Human Rights Watch (HRW) bracht recent een rapport uit dat het antiterreurbeleid van de Belgische overheid en de gevolgen daarvan voor burgers onder de loep neemt [1]. Ze stellen vast dat verschillende maatregelen de mensenrechten schenden. De andere kernconclusie is dat het beleid zich schuldig maakt aan etnische profilering doordat het willekeurig moslims en mensen van Noord-Afrikaanse origine viseert, die daarbij vaak slachtoffer worden van politiegeweld. Het bevoegde ministerie ontkent.
Etnisch profileren: doen we het of doen we het niet?
Vanuit het kabinet van Minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid Jan Jambon is de boodschap duidelijk: “wij doen niet aan etnische profilering” [2]. Nochtans is het nog geen jaar geleden dat de minister het “logisch” vond dat mensen van vreemde origine gecontroleerd worden omdat ze aan “het profiel” voldoen [3].Volgens HRW gaat het voornamelijk om moslims en mensen van Noord-Afrikaanse afkomst. Niet geheel verrassend gezien de verdachtmakingen van deze gemeenschappen [4] [5].
Als je dan toevallig, zoals Fayçal Cheffou, een hoedje draagt zoals een van de daders van de aanslagen in Brussel, dan kan dat volstaan om voor terrorist aanschouwd te worden. Talloze onschuldige mensen zijn getraumatiseerd of zelfs “geterroriseerd” zoals Fayçal Cheffou aan HRW zijn ervaringen beschreef, doordat ze het slachtoffer werden van brutale en zelfs gewelddadige politiecontroles [6]. En hoewel al eerder is gebleken dat men bij verschillende korpsen in een beleid gebaseerd op etnische of religieuze profilering geen graten ziet [7] [8], worden getuigenissen van burgers steeds in twijfel getrokken [9] [10].
“26 gevallen” en de onderliggende structuur
Volgens de politievakbonden moeten we de bevindingen rond buitensporig politiegedrag (gaande van racistische uitspraken tot geweld) met een korreltje zout nemen, omdat het slechts over “26 gevallen” gaat [7]. Systematisch en transparant onderzoek naar het optreden van de politie tijdens controles is er echter niet. Het rapport van HRW kan ook niet zomaar genegeerd worden. Temeer omdat het eerdere vaststellingen bevestigt.
Zo stelde het Europese bureau voor de grondrechten (Fundamental Rights Agency, FRA) in 2010 vast dat men aan etnische profilering doet in België, en dat met name mensen van Noord-Afrikaanse afkomst geviseerd worden [11]. De Universal Periodic Review (UPR, een periodieke zitting van VN lidstaten), de mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa en Amnesty International riepen allen de politiek in België ook al op om werk te maken van een oplossing [12] [13] [14].
De problemen van etnisch profileren en politiegeweld zijn in feite al decennialang een realiteit in de grote steden. De straatprotesten van jongeren van niet-Belgische afkomst in de jaren ‘90 in Brussel waren een aanklacht tegen de buitenproportionele politiecontroles [15]. De burgerpatrouilles van de Arabisch-Europese Liga (AEL), die de profilering en het wangedrag van politie gericht tegen jongeren van Marokkaanse origine aan de kaak stelden, leidden in Antwerpen tot politieke verontwaardiging [16] [17] [18], in tegenstelling tot de discriminatie en het geweld dat de jongeren moesten ondergaan. En laten we de andere recente berichten over buitenproportionele controles of brutaal politiegeweld tegen onschuldige jongeren van niet-Belgische origine niet vergeten….
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: dewereldmorgen.be