En toen werd de AOW vijfenvijftig

Op 2 januari 1957 betaalde minister Ko Suurhoff van Sociale Zaken de eerste AOW uit. Deze wet verving de noodvoorziening uit 1947 die Willem Drees de titel ‘Vader der Ouden van Dagen’ had bezorgd.

“Van Drees trekken” – het heeft nog jaren lang zo geheten, gaandeweg is de uitdrukking weggesleten. De algemene oudedagsvoorziening was eerst een noodverordening in het kader van de Wederopbouw en vanaf 1957 was deze geregeld in de Algemene Ouderdomswet. Wijsneuzen vonden dan ook dat je moest zeggen dat je van Suurhoff trok, maar het was Drees, punt uit.

De AOW. Als iets het verschil in openbaar discours in Nederland tussen midden jaren vijftig en nu illustreert is het wel de AOW. Toen was het een verworvenheid, ondanks alle bestedingsbeperking. In een tijd waarin menig nu zich luidruchtig “in de politiek” bekend makend persoontje uit een nest komt waarin echtscheiding vanzelf spreekt is ieder idee van compassie voor ouders of grootouders verdwenen. Het komt in feite neer op een ontkenning van het besef: “dit gaat over mij”. Het ongelooflijke gekakel over “verwende generatie” en al wat de achterbank-gameboygeneratie meent te moeten zeggen over haar ouders doet vermoeden dat zij zelf niet verwachten de 65, nee de 67 te zullen halen.
Dreigen de “banken om te vallen”? Het eerste dat P.H. Donner (herinnert u zich de man nog?) liet weten was dat de pensioenleeftijd snel omhoog moest. Progressief, wordt hem nagebalkt in allerlei kringen.

De oude Drees heeft heel lang van Drees kunnen trekken, hij is 101 geworden. Zou hij er van harte mee ingestemd hebben dat het bereiken van deze leeftijd reden genoeg was de leeftijdsgrens van de AOW omhoog te halen? Ik denk dat hij nog tezeer van de oude sociaal-democratische stempel was, wat impliceert dat het geen levensvervulling of voorrecht was tewerkgesteld te worden door een zogeheten “werkgever” en dat het een teken van beschaving was mensen hiervan vrij te stellen. Dat de leeftijdsgrens van vijfenzestig in enige mate willekeurig aandoet is inherent aan het streven. In feite zou de leeftijd realistisch gesproken juist fors verlaagd moeten zijn omdat velen die de beslissende leeftijd naderen al niet meer loonarbeid verrichten. “Bedrijven” waar de commissarissen gerust 70+ zijn nemen geen “oudjes” aan. Dit verandert niet nu de intense ouderhaat wettelijk vormkrijgt met een vlottejongensverhoging van de AOW-leeftijd.

Zoals u uit de openingszinnen kunt opmaken is de totstandkoming van de AOW een proces van tien jaar geweest. Over staatspensioen, zoals het ook genoemd is, is al vanaf het begin van de twintigste eeuw gediscussieerd, en heus niet alleen door sociaal-democraten. Het was ook een liberaal idee, bejaarden niet afhankelijk te laten zijn van kerkelijke bedeling en ook de partijen met christelijke achtergrond zagen er wel iets in. Het heeft zijn tijd genomen. De uitkleding gaat aanzienlijk sneller.

Drees – hij wordt als rots in de branding gezien, het soort sociaal-democraat waar (ultra-)rechts nu graag over jammert dat hij een mooi voorbeeld was, “zo worden ze niet meer gemaakt”. Drees zal zelf in zijn graf rondtollen bij de gedachte.
De Wiardi Beckmanstichting besteedt mooie woorden aan hem en dit kan gerust aan hen worden overgelaten.

Dit is een aflevering in de serie De Rode Canon

4 gedachten over “En toen werd de AOW vijfenvijftig”

  1. De AOW is mislukt.
    Net als het pensioenstelsel.
    Uitkeringen zijn altijd tijdelijk.

    Van die welvaart en beschaving is ook niks terecht gekomen.
    Dat zien we wel aan Rutte.

    De afgunst van het CDA op de SP lijkt me ook duidelijk: KVP light.
    Tsja, toen de KVP op hield te bestaan kreeg het nieuwe CDA geen sociaal gezicht meer.
    Er was geen partij meer die oog had voor de omstandigheden van de niet gestelden.
    Zelfs de PvdA draaide in de jaren 80 om als een blad aan een boom.
    Ook de VVD radikaliseerde en ze deden alles om aan de macht te blijven.
    Lekker konten draaien en mooi weer spelen.

    Het komt eigenlijk gezegd weer op eigen of zelf redzaamheid neer.
    De solidariteit bestaat allang niet meer.
    Het is gewoon ieder voor zich net als voor 1957.

  2. Men heeft het maar over het feit dat de mensen alsmaar ouder worden. Is een tijd wel zo geweest, maar iedereen voelt op zijn klompen aan dat dit op een gegeven moment ophoudt.
    Op dit moment heb ik 37 jaar( leeftijd 57) gewerkt. 1/5 deel daarvan is in de pensioenpot gestopt Prima en plotseling hoor ik dat ik minimaal 1 tot 2 jaar langer door moet werken. Dus ook storten met ook het risico dat ik in die 1 of 2 jaar langer overlijdt (liefst eerder) Waar is al dat geld gebleven? Zag men deze ontwikkeling niet eerder aankomen soms? Het begrip babyboomers kon men ook al in de jaren 70 zien.
    Hebben we de afgelopen 40 jaar dan enkel beleidsmakers gezien met een plaat voor hun hoofd of waren ze uit op politiek gewin? In de jaren 90 heeft men de pensioenfondsen een veel ruimere bevoegdheid gegeven om risico’s te nemen. Dat is een poos zeer goed gegaan en toen ging het mis. Daarnaast hebben dezelfde kabinetten in de pensioenpotten ( onder leiding van Kok) zitten te graaien ( paars) Kok, dezelfde man die begin jaren 80 op het Malieveld stond te brullen: “Dit pikken we niet.”, en die nu zelf met zijn voormalige sociaaldemocratische tengels in de pot met poen graait. Tja het kan verkeren.

Reacties zijn gesloten.