‘Ik verveel me zo, in Amsterdam-Noord’. In de jaren ’80 waarin ik opgroeide in Noord was dit liedje van Drukwerk pijnlijk accuraat. Noord was een vergeten stadsdeel, een aanhangsel dat weliswaar op de kaart tegen het IJ geplakt was, maar waar niets van het haastige en grootstedelijke van de Middeleeuwse binnenstad was te vinden. Het waaide er altijd harder als je van de pont af kwam en er was letterlijk niets te doen. Maar Noord was ook een soort vrijplaats, waar je zo de weilanden in kon lopen, nog betaalbaar een atelier kon inrichten, waar de dingen nog een beetje konden gebeuren.
Wat wel heel Amsterdams is aan Noord, zijn de mensen zelf. Noord kende jarenlang een migratie van mensen die uit andere delen van de stad werden verdreven. Die trek naar Noord van zonderlingen, ‘asocialen’, paupers, criminelen, kunstenaars, migranten en domweg mensen die nergens anders terecht konden, kent een lange geschiedenis. De wijknaam ‘Banne Buiksloot’ herinnert nog aan het feit dat mensen letterlijk buiten de stadsgrens werden verbannen.
Rond 1920 bijvoorbeeld werd Floradorp gebouwd, speciaal voor mensen uit onder andere de oude Jodenbuurt, waarvan de woningen onbewoonbaar waren verklaard. Het daaraan grenzende Asterdorp werd rond die tijd gebouwd om zogenaamde ‘asocialen’ te huisvesten. Deze wijk was geheel ommuurd, bewoners moesten ‘heropgevoed’ worden en er was voortdurend controle van door de gemeente aangestelde opzichters.
Vernederingen
Deze vernederingen hadden tot gevolg dat de bewoners onderling een zeer hechte gemeenschap zijn gaan vormen. Het is die sociale structuur die nog steeds in sommige wijken duidelijk aanwezig is en waarom bewoners zich vaak wanhopig verzetten tegen de gentrificatie van hun wijken, zoals onlangs bleek na de ophef over de plannen van de gemeente rondom het IJplein en het Laanwegkwartier. Bewoners zijn terecht woedend over de megalomane plannen van de gemeente om van Amsterdam-Noord de speeltuin te maken van hip en rijk Amsterdam. Het zijn vooral de mensen in de sociale huursector die zich terechte zorgen maken. Zij moeten wijken voor het grote geld, om plaats te maken voor vermogende Amsterdammers die enorme bedragen kunnen neertellen voor wat voorheen arbeidersbuurten waren.
Eerder waren er soortgelijke plannen met Tuindorp-Oostzaan. Deze wijk was ooit in de jaren twintig gebouwd als tijdelijke woningen voor arbeiders van de omliggende scheepswerven en droogdokmaatschappijen. Tuindorp Oostzaan zou in de jaren ’90 plaats moeten maken voor grotere en duurdere woningen. Gelukkig wisten bewoners door vurig actie te voeren de sloop van dit historisch stukje Amsterdam te voorkomen en werden de woningen uiteindelijk gerenoveerd. Iets soortgelijks was eerder al in Vogeldorp gebeurd.
Een ander voorbeeld is het voormalige Kiekensterrein aan de Wilmkebreek, waar dertien jaar lang de vrijplaats Villa Friekens bestond. Na de ontruiming worden er nu aan dit prachtige stukje polder koopwoningen gebouwd vanaf 500.000 Euro, een bedrag waar de meeste sociale huurders alleen van kunnen dromen.
Geen alternatieven voor sociale huurders
Het probleem waar huidige bewoners van Amsterdam-Noord tegenaan lopen is in de eerste plaats een regelrechte klassenstrijd, waarbij gemeente, wooncorporaties en vastgoedmakelaars de touwtjes in handen hebben en alle tijd en energie kunnen investeren. Voor bewoners uit de armere wijken is actievoeren en organiseren een aanslag op hun menselijk kapitaal.
Daarnaast zijn de stadsdeelraden opgeheven waardoor Noord niet langer een zelfstandig bestuur heeft, maar geregeld wordt vanuit de centrale stad. Beslissingen die voor de rest van de stad gelden, kunnen in Noord zomaar heel slecht uitpakken. In Noord is er in verhouding een groot percentage aan sociale huurwoningen, namelijk rond de 60% (voorheen was dit rond de 80%). 35% wordt gezien als ‘ideale bezetting’. In Noord zou dat betekenen dat er duizenden sociale huurwoningen zouden kunnen verdwijnen.
Bas Kok, auteur van ‘Oerknal aan het IJ’ een boek over de geschiedenis van Amsterdam-Noord, is vurig pleitbezorger van zulke stadse vernieuwing in Noord. Kok legt de schuld van de segregatie tussen arm en rijk bij de gemeente, die destijds bewust heeft gekozen om armlastigen in een eigen wijk onder te brengen. Hoewel Kok pleit voor meer sociale woningbouw in andere stadsdelen, zoals Amsterdam-Zuid, slaat hij de plank mis wanneer het gaat om de scherpere verlaging van het aantal sociale huurwoningen in Noord. Zolang andere wijken nog lang niet voldoen aan die 35% grens, kunnen de huidige huurders namelijk nergens naartoe. Als hun relatief ‘goedkope’ huurwoning (goedkoop tussen aanhalingstekens, want met een huurgrens van 710 Euro is ook sociale huur in Amsterdam amper op te brengen) onder hun kont vandaan wordt verkocht, zijn er binnen de stad geen betaalbare alternatieven.
Zelfgekleide oerbrodenjuwelier
Je kunt ook vraagtekens zetten bij het bewust uiteen drijven van wijken waar de sociale samenhang nog zo groot is en de bewoners zo diep geworteld zijn. Dit soort ideeën om sociale huurders weg te drijven uit bepaalde wijken zijn om nog een andere en meer diffuse reden problematisch. Het gaat uit van een negatief beeld van achterstandswijken. Niet omdat het onacceptabel is dat er zoveel mensen rond of zelfs onder het bestaansminimum leven, maar vanuit een dedain voor deze groep zelf. Woorden als ‘armoede-eiland’ en ‘armenreservaat’ maken een karikatuur van datgene wat Noord zo uniek maakt en geeft blijk van het idee dat alles wat rijk is inherent goed is, en dat arme wijken per definitie slechte wijken zijn.
Dit is niet zoals geboren en getogen Noorderlingen het zien, zij zien vooral een uniek en groen stuk stad waar zij met plezier en vaak al vele generaties wonen. Noorderlingen wisten altijd al dat Amsterdam-Noord een heerlijke plek is, toen de meeste Amsterdammers er nog voor geen goud wilden wonen. Noord heeft iets bijzonders dat zich moeilijk in woorden of cijfers laat vatten. Het is dorps en volks tegelijk en er heerst een sociale samenhang die elders in Amsterdam allang is verdwenen. Dit is niet om op neer te kijken, het is iets dat we zouden moeten koesteren.
Het is vast leuk, die zelfgekleide oerbrodenjuwelier en hippe dure koffietenten, maar het mag niet ten koste gaan van mensen die diepe wortels hebben in de Amsterdam-Noordse klei. Noord is een stuk cultureel erfgoed, een authentiek deel van een stad dat jarenlang als stiefkind is behandeld en nu de gouden melkkoe blijkt te zijn.
De problemen die Noorderlingen van oudsher en tot op heden ondervinden, is goed samengevat in de documentaire ‘Schuldig’. Het illustreert vooral hoe armoede generaties lang en vaak gewoon door domme pech, kan doorsijpelen, in stand gehouden door de mensen met geld en macht. Het is een vicieuze cirkel waar moeilijk uit te komen is. Die segregatie lossen we niet op door nog meer huizen voor de allerrijksten op de mooiste plekken van de stad te bouwen. Dit probleem lossen we alleen op door het standpunt in te nemen dat niemand in armoede zou moeten leven en door de verschillen tussen rijk en arm zo snel mogelijk te verkleinen. Het is de enige oplossing die recht doet aan een eigenwijs stuk stad, dat als een Gallisch dorpje weerstand biedt tegen de Romeinen.
Pingback: Een trendy massagraf op je bord als business opportunity | Krapuul