Asscher vindt Roma en Sinti geen echte Nederlanders. Mensen die hier vaak al generaties tot eeuwen wonen, hebben volgens hem “de Nederlandse kernwaarden nog niet voldoende verinnerlijkt”. Oh ja, en ze voelen zich gediscrimineerd. Goh, hoe zou het toch komen.
Al toen ik een kind was, zag ik hoe heftig de discriminatie van Roma, Sinti en woonwagenbewoners in Nederland is. Mijn moeder deed vrijwilligerswerk voor “Klein Goor”, wat de naam was die gemeente Veldhoven voor haar woonwagenkampje had bedacht. Mensen leefden letterlijk bovenop een oude vuilnisbelt. Het kampje was tijdelijk bedoeld, maar bleef decennia. Voorzieningen waren er niet of nauwelijks. Ik kan me herinneren dat er meer dan 20 families stonden, die het met zijn allen met twee WC’s moesten doen. Ze mochten er geen bijbouwen van de gemeente.
Ze mochten ook niet weg. Het was de tijd van de Woonwagenwet, en dus was tot 1999 iedereen gelijk voor de wet behalve mensen in een woonwagen. De families in Klein Goor leefden afgescheiden van andere familieleden, en wilden zielsgraag herenigd worden. Ze mochten niet weg, maar hun familie mocht er ook niet bij. Ze zaten vast, decennia lang.
Klein Goor is maar een klein dingetje in de hele geschiedenis van Roma, Sinti en woonwagenbewoners. Ze zijn eeuwenlang vervolgd. In Overijssel, Utrecht en Gelderland organiseerde de overheid eind 18e eeuw “Heidenjachten”, waarbij er letterlijk op ze werd gejaagd. En zoals iedereen intussen weet, de nazi’s brachten de gaskamers.
In de tijden na de Tweede Wereldoorlog was de discriminatie niet voorbij. Vanaf 1968 mochten ze niet meer reizen, en dus niet zelf bepalen waar ze zich ophielden of woonden zoals een ander. Er komt een officieel uitsterfbeleid, waarbij je alleen in een woonwagen mag wonen als je kunt aantonen dat je ouders dat ook deden.
Het duurde zelfs tot 1999 voordat de Woonwagenwet werd afgeschaft, en de wet hen niet langer met aparte regels als minder dan een gewone burger brandmerkte.