanen (Dylan had er ook een handje van). De daaropvolgende vete tussen Carthy en Simon is de stuff of legends. Pas veel later zou blijken dat Simon al die jaren netjes de royalty’s had overgemaakt aan Martin Carthy’s manager – die het niet onaardige bedrag vervolgens geruisloos in eigen zak stak. Tot overmaat van ramp had die manager daartoe ook nog eens het volste recht: Carthy – zoals veel musici destijds in zakelijk opzicht nogal naïef – bleek de kleine lettertjes van het contract met zijn manager niet gelezen te hebben.
Parsley, sage, rosemary, and thyme
Remember me to one who lives there
For once she was a true love of mine
Tell her to make me a cambric shirt…
Without any seam or fine needlework..
Tell her to wash it in yonder dry well
Where water ne’er sprung nor drop of rain fell
Tell her to dry it on yonder thorn
Which never bore blossom since Adam was born
Now he has asked me questions three
I hope he will answer as many for me
Oh, will you find me an acre of land
Between the sea foam and the sea sand
Oh, will you plow it with a lamb’s horn
And sow it all over with one peppercorn
Oh, will you reap it with a sickle of leather
And tie it all up with a peacock’s feather
Come to me for your cambric shirt