Auteur NRC eist € 25.000 na bedreigingen door GeenStijl

Een auteur van een ingezonden artikel in de NRC die voorstelt te stoppen met het herdenken van ‘Indische’ veteranen, is onder meer door GeenStijl bedreigd en beledigd. Het gaat om de 70-jarige woordvoerder Arthur Graaff van de AFVN-Bond van Antifacsistische Oud-verzetsstrijders. Hij heeft gisteren aangifte van bedreiging, opruiing, haat zaaien en belediging gedaan en eist een schadevergoeding van € 25.000.

De kop van het artikel luidde: “Begrip of eer voor Indië-veteranen onacceptabel.

Vrij snel reageerde ex-kolonel en ex-VVD-kamerlid Theo van den Doel afwijzend dat deze opvatting ‘respectloos’ was, en de Federatie Indische Nederlanders plaatste dat stuk op GeenStijl. Van den Doel ging echter mee in de afkeer van kolonialisme, die in het stuk bleek.

Graaff toont volgens volgens de bedreigers van GeenStijl ‘geen respect’, en zal onder meer ‘aan zijn ballen’ worden opgehangen en worden opgewacht en in elkaar geslagen. Op basis van zijn kennis als oud-hoofdredacteur benadrukt Graaff dat GeenStijl, een Telegraaf-uitgave, als uitgever van een dicussieforum geheel aansprakelijk is voor de inhoud ervan, en daarom acht hij zich ‘door’ en niet ‘op’ die website bedreigd en beledigd. In diverse rechtszaken is die verantwoordelijkheid al eerder bevestigd.

Vorige week maandag riep Graaff samen met voorzitter Jeffry Pondaag van het Comité Nederlandse Ereschulden Kamervoorzitster Arib op om afstand te houden van de Indische veteranen, wat zij deed. Graaff en Pondaag riepen verder alle overheden en volksvertegenwoordigers op, om niet meer deel te nemen aan de speciale en volgens hen ‘racistische’ herdenkingen van Indische veteranen, die zij ‘daders’ noemen, zoals aanstaande 1 september bij de zg. ‘Nationale Indië Herdenking’ van deze veteranen in Roermond.

Pondaag en Graaff benadrukken dat zij met hun acties gerechtigheid wensen voor de Indonesische slachtoffers. Pondaag bracht in 2011 de zaak van de massamoord in Rawagede aan, waarbij de Nederlandse staat veroordeeld werd tot het betalen van schadevergoeding wegens oorlogsmisdaden.

De twee betichten deze veteranen van grootschalige oorlogsmisdaden, betrokkenheid daarbij of medeplichtigheid daaraan tussen 1945 en 1950 in Indonesië, onder leiding van de toenmalige regeringen en generaal Spoor.

Zijn standbeeld vormt in Roermond het middelpunt van een park waar de herdenkingen plaatsvinden. De twee noemen hem ‘de grootste Nederlandse oorlogsmisdadiger’, verantwoordelijk voor minstens 150.000 Indonesische burgerdoden.

Oorlogsmisdadigers

Volgens een berekening op basis van cijfers van de nationale ombudsman, leven er in Nederland nog 2.500 onveroordeelde Nederlandse oorlogsmisdadigers van de oorlog van 1945 tot 1950 vrij, van wie er steevast een aantal deelnemen aan deze herdenkingen. De twee auteurs stellen dat er geen enkele reden bestaat om de gruwelijke, systematische en racistische gewelddaden en massamoorden van het Nederlandse leger te eren of eervol te herdenken.

Er waren de laatste weken onder meer Indische-veteranenherdekingen in o.m. Almelo, Enschede, Rotterdam en Zwolle en Roermond volgt nog op 1 september. De twee auteurs willen dat de burgemeester van Roermond deze herdenking, waar volgens Graaff en Pondaag oorlogsmisdaden worden geëerd, boycot. Op brieven aan haar en verzoeken tot overleg van de afgelopen drie maanden is zij niet ingegaan.

Pondaag en Graaff beroepen zich vooral op enkele uitvoerige studies van de afgelopen vijf jaar, waarin deze koloniale oorlogsmisdaden uitvoerig gedocumenteerd zijn: ‘Soldaat in Indonesië’ van prof dr Gert Oostindie, directeur het het Kon. Inst. voor Land-, Taal- en Volkenkunde van de universiteit van Leiden – dagboekuittreksels met gruwelijke details, 2015, 240 pags.; ‘De brandende kampongs van generaal Spoor’ van dr Rémy Limpach – documentatie van oorlogsmisdaden, 2016, 800 pags, vierde druk; en ‘Koloniale oorlogen in Indonesië’ van drs Piet Hagen, met alle 500 koloniale oorlogen uit 500 jaar Nederlandse onderdrukking, 2018, 1024 pags – dat verscheen in april.

De bedreigingen volgden op een reactie van een oud-kolonel en ex-Kamerlid van de VVD in de NRC, Theo van den Doel. Hij veroordeelde deze mening van Graaff en Pondaag als ‘respectloos’. De twee wijzen er echter op, dat bij vrijwel alle ‘Indische’ herdenkingen de grootste groep Indonesische slachtoffers uit WO II, 3 tot 4 miljoen doden, altijd pas genoemd wordt ná de slachtoffers onder de koloniale Nederlandse bezetters, van wie er tijdens WO II ongeveer 20.000 omkwamen.

NOS

Ook in de reportage van de NOS van de grote herdenking van de Japanse capitulatie in Den Haag in Den Haag op 15 augustus bleek dit zo te zijn, net als op de website van de organisatoren. De AFVN-BvA legt de laatste jaren steeds bloemen bij herdenkingen van de Japanse capitulatie om deze 3 tot 4 miljoen te gedenken – en stelt dat zij altijd de enige zijn.

De zeker 150.000 burgerdoden van de door Nederland verloren Indonesische oorlog van 1945 tot 1950 worden op de Indische-veteranen-herdenkingen altijd verzwegen, ook door de NOS, stellen de twee artikelschrijvers.